50 Maar de joden+ hitsten de achtenswaardige vrouwen die [God] aanbaden* en de voornaamste mannen van de stad op, en zij verwekten een vervolging+ tegen Pa̱u̱lus en Ba̱rnabas en wierpen hen buiten hun grenzen.
23 Zijn zij dienaren van Christus? Ik antwoord als een waanzinnige, ik ben het op een meer in het oog springende wijze:+ in moeizame arbeid overvloediger,+ in gevangenissen overvloediger,+ in slagen uitermate, dikwijls de dood nabij.+