Psalm 51:4 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 4 Tegen u, u alleen, heb ik gezondigd,+En wat kwaad is in uw ogen heb ik gedaan,+Opdat gij rechtvaardig moogt blijken te zijn wanneer gij spreekt,+Opdat gij zuiver moogt zijn wanneer gij oordeelt.+ Lukas 7:29 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 29 (En toen het gehele volk en de belastinginners, die met de doop* van Joha̱nnes waren gedoopt,+ [dit*] hoorden, verklaarden zij dat God rechtvaardig was.+
4 Tegen u, u alleen, heb ik gezondigd,+En wat kwaad is in uw ogen heb ik gedaan,+Opdat gij rechtvaardig moogt blijken te zijn wanneer gij spreekt,+Opdat gij zuiver moogt zijn wanneer gij oordeelt.+
29 (En toen het gehele volk en de belastinginners, die met de doop* van Joha̱nnes waren gedoopt,+ [dit*] hoorden, verklaarden zij dat God rechtvaardig was.+