23 Ik in eendracht met hen en gij in eendracht met mij, dat zij volkomen één worden gemaakt,+ opdat de wereld moge weten dat gij mij hebt uitgezonden en dat gij hen hebt liefgehad evenals gij mij hebt liefgehad.
5 Want indien wij één met hem zijn geworden* in de gelijkheid van zijn dood,+ zullen wij stellig ook [één met hem] zijn [in de gelijkheid] van zijn opstanding;+