27 Want [God] „heeft alle dingen onder zijn voeten onderworpen”.+ Maar wanneer hij zegt dat ’alle dingen onderworpen zijn’,+ is het duidelijk dat dit met uitzondering is van degene die alle dingen aan hem onderwierp.+
28 Wanneer echter alle dingen aan hem onderworpen zullen zijn,+ dan zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen* aan Degene+ die alle dingen aan hem onderwierp, opdat God alles zij voor iedereen.*+