4 die ons vertroost in al onze verdrukking,+ opdat wij hen die in enigerlei verdrukking zijn, kunnen vertroosten+ door middel van de vertroosting waarmee wijzelf door God worden vertroost.+
6 Hetzij wij dan in verdrukking zijn, het is tot UW vertroosting en redding;+ of hetzij wij vertroost worden, het is tot UW vertroosting, die werkzaam is om U hetzelfde lijden te doen verduren dat ook wij ondergaan.+