6 En hij moet zijn schuldoffer+ aan Jehovah brengen voor zijn zonde die hij begaan heeft, namelijk een wijfje uit het kleinvee, een ooilam of een geitje,+ als zondeoffer; en de priester moet voor hem verzoening doen voor zijn zonde.+
3 Want iedere hogepriester wordt aangesteld om zowel gaven als slachtoffers te brengen,+ waarom het noodzakelijk was dat ook deze iets had om te offeren.+