9 Daarom is de gerechtigheid ver van ons verwijderd geraakt, en de rechtvaardigheid achterhaalt ons niet. Wij blijven hopen op licht, maar zie! duisternis; op lichtglans, [maar] in voortdurende donkerheid bleven wij wandelen.+
2 En al heb ik de gave van profeteren+ en ben vertrouwd met alle heilige geheimen+ en alle kennis,+ en al bezit ik al het geloof, zodat ik bergen kan verzetten,*+ maar heb geen liefde, dan ben ik niets.+