4 Want het is zo gesteld, dat indien er iemand komt die een andere Jezus predikt dan degene die wij gepredikt hebben,+ of GIJ een andere geest ontvangt dan GIJ ontvangen hebt+ of ander goed nieuws+ dan GIJ aanvaard hebt, dan verdraagt GIJ [hem] gemakkelijk.+
6 Het verwondert mij dat GIJ U zo vlug laat afbrengen van Degene+ die U met Christus’ onverdiende goedheid+ heeft geroepen en U tot een ander soort van goed nieuws keert.+
18 Deze opdracht+ vertrouw ik u toe, kind, Timo̱theüs, overeenkomstig de voorzeggingen+ die rechtstreeks tot u hebben geleid, opdat gij op grond daarvan moogt voortgaan de voortreffelijke oorlog te voeren,+
12 Strijd de voortreffelijke strijd van het geloof,*+ grijp het eeuwige leven stevig vast, waartoe gij werdt geroepen en waarvan gij ten overstaan van vele getuigen de voortreffelijke openbare bekendmaking+ hebt afgelegd.