27 Tot een puinhoop, een puinhoop, een puinhoop* zal ik ze* maken.+ Ook wat deze* aangaat, ze zal stellig [van niemand] worden totdat hij komt die het wettelijke recht heeft,+ en ik moet [het*] aan hem geven.’+
13 Ik bleef aanschouwen in de nachtvisioenen, en ziedaar! met de wolken+ des hemels bleek iemand gelijk een mensenzoon*+ te komen; en tot de Oude van Dagen+ verkreeg hij toegang, en men bracht hem dicht bij, ja vóór Deze.+