18 Doch de natiën ontstaken in gramschap, en úw gramschap kwam, en de bestemde tijd om de doden te oordelen en om aan uw slaven, de profeten,+ en aan de heiligen en aan hen die uw naam vrezen, de kleinen en de groten,+ [hun] beloning te geven,+ en om hen te verderven+ die de aarde verderven.”*+
19 En de grote stad+ viel in drie delen uiteen, en de steden van de natiën stortten in; en Ba̱bylon* de Grote+ werd voor God in herinnering gebracht, om haar de beker te geven met de wijn van de toorn van zijn gramschap.+