20 Gaat uit van Ba̱bylon!+ Snelt weg van de Chaldeeën.+ Zegt het zelfs voort met het geluid van vreugdegeroep, laat dit horen.+ Doet het uitgaan tot aan het uiteinde der aarde.+ Zegt: „Jehovah heeft zijn knecht Ja̱kob teruggekocht.+
11 Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar,+ raakt niets onreins aan;+ gaat uit haar midden vandaan,+ houdt U rein, GIJ die het gerei van Jehovah draagt.+