37 Ik, Nebukadne̱zar, eer, verhef en verheerlijk nu de Koning van de hemel,+ want al zijn werken zijn waarheid en zijn wegen zijn rechtvaardig,+ en trotse mensen* kan hij vernederen.’+
5 En jonge mannen, wees onderworpen aan de oudere mannen.*+ Trouwens, jullie moeten je allemaal door nederigheid* laten leiden* in de omgang met elkaar, want God keert zich tegen trotse mensen, maar hij geeft onverdiende goedheid aan nederige mensen.+