31 Alsof het nog niet erg genoeg was dat hij dezelfde zonden beging* als Jero̱beam,+ de zoon van Ne̱bat, trouwde hij ook nog eens met Izebel,+ de dochter van Ethba̱äl, de koning van de Sidoniërs,+ en ging hij Baäl dienen+ en zich voor hem neerbuigen.
4 Toen Izebel+ Jehovah’s profeten liet uitroeien,* had Obadja 100 profeten in twee groepen van 50 in een grot verborgen, en hij had ze brood en water gegeven.)
2 Izebel stuurde daarop een boodschapper naar Eli̱a en liet zeggen: ‘De goden mogen me zwaar straffen als je morgen om deze tijd niet net zo dood bent als zij!’*
25 Er is inderdaad nooit iemand als Achab geweest,+ die zo vastbesloten was* te doen wat slecht was in Jehovah’s ogen, opgestookt door zijn vrouw Izebel.+