-
Job 38:8-10Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
8 En wie barricadeerde de zee met deuren+
toen ze uit de moederschoot losbrak,
9 toen ik haar met wolken bekleedde
en in diepe duisternis wikkelde,*
10 toen ik haar grenzen vaststelde
en haar deuren en grendels plaatste,+
-
Spreuken 8:29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
29 toen hij grenzen stelde aan de zee
zodat het water zijn gebod niet zou overschrijden,+
toen hij de fundamenten van de aarde legde,*
-
Jeremia 5:22Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
22 “Hebben jullie geen ontzag voor mij?”, verklaart Jehovah,
“Horen jullie niet voor mij te beven?
Ik ben het die van het zand een grens voor de zee heeft gemaakt,
een blijvend voorschrift waar ze niet aan voorbij kan gaan.
Haar golven komen aanrollen maar kunnen niet verder.
Ze bulderen maar komen er niet overheen.+
-
-
-
-
-