11De leiders van het volk woonden in Jeruzalem.+ De rest van het volk wees door loting+ één op de tien families aan om in Jeruzalem, de heilige stad, te gaan wonen, terwijl de andere negen in de andere steden bleven.
17 Roep nog eens uit en zeg: “Dit zegt Jehovah van de legermachten: ‘Mijn steden zullen weer overvloeien van goedheid. Jehovah zal Sion opnieuw troosten+ en Jeruzalem opnieuw uitkiezen.’”’+