39 Toen zei Paulus: ‘Nee, ik ben een Jood+ uit Ta̱rsus+ in Cili̱cië, een burger van een niet onbelangrijke stad. Ik smeek u daarom: geef me toestemming om het volk toe te spreken.’
3 ‘Ik ben een Jood,+ geboren in Ta̱rsus in Cili̱cië,+ maar in deze stad onderwezen aan de voeten van Gama̱liël.+ Mij is geleerd om me strikt te houden aan de wet van onze voorouders,+ en ik heb net zo veel ijver voor God als jullie.+