12 Toen zei Mozes tegen Aäron en zijn zonen die nog in leven waren, Elea̱zar en I̱thamar: ‘Neem het deel van het graanoffer dat is overgebleven van de vuuroffers voor Jehovah en eet het als ongezuurd brood naast het altaar,+ want het is iets allerheiligst.+