18Nadat David met Saul had gesproken, ontstond er een hechte vriendschap tussen Jonathan+ en David,* en Jonathan ging van hem houden als van zichzelf.*+
4 David vroeg: ‘Hoe is het afgelopen? Vertel het me alsjeblieft.’ Hij zei: ‘Het leger is op de vlucht geslagen en velen zijn gesneuveld. Zelfs Saul en zijn zoon Jonathan zijn omgekomen.’+