10 Als een Israëliet of een vreemdeling die bij jullie woont bloed eet — wat voor bloed dan ook+ — zal ik mij* beslist keren tegen degene* die het bloed eet, en ik zal hem ter dood brengen.*
29 blijf je onthouden van dingen die aan afgoden zijn geofferd,+ van bloed,+ van verstikt vlees+ en van seksuele immoraliteit.+ Als je je verre houdt van die dingen, zal het goed met je gaan. Wij wensen jullie het beste toe!’