10Toen nam Samuël een kruikje met olie en goot dat over Sauls hoofd uit.+ Hij kuste hem en zei: ‘Jehovah heeft je beslist tot leider+ over zijn erfdeel gezalfd.+
24 Samuël zei tegen het volk: ‘Hebben jullie gezien wie Jehovah heeft uitgekozen?+ Onder het hele volk is er niemand zoals hij.’ Toen begon het hele volk te juichen: ‘Leve de koning!’
10 Absalom stuurde in het geheim mannen rond onder alle stammen van Israël met de opdracht: ‘Zodra er op de hoorn wordt geblazen, moeten jullie bekendmaken: “Absalom is koning geworden in He̱bron!”’+
12 Toen bracht Jo̱jada de zoon van de koning+ naar buiten en zette hem de kroon* en de getuigenis*+ op. Ze maakten hem koning en zalfden hem. Ze klapten in hun handen en riepen: ‘Leve de koning!’+