2 Koningen 23:34 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 34 Bovendien maakte farao Ne̱cho Josi̱a’s zoon E̱ljakim koning in de plaats van zijn vader Josi̱a. Hij veranderde zijn naam in Jo̱jakim. Maar Jo̱ahaz nam hij mee naar Egypte,+ waar hij uiteindelijk stierf.+ 2 Kronieken 36:5 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 5 Jo̱jakim+ was 25 jaar toen hij koning werd, en hij regeerde 11 jaar in Jeruzalem. Hij bleef doen wat slecht was in de ogen van Jehovah, zijn God.+
34 Bovendien maakte farao Ne̱cho Josi̱a’s zoon E̱ljakim koning in de plaats van zijn vader Josi̱a. Hij veranderde zijn naam in Jo̱jakim. Maar Jo̱ahaz nam hij mee naar Egypte,+ waar hij uiteindelijk stierf.+
5 Jo̱jakim+ was 25 jaar toen hij koning werd, en hij regeerde 11 jaar in Jeruzalem. Hij bleef doen wat slecht was in de ogen van Jehovah, zijn God.+