-
1 Samuël 31:1-5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
31 De Filistijnen voerden oorlog tegen Israël.+ De mannen van Israël sloegen voor ze op de vlucht en velen van hen sneuvelden op de berg Gilbo̱a.+ 2 De Filistijnen zaten Saul en zijn zonen op de hielen en doodden Jonathan,+ Abina̱dab en Malkisu̱a, de zonen van Saul.+ 3 Vervolgens richtte de strijd zich in alle hevigheid tegen Saul. De boogschutters kregen hem in het oog en verwondden hem ernstig.+ 4 Toen zei Saul tegen zijn wapendrager: ‘Trek je zwaard en steek me neer. Dan kunnen die onbesneden mannen+ me niet neersteken en wreed behandelen.’* Maar zijn wapendrager was te bang en wilde het niet doen. Daarom greep Saul het zwaard en stortte zich erin.+ 5 Toen de wapendrager zag dat Saul dood was,+ stortte ook hij zich in zijn zwaard en stierf met hem.
-