20 En je moet ook zeggen: “Kijk, uw dienaar Jakob komt achter ons aan.”’ Want hij zei bij zichzelf: ‘Als ik hem gunstig kan stemmen door een geschenk voor me uit te sturen,+ zal hij me misschien vriendelijk ontvangen als ik hem daarna ontmoet.’
16Toen David net voorbij de top van de berg+ was, kwam Zi̱ba,+ de dienaar van Mefibo̱seth,+ hem tegemoet met een paar ezels. Die waren bepakt met 200 broden, 100 rozijnenkoeken, 100 koeken van zomervruchten* en een grote kruik wijn. +