20 Daarom zegt de Soevereine Heer Jehovah: “Luister! Mijn boosheid en woede zullen over deze plaats worden uitgegoten,+ over mens en dier, over de bomen van het veld en de opbrengst van het land. Mijn brandende woede zal niet worden uitgeblust.”+
13 Dan zal er een eind komen aan mijn boosheid en zal mijn woede tegen hen bedaren, en ik zal tevreden zijn.+ Nadat ik mijn woede op hen heb gekoeld, zullen ze moeten weten dat ik, Jehovah, heb gesproken omdat ik volledige* toewijding eis.+