6 In het jaar dat koning Uzzi̱a stierf,+ zag ik Jehovah op een hoge en verheven troon zitten,+ en de zomen van zijn gewaad vulden de tempel. 2 Boven hem stonden serafs. Elk had zes vleugels: met twee bedekten ze hun gezicht, met twee bedekten ze hun voeten en twee gebruikten ze om te vliegen.