11 Hij zei tegen ze: ‘Wie zich van zijn vrouw laat scheiden en met een ander trouwt, pleegt overspel+ tegenover haar. 12 En als een vrouw die zich van haar man heeft laten scheiden ooit met een ander trouwt, pleegt ze overspel.’+
18 Iedereen die zich van zijn vrouw laat scheiden en met een ander trouwt, pleegt overspel. En iemand die met een gescheiden vrouw trouwt, pleegt overspel.+
3 Ze zou een overspeelster worden genoemd als ze de vrouw zou worden van een andere man terwijl haar man leeft.+ Maar als haar man sterft, is ze vrij van zijn wet, en is ze dus geen overspeelster als ze de vrouw wordt van een andere man.+