Hoe staat het met de religie in de Sovjet-Unie?
ALREEDS meer dan vijfenvijftig jaar is de Sovjet-Unie voor buitenstaanders een land van mysteries geweest. In vrijwel deze gehele periode wist men slechts zeer weinig af van het leven van de mensen achter het „ijzeren gordijn”.
De laatste jaren hebben de Sovjets evenwel hun deuren opengezet voor steeds meer buitenlandse bezoekers. Dezen hebben het grootste deel van het land mogen bereizen en met alle soorten van mensen mogen praten. Geleidelijk aan is er op deze wijze een nauwkeurig beeld ontstaan van het politieke, economische, wetenschappelijke en culturele leven in het land.
Van één aspect van het leven in de Sovjet-Unie is het echter veel moeilijker gebleken een nauwkeurig beeld te krijgen — namelijk van religie. Hoe staat het met de religie in Rusland? Bestaat ze nog na vijf decennia communistisch bewind? Bloeit ze? Of is ze tanende? Wat houdt de toekomst voor haar in?
Tegenstrijdige berichten
De afgelopen jaren heeft de buitenlandse pers over de religie in de Sovjet-Unie vele tegenstrijdige berichten gepubliceerd. Uit sommige berichten zou men bij oppervlakkige lezing kunnen opmaken dat er een religieus „reveil” gaande is.
De New York Times bevatte bijvoorbeeld deze kop: „RELIGIE IN SOVJET-UNIE SCHIJNT TERREIN TE WINNEN.” Het jaarboek 1972 van de Britannica-encyclopedie berichtte: „In nagenoeg elke belangrijke stad in het land werden religieuze diensten gehouden, terwijl een schare jonge mensen zich weer tot de religie wendde.”
Het Duitse blad Stern bevatte een verslag over een kathedraal in de stad Novgorod, die door de autoriteiten in een museum was veranderd. Bezoekers van de kathedraal maakten het kruisteken, baden en luisterden naar religieuze muziek — aldus het verslag, dat dit zag als een bewijs van groeiende religieuze belangstelling.
Terecht zou men uit zulke berichten de conclusie kunnen trekken dat de Sovjet-Unie een religieuze herleving doormaakt.
Bij de beschouwing echter van een uitgebreidere hoeveelheid feitenmateriaal, waaronder andere ooggetuigenverslagen, gaat er zich een ander beeld vormen. Deze andere berichten komen tot vrijwel dezelfde conclusie als een geschiedkundige, die ronduit te kennen gaf: „De georganiseerde religie [in de Sovjet-Unie] is, met uitzondering van enkele met ijver en toewijding bezielde bewegingen, gebleken een stervend instituut te zijn.”
Wil men derhalve een juist beeld krijgen van de huidige religieuze situatie in de Sovjet-Unie, dan zal het noodzakelijk zijn dieper te graven, en daarbij met heel wat factoren rekening te houden. Na een beschouwing van alle factoren zullen er definitieve conclusies getrokken kunnen worden. Een van deze conclusies zal u wellicht verbazen!
Bij dit onderzoek zal het ook nuttig zijn de verhouding tussen Kerk en Staat te beschouwen. Door na te gaan hoe deze verhouding in de loop der geschiedenis is geweest, zullen wij beter kunnen begrijpen waarom bepaalde dingen zijn voorgevallen, en welke tendens er op dit moment heerst.
De krachtige greep van de religie
Bij dit spoorzoeken in de geschiedenis naar de lotgevallen van de religie in de Sovjet-Unie, zal men de voetsporen van de Russisch-Orthodoxe Kerk moeten volgen, aangezien deze kerk tot nu toe veruit het belangrijkste religieuze lichaam in het land is geweest.
De orthodoxe Kerk had haar begin in 988 G.T., toen Vladimir de Grote van Kiev door de oosters-orthodoxe tak van de christelijke religie werd gedoopt. Volgens de geruchten heeft hij zich van het heidendom tot het christendom bekeerd om zijn vrouw Anna te verwerven. Zij was de zuster van de keizer van het toen machtige Byzantijnse Rijk. De hoofdstad van dat rijk was Constantinopel, tevens de hoofdzetel van de Oosters-Orthodoxe Kerk.
Vladimir gebood al zijn onderdanen zich als orthodoxe christenen te laten dopen. Al wie dit weigerde, werd als een vijand van de staat beschouwd. Aldus werd de Russische Kerk vanaf haar begin ondersteund door wereldlijke macht. Toen het Byzantijnse Rijk in 1453 ineenstortte, werd de Russisch-Orthodoxe Kerk onafhankelijk verklaard van Constantinopel. Later kreeg het belangrijkste religieuze hoofd te Moskou dezelfde patriarchale waardigheid toegemeten als de patriarch in Constantinopel. In 1692 schafte Peter de Grote evenwel het patriarchaat af, en nam zelf de controle op de Kerk over. In 1721 werd de Russisch-Orthodoxe Kerk de officiële staatskerk.
Gaandeweg raakte de Kerk steeds meer verbonden met het onderdrukkende tsaristische vorstenhuis (tsaar: koning of keizer, afgeleid van het Latijnse woord Caesar). De tsaren eisten van het volk dat het zich onderwierp aan de voorschriften van de orthodoxe Kerk en maakten de bekering tot een andere religie onwettig. De meedogenloze tsaren en de zelfzuchtige Kerk werkten met elkaar samen om het volk in onwetendheid en armoede te houden.
In maart 1917 riepen liberaalgezinde politieke groepen evenwel een revolutie uit en wierpen de tsaar van de troon. Met het verdwijnen van de tsaar zag de Russisch-Orthodoxe Kerk haar kans schoon om onafhankelijk te worden van staatsinmenging, terwijl bovendien de nieuwe voorlopige regering alle pogingen in deze richting aanmoedigde. In de maand augustus van dat zelfde gedenkwaardige jaar werd het ambt van patriarch hersteld. Er kwam een nieuwe patriarch, Tikhon, en een nieuwe vrijheid; de gedachte heerste dat de Kerk machtiger zou worden dan ooit tevoren.
Wind uit een onheilspellende nieuwe hoek
Doch voordat dit had kunnen gebeuren, blies er een nieuwe politieke wind met orkaankracht over Rusland! Nogmaals vond er een revolutie plaats, in november 1917. Deze bracht de bolsjewieken (later communisten genoemd) aan de macht. Zij vaagden de bestaande ordening weg, met inbegrip van de voorlopige regering.
Binnen een paar jaar wisten de communisten, onder leiding van Lenin, hun greep op Rusland en nabijgelegen gebieden te bestendigen. Daarop werd op 30 december 1922 officieel de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken (U.S.S.R.) uitgeroepen. Deze Unie kwam te bestaan uit vijftien republieken, waaronder Rusland, de grootste van de vijftien. Op dit moment is de Sovjet-Unie naar oppervlakte gerekend de grootste staat ter wereld, terwijl ze met een bevolking van bijna 250.000.000 personen na China en India de derde plaats inneemt op de wereldbevolkingslijst.
Bij het aan de macht komen, zagen de communistische leiders zich geplaatst voor de taak meer dan honderd verschillende nationale groepen te besturen, mensen die er verschillende geloofsovertuigingen op na hielden. Natuurlijk was de Russisch-Orthodoxe Kerk verreweg de grootste denominatie. Maar er waren er nog veel meer, vooral in die gebieden die pas kort onder communistisch bestuur waren komen te staan.
In al deze religies vroeg men zich af hoe de verstandhouding met de nieuwe regering zou worden. Heel snel kwam men dit aan de weet. Alle religies werden met volle kracht getroffen door de storm van veranderingen die in november 1917 begon te woeden.