Het leven te midden van de boomgaarden
Door Ontwaakt!-correspondent in Canada
LAAT mij uw gastheer zijn in de boomgaardenstreek die uitziet over Okanagan Lake in het zuiden van Brits Columbia, de meest westelijke provincie van Canada. Dit op ongeveer 450 kilometer rijden ten oosten van de metropool Vancouver gelegen gebied staat bekend als een van de prachtigste van Canada.
De winters zijn hier gewoonlijk zacht en de zomers warm en zonnig. De lente biedt een panorama van bloeiende vruchtbomen, terwijl in de herfst bomen en wijnstokken zijn beladen met een rijke vracht rijpende vruchten. Dit alles bevindt zich binnen het gezicht van een reeks meren, die als rustige, kilometers brede rivieren tussen de bergen lopen. Deze meren, waarvan het 130 kilometer lange Okanagan-meer het langste is, zijn de levensaders van de streek. Zonder irrigatie zou de gemiddelde regenval van dertig centimeter per jaar slechts toereikend zijn voor de groei van bijvoetstruikjes en dunne bomen. Maar dank zij de irrigatie kunnen hier nu vele soorten van vruchten worden gekweekt. Het vorstvrije jaargetijde is te kort voor de verbouw van citrusvruchten, maar lang genoeg voor kersen, pruimen, perziken, peren, abrikozen en druiven. En het is ideaal voor appelen.
Kwekers legden mij uit waarom dit een van de mooiste appelstreken ter wereld is. De droge zomers verminderen volgens hun zeggen ziekten, terwijl het gewoonlijk hoge gemiddelde aantal uren zonneschijn gedurende de groeiperiode de produktie van zetmeel en suiker verhoogt. De periode kort vóór de oogst, wanneer de nachten koel zijn, is ook belangrijk. Bij de temperaturen die vaak om het vriespunt liggen, krijgen de appelen een prachtige frisse en diepe kleur. Ja, in vele delen van de wereld is de appel van Brits Columbia bekend komen te staan als een voortreffelijk produkt.
Ik moet u wel waarschuwen niet bang te worden als onze rondleiding plotseling verstoord zou worden door een luide knal. Dat is eenvoudig een van de laatste uitvindingen die gebruikt wordt om de kersenoogst te vergroten. Daar de kers de eerste vrucht is die in het voorjaar rijp wordt, zijn veel vogels er al gauw bij om dit nagerecht aan hun hoofdmaaltijd van maden en worm en toe te voegen. U ziet dus dat niet alleen mensen uitzien naar het rijpen van de kersen. Met het oog hierop zijn sommige fruittelers automatische lawaaimakers gaan gebruiken, die met vaste tussenpozen „afgaan” om de vogels af te schrikken. Ze zijn volkomen onschadelijk. Maar als een aantal kwekers ze in één bepaalde streek gebruikt, kan het soms klinken alsof er een revolutie op kleine schaal is uitgebroken.
Het streven naar kwaliteit en bezuiniging
Daar door de bomen heen kunt u de fruitteler zien. Hij rijdt op zijn tractor met die grote sproeimachine tussen de rijen bomen door. Hij heeft een uitgebreide speciale uitrusting nodig, zelfs al is zijn boomgaard slechts vijf hectaren groot. Dat is iets meer dan de hier bestaande gemiddelde grootte, alhoewel er grote bedrijven zijn met een oppervlakte van wel over de 120 hectaren.
Zo op het eerste gezicht lijkt dit leven van teler u misschien ideaal toe, maar ik kan u verzekeren dat de fruitteler met vele problemen te kampen heeft. Er zijn hier in het Okanagan-dal van Brits Columbia, buiten degenen wier land in vergelijking met dat van de beroepskwekers te klein is om geregistreerd te worden, meer dan 3000 fruittelers die gezamenlijk een 14.000 hectaren bebouwen. Verder heeft bijna iedereen wel een paar bomen in zijn achtertuin. Voor de meeste kwekers is het moeilijk om op een redelijke manier hun brood te verdienen. De kosten van land, machines en werkkrachten schieten omhoog, terwijl de prijzen die de kweker voor zijn fruit maakt, ongeveer dezelfde zijn als twintig jaar geleden.
Behalve de lage prijzen is ook het weer een factor waarop de kweker geen enkele invloed kan uitoefenen. Om daar tegen opgewassen te zijn, moet hij een goed beleid voeren en zijn gezonde verstand gebruiken. Gedurende de goede jaargetijden moeten zijn boomgaarden produktief genoeg zijn om het in zowel financiële als letterlijke stormen „uit te houden”.
De fruitteler die wij nu bij het werk gadeslaan, is efficiënter geworden doordat hij doelbewust is gaan streven naar hogere kwaliteit te zamen met een verhoogde produktie. Hij vermindert zijn onkosten door speciale machines te gebruiken. Thans heeft hij slechts voor een korte periode gedurende de oogsttijd extra hulp nodig, in plaats van zoals voorheen gedurende het gehele seizoen. De rest kan door hem en zijn gezin worden afgehandeld.
Bovendien heeft hij ontdekt dat met een nieuwe aanplant van tal van kleinere bomen wel een opbrengst van 120.- tot 160.000 kg per hectare kan worden bereikt. Deze nieuwe variëteiten laten drastisch geringere afstanden tussen de bomen toe. Er zijn zelfs telers die hele hagen van kleine bomen hebben geplant, op ongeveer drie meter afstand van elkaar. Een van de problemen met te kleine bomen is echter dat voorjaars-nachtvorsten de vruchtkiemen kunnen doden, die zich door de kleinte van de boom dichter bij de grond bevinden.
U zou, net als ik vroeger, kunnen denken dat een grotere boom heel wat meer appels heeft dan een kleinere. Maar volgens de kweker is dat niet zo. Bovendien hangen de beste vruchten van een boom altijd aan de buitenkant, waar het zonlicht bij kan komen. De kleinere boom heeft van binnen minder „loze” ruimte, met nog als prettige bijkomstigheid dat het zoveel gemakkelijker is om de vruchten te plukken. Vaak zijn er zelfs helemaal geen ladders nodig.
De aandacht van de telers richt zich niet alleen meer en meer op kleinere bomen maar ook op rassen met een vollere kleur. Deze leveren hogere prijzen op. De kwekers weten dat een huisvrouw haar gezin graag fruit verschaft dat er goed uitziet en goed smaakt. Zo zijn er variëteiten ontwikkeld die werkelijk diep van kleur zijn. De Red Delicious is bijvoorbeeld verkrijgbaar in meer dan vijftig verschillende soorten. Toch zijn dat er maar een paar vergeleken met de bijna tienduizend verschillende appelvariëteiten die er over de hele wereld groeien.
Nieuwe methoden om insekten onder controle te houden
Ik zie dat dat spuiten van de fruitteler nogal wat vraagtekens bij u oproept. U bent waarschijnlijk bezorgd wegens de over de hele wereld gehoorde klacht dat spuitmiddelen een schadelijk effect op de leefomgeving hebben. De fruitteler is ook daarvan op de hoogte. Hij probeert niet langer elk insekt te doden en het fruit in een bijna steriele atmosfeer te kweken. Hij heeft interessant genoeg geleerd dat zelfs enkele zogenaamd „schadelijke” insekten een hulp voor hem kunnen zijn. Enkele soorten mijten bijvoorbeeld, die in het begin van het seizoen verschijnen, dienen tot voedsel voor andere insekten die de boom geen schade berokkenen. Als deze mijten nu door het gebruik van een insekticide worden gedood, zullen hun vijanden waarschijnlijk ook gedood of verdreven worden, zodat ze er niet meer zullen zijn om nog andere, gevaarlijker soorten, die later te voorschijn komen, te verslinden, hetgeen dan zou leiden tot de noodzaak opnieuw te gaan spuiten. Tegenwoordig krijgen kwekers dezelfde resultaten door helemaal geen insekticiden te gebruiken. Zij vergewissen zich er juist van dat zij genoeg nuttige insekten hebben. Het spaart tijd en geld en geeft tevens blijk van respect voor de ecologie.
Deze fruitteler besproeit de grond met voedingsstoffen voor de bomen. Hij vertelde mij dat er tekorten in de grond moeten worden aangevuld om gezonde bomen te krijgen, die zowel bestand zijn tegen ziekten als tegen schadelijke insekten. Men heeft ontdekt dat deze bijzondere streek van Noord-Amerika, die bekendstaat als de Interior Dry Belt (en zich zuidwaarts uitstrekt tot de boomgaarden van Californië) arm is aan het mineraal borium. Alhoewel men niet volledig het „hoe en waarom” van de werking van dit mineraal begrijpt, weet men dat het ongeveer elke drie jaar aan deze grond moet worden toegevoegd om de gezonde groei van de bomen te handhaven.
Nog een nieuwigheid op het terrein van insektencontrole past men toe bij de bestrijding van de appelmade — een berucht insekt dat appels en peren wormstekig maakt, en in alle appelproducerende landen behalve Japan en Korea aangetroffen wordt. Hebt u er wel eens van gehoord? Dan weet u dat deze rups van het zgn. fruitmotje schade toebrengt aan het fruit door daarin gaten te boren. Veronderstel nu eens dat fruittelers fruitmotjes in hun boomgaarden zouden brengen! Ik zie dat u verbaasd bent, maar het is niet zo gek als het lijkt. Het wordt gedaan! Met dien verstande dat de motten die ingevoerd worden allemaal gesteriliseerde mannetjes zijn. Zij leiden op een normale manier hun leven als mot, terwijl zij met normale mannetjes naar de genegenheid van een vrouwtje dingen, maar ze kunnen geen nageslacht voortbrengen. De mottenbevolking wordt aldus gedecimeerd, en dat zonder de kans op gevaarlijke neveneffecten zoals bij de toepassing van pesticiden. Tot dusver zijn de resultaten van dit nog grotendeels experimentele programma bevredigend te noemen.
Laat mij u nu vertellen over enkele voordelen van het leven te midden van 14.000 hectaren boomgaard.
De voordelen wanneer men er vlakbij woont
In dit fruitland leert men de kenmerken van de verschillende appelsoorten goed kennen — de Sour Cherry is bijvoorbeeld beter voor een taart te gebruiken, terwijl de Lambert en de Bing groter en zoeter zijn, en heerlijk om zo te eten. De MacIntosh is ideaal om appelsap van te maken, terwijl de Golden Delicious met zijn wat peerachtige smaak een heerlijke handappel is.
Dat wij hier wonen betekent natuurlijk dat wij geregeld vers fruit hebben. Als wij op de geschikte tijd wachten kunnen wij het tegen een redelijke prijs krijgen. Er hangt wat dat betreft veel van onszelf af. Als wij maar in een geringe hoeveelheid geïnteresseerd zijn, is een kort tochtje naar de nabijgelegen supermarkt vaak het gemakkelijkst. Daarbij moeten wij er echter wel op voorbereid zijn, behoorlijk wat meer te moeten betalen dan wanneer wij in het seizoen rechtstreeks naar de kweker gaan. Als de fruitteler het zou toestaan, zouden wij in het laatste geval zelfs nog meer kunnen uitsparen door de vruchten zelf te plukken. Natuurlijk zouden wij er dan wel voor oppassen niet alleen het fruit te plukken dat het makkelijkst te bereiken zou zijn, noch de boom op welke manier dan ook te beschadigen zodat wij snel niet meer welkom zouden zijn.
Er zijn ook tijden dat men veel fruit, en met name appelen, bijna voor niets kan krijgen als men bereid is om te werken en niet pietluttig op de kwaliteit let. Er hangt veel van af hoe uw verstandhouding met de kweker is. Als u zo nu en dan kisten met fruit hebt gekocht, en hij leert u kennen als iemand die welgemanierd en fatsoenlijk is, dan kan het gebeuren dat hij u toestemming geeft zijn boomgaard te betreden nadat de grote pluk voltooid is, om wat „val” te verzamelen, appelen die van de bomen op de grond zijn gevallen. Als u de juiste tijd uitkiest — direct na de oogst of een storm — zult u ondervinden dat het „valfruit” goed te eten is en bijna niets kost. Zoek, na ze gewassen te hebben, voor bewaring slechts die appelen uit die geen inkeping of zware kneuzingen hebben; de rest kan snel verwerkt en geconserveerd worden.
Het hele jaar van de opbrengst genieten
Hebt u zich ooit afgevraagd hoe het mogelijk is om appelen de hele winter te bewaren zodat ze in het voorjaar nog steeds als „zo geplukt” op tafel komen? Nu, daar is meer bij betrokken dan alleen maar koel bewaren, en wel een speciaal systeem waarnaar de kwekers verwijzen als CAS (Controlled Atmosphere Storage, lett.: Opslag bij gecontroleerde lucht-behandeling). Het klinkt een beetje technisch, maar het komt er in principe op neer dat de appel net boven het vriespunt in een afgesloten ruimte wordt opgeslagen waar de lucht „gezuiverd” wordt van overmatige hoeveelheden kooldioxyde. Het is vooral dit gas — dat door de appel wordt „uitgeademd” — dat in combinatie met warmte de structuur van het fruit aantast en het zacht maakt. Natuurlijk werkt deze methode niet altijd even goed bij alle appelvariëteiten. Sommige soorten, zoals de Winesap, hebben reeds van nature zachter „vlees” en zijn zelfs met de CAS-methode niet goed te houden.
Zo appelen, zo druiven. Als een druivenkweker u goedgezind is, kunt u er soms regelingen voor treffen dat u na een eerste vorstval, als er nog vrij veel vruchten aan de wijnstokken hangen, zijn wijngaard binnen mag. Van het nog hangende fruit kan men uitstekende jams of geleien en natuurlijk, niet te vergeten, wijn maken.
Wat ik zeggen wil, zou u wat vruchtesap van vorig jaar willen proeven? We zullen naar mijn vriend gaan. Hij heeft een kleine boomgaard die hij voornamelijk voor zichzelf gebruikt, alhoewel hij soms wat vers fruit aan anderen verkoopt. Zijn vrouw verwerkt en conserveert veel voor gezinsgebruik. Laten wij haar halen om ons te vertellen hoe ze dat doet.
„Wij conserveren veel door op de gewone manier te koken, waarbij wij jams en geleien maken. Maar in ons gezin houden wij allemaal van sappen. Alstublieft, hier hebt u een glas appelsap. Dat is een van onze lievelingsdranken. Maar wij halen ook sap uit pruimen, kersen, abrikozen, perziken en andere vruchten en groenten uit de tuin.
Meestal bevalt een dubbele ketel, die het sap uit de vruchten stoomt, ons het beste. Als wij echter een bepaalde wijn willen maken, moeten wij er wat verse gist aan toevoegen, daar de warmte alle bacteriën doodt. Wij proberen al het fruit te gebruiken. Met de pulp voederen wij zelfs onze kippen en eenden. Wij kunnen ook het vlees van de appel met honing vermengen voor een verrukkelijke appelmoes. Maar er blijft niet veel vruchtvlees over als u in aanmerking neemt dat een appel voor ongeveer 84 percent uit sap bestaat.
Hier volgt nog een van onze geliefkoosde gezinslekkernijen: Bevroren kersen. Normaal is dit geen vrucht die men diepvriest, maar wij vinden het lekker om ze koud te eten, net als ze beginnen te ontdooien. Als u ze helemaal laat ontdooien, hebben ze de neiging om te vochtig te worden. Maar koud gegeten, zijn ze heerlijk op een hete zomerdag. Als u ze diepvriest, denk er dan aan ze op een plat vlak uit te strooien, en ze daarbij van elkaar gescheiden te houden. Op die manier, heb ik ontdekt, plakken ze niet tot een grote klont aan elkaar als ze voor langdurige bewaring in een bak worden gedaan.
U kunt hetzelfde ook met andere vruchten doen, waarbij u er wellicht de voorkeur aan geeft bepaalde soorten, als appels, perziken en peren, te schillen. Als u er dan wat citroensap op sprenkelt, zal dit voorkomen dat ze verkleuren.”
Is het tijd om te gaan? Het spijt me dat er aan uw bezoek een einde moet komen. Het is mij een waar genoegen geweest om u een deel van onze prachtige vallei te laten zien. Kom alstublieft nog eens terug.
Geniet intussen van de fruitsoorten die groeien in dat gedeelte van de aarde waar u woont. Fruit kan in elk land ter wereld door mensen gegeten en genoten worden. Het draagt bij tot de kleur- en smaakvariatie in ons leven. Zelfs in het noordpoolgebied brengen het korte lente- en zomerseizoen braambessen voort, die de Eskimo’s conserveren door ze diep te vriezen. En als u de gelegenheid hebt om het eindeloze aantal fruitvariëteiten te proeven, denk dan net als ik na over de liefde die door onze Grootse Schepper is betoond door de mensheid van zulke lekkernijen als fruit te voorzien.