Vis kost meer — Waarom?
VIS kost meer, zoals alles meer kost — plaatselijk zelfs evenveel als vlees. Hoe dit komt?
Er zijn wel enkele speciale oorzaken aan te wijzen, maar samengevat komen ze toch hierop neer: er is te weinig. Een grote vraag naar een slinkende hoeveelheid schept automatisch hogere prijzen.
Minder vis? Ja! De mens heeft weliswaar begerige blikken op de zee geworpen en gedacht dat zich daar het voedsel bevond waarin de landbouw niet meer kon voorzien, tenminste niet in voldoende hoeveelheden om de groeiende wereldbevolking te voeden, maar, zoals blijkt, ten onrechte. De zeeën bevatten geen onbeperkte voorraad eetbare vis.
Bepaalde vissoorten schijnen bijna volledig te zijn uitgeroeid, weggevist uit de oceanen. Waaraan dit moet worden toegeschreven?
Nieuw vistuig
Onder meer aan nieuw vistuig. Was het namelijk in het verleden zo dat de mens redelijke hoeveelheden vis uit de oceanen oogstte en de visstand zich weer kon herstellen, thans heeft men zulk hoogwetenschappelijk vistuig ontwikkeld dat van veel soorten nauwelijks genoeg exemplaren overblijven om deze in stand te houden.
Tot dat nieuwe vistuig zijn de speciale trawlnetten te rekenen die vanaf het midden van de jaren vijftig in gebruik zijn op speciaal uitgeruste trawlers en bij de achtersteven worden uitgegooid in plaats van zoals bij de oudere modellen aan de zijkant. Ze stellen een trawlerbemanning in staat zesmaal zoveel vis binnen te halen dan voorheen.
Voorts hebben de moderne trawlers veel weg van „drijvende fabrieken” met een eigen inblik- en diepvriesinstallatie aan boord, waardoor tijdens langere tochten meer vis kan worden verwerkt. De opslagcapaciteit van sommige is meer dan 10.000 bruto-registerton. Speciale transportschepen brengen vaak de vangst naar de haven, zodat de vissersschepen op zee kunnen blijven. Het grootste voordeel van de trawler hierbij is dat hij zowel grote afstanden kan afleggen als lange tijd op zee kan blijven. Honderden van dit vaartuigtype opereren momenteel vanuit ’s werelds belangrijkste visserijhavens. Het effect hiervan? Nemen we als voorbeeld de oostkust van het Noordamerikaanse continent.
In die viswateren, behorend tot de beste ter wereld, ontplooien Russische, Japanse, Spaanse, Duitse en andere trawlers een grote activiteit. Vrijwel alle vissoorten waarom die wateren beroemd zijn, hebben te lijden van ernstige overbevissing. Een soortgelijke situatie doet zich voor bij de kust van Noorwegen. En naarmate de vis schaarser wordt en de concurrentie zich verhevigt, worden steeds nieuwere technieken in de strijd geworpen. De visstand slinkt — het vistuig wordt steeds kostbaarder en de visconsument betaalt ervoor.
Maar zouden de prijzen naar beneden gaan als een land geen moderne visuitrusting zou gebruiken? Nee, zoals moge blijken uit de situatie in de V.S. die geen moderne vissersvloot bezitten. W. A. Sarratt, redacteur van The Fish Boat schreef hierover: „De vloot van New England [zes staten aan de noordoostkust van de V.S.] is in het algemeen verouderd en heeft moeite met de concurrentie van moderne, efficiënt uitgeruste buitenlandse vaartuigen, die ook de traditionele visgronden bevissen.” Veel van de vis die in de V.S. wordt verkocht, is gevangen in Amerikaanse kustwateren, in het buitenland verwerkt en vervolgens op de Amerikaanse markt gebracht! Het resultaat: een hogere prijs dan wanneer gevangen door eigen vissers.
Er gaan thans al stemmen op de Amerikaanse visgronden te beschermen, door de grens van de visserijzone uit te breiden tot buiten de territoriale wateren, dat wil zeggen buiten dat gedeelte van zee of oceaan waarop een natie wettig aanspraak kan maken. Het gebruikte argument komt dan hierop neer: ’De vis is van ons. Wij, en niet de buitenlanders, dienen ze te vangen en aan eigen land te verkopen.’
De kwestie van de visserijgrenzen
Zouden de V.S. hun visserijzone uitbreiden tot voorbij de 12-mijlsgrens die geldt voor territoriale wateren, dan zouden ze niet het eerste land zijn. In september 1972 verlegde IJsland ter bescherming van zijn op de visvangst gebaseerde economie, zijn visserijgrenzen tot vijftig mijl uit de kust. Dit luidde de éénjarige „kabeljauwoorlog” met Engeland in, een land waarvan de schepen ook gewoon waren in de bewuste wateren te vissen.
Kortgeleden kwam een akkoord tot stand, waarbij Engeland de permissie ontving een bepaalde hoeveelheid vis uit het omstreden visgebied weg te vangen, een akkoord waarmee het stilzwijgend IJslands recht heeft erkend toezicht uit te oefenen op de visvangst in de verbrede kuststrook.
Ook andere landen, met name in Latijns-Amerika en op beperktere schaal in Afrika, maken aanspraak op een grotere visserijzone — niet van 50 maar van wel 200 mijl! Binnendringende schepen worden zwaar beboet. Maar zijn we er met bredere zones? Zal de vis daardoor goedkoper worden?
Blijven we nog even bij de V.S., dan luidt het antwoord volgens de critici: Neen. Een bredere visstrook, zo zeggen ze, is nog geen vervanging voor een slechte uitrusting. Wat er ook zal gebeuren, verlegging van visserijgrenzen of niet, het ziet er naar uit dat de Amerikaanse visconsument meer geld zal blijven betalen voor minder vis. In feite is het een dilemma waar elke visnatie mee te kampen heeft: een moderne uitrusting kost geld en put de visstand uit — een verouderde uitrusting levert kleinere vangsten. Het nettoresultaat van beide vismethoden is minder vis en, als logisch uitvloeisel daarvan, hogere prijzen.
Andere oorzaken van de visschaarste
Vervuiling is een andere factor die bijdraagt tot hogere visprijzen. Vervuiling leidt namelijk evenals overbevissing tot een decimering van het leven in de zee. De Franse diepzeeonderzoeker Jacques-Yves Cousteau schat dat de afgelopen twintig jaar door vervuiling het zeeleven met 40 percent is afgenomen. Welingelichte personen geloven niet dat hij overdrijft.
Een andere oorzaak van het schijnbare tekort aan vis ligt bij de consument. Terwijl in de Westerse wereld de „populaire vissoorten” verdwijnen, zijn er in het oosten miljoenen mensen die voor een westerling „onpopulaire” vis eten. Westerse vissers gooien deze vaak weer overboord, wegens de geringe vraag die ernaar bestaat. Een plotselinge verandering in ’s mensen eetgewoonten — niet erg waarschijnlijk trouwens — zou een gelijktijdige vermeerdering van „eetbare” vissoorten tot gevolg kunnen hebben.
De internationale problemen waarvoor de visserij zich thans geplaatst ziet, zullen besproken worden op de internationale zeerechtsconferentie die de V.N. voor dit jaar hebben gepland. Niettemin is het alle waarnemers nu al duidelijk dat de zee geen soelaas te bieden heeft als het gaat om de voeding van de groeiende miljardenbevolking van de aarde. Integendeel, hogere kosten, opgejaagd door economische en politieke rivaliteit, hebben vis soms tot een onbetaalbaar produkt gemaakt.