Uw verbazingwekkende circulatiesysteem
IK BEN uw bloed en ik reis door een 160.000 kilometer lang systeem van bloedvaten, dat zich uitstrekt van de kruin van uw hoofd tot de top van uw tenen. Ik maak deel uit van een zeer speciaal transportsysteem; ik bevat rode bloedlichaampjes, witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes, die zweven in een vloeistof welke men aanduidt met de naam plasma en waarvan de gemiddelde mens ongeveer 5,6 liter bezit.
Ontspan u een ogenblik terwijl wij u rondleiden. Mijn rode bloedlichaampjes zouden u als eerste graag iets willen vertellen over de rol die zij in uw verbazingwekkende circulatiesysteem vervullen.
Rode bloedlichaampjes
Weet u hoe wij, rode bloedlichaampjes eruitzien? Als ronde schijfjes met in het midden aan beide kanten een deuk. Onze kleur is lichtrose en we hebben deze te danken aan een ijzer-bevattende substantie die „hemoglobine” wordt genoemd. Met z’n miljoenen bij elkaar in een druppel bloed wekken we echter een rode indruk. Maar daar blijven we niet te lang bij stilstaan. Wij weten dat sommigen onder u zich onpasselijk gaan voelen wanneer we voor den dag komen, dus we zullen proberen uit het gezicht te blijven. Maar we zijn uw vrienden.
Men zou kunnen zeggen dat we worden gemaakt in een soort van „fabriek”, het rode beenmerg. In de botten van uw armen, benen, etc., is uw beenmerg druk doende met het vervaardigen van voortdurend nieuwe voorraden van rode bloedlichaampjes. Elke dag komen er ongeveer acht en een half biljoen (miljoen maal miljoen) van ons tot bestaan, terwijl er een overeenkomstig aantal wordt afgebroken. Wist u dat dat allemaal binnen in u plaatsvond?
We leven niet erg lang — maar vier maanden. Wat er dan gebeurt, wanneer we tegen het eind van ons leven zijn? Wel, we vinden ons einde in de lever of de milt. In die organen bevinden zich speciale cellen, zogenaamde fagocyten (wat betekent: „opetende cellen”), die ons al opwachten. Zij verslinden de oude rode bloedlichaampjes in het bloed dat langs ze stroomt. Binnen in de fagocyten worden die dan afgebroken, maar hun resten worden met respect behandeld. Ongeveer 85 percent van het ijzer in de hemoglobine wordt in uw lichaam vastgehouden ten behoeve van de aanmaak van nieuwe hemoglobine voor nieuwe rode bloedlichaampjes. Er hoeft dus slechts 15 percent ijzer vervangen te worden. En dat ijzer krijgt u binnen met het eten van lever, haver, eieren, spinazie — kortom allerlei voedingsmiddelen die ijzer bevatten.
Onze voornaamste functie is het vervoer van zuurstof, van uw longen naar alle cellen van uw lichaam. Het zal u waarschijnlijk wel bekend zijn dat wij in de longen onze kooldioxyde afstaan en een verse voorraad zuurstof opnemen.
Aangezien ons totale aantal tot op zekere hoogte afhangt van uw behoefte aan zuurstof, bezitten sommige mensen meer en anderen minder van ons. Zo heeft bijvoorbeeld een atleet meer rode bloedlichaampjes dan een kantoorarbeider, terwijl ook mensen die op grote hoogten leven, er gemiddeld meer hebben dan mensen die op zeeniveau wonen. Er wordt wel eens gezegd, en waarschijnlijk hebt u dat ook wel eens gehoord, dat „uw bloed dunner wordt wanneer het lang warm is”. Maar wat ons betreft, is de situatie net omgekeerd! Wij nemen juist in aantal toe als het warm is en slinken in aantal wanneer het koud is.
Wij bezitten een eigenaardigheid waar u beslist van af moet weten, omdat dat uw leven kan redden. We hebben namelijk een grote gevoeligheid voor „koolmonoxyde”, een giftig gas, dat we zelfs nog makkelijker opnemen dan zuurstof. Dit kan onprettige gevolgen hebben! U start bijvoorbeeld uw auto in de garage zonder de deuren te openen en wij, rode bloedlichaampjes, worden beladen met koolmonoxyde. Dat is voor u heel nadelig, want dan kunnen we geen zuurstof meer vervoeren. Bovendien laat de hemoglobine dat giftige gas niet gauw los, zodat het heel lang duurt voordat we u weer naar behoren van dienst kunnen zijn. Ondertussen blijven uw lichaamscellen verstoken van de voor hen noodzakelijke zuurstof. Dit is bijzonder gevaarlijk. De situatie komt op hetzelfde neer als was een groot deel van ons uit de circulatie genomen! Wordt dat deel te groot, dan betekent dat het einde — voor ons en voor u! Dus, alstublieft, wees voorzichtig.
Intussen staan ook onze metgezellen, de witte bloedlichaampjes, te springen om u iets te vertellen.
De witte bloedlichaampjes
Tja, laten we dan ten eerste vertellen dat wij niet echt wit, maar kleurloos zijn, zodat we onder de microscoop pas na het toevoegen van een speciale kleurstof zijn te zien. Hoewel we uit vijf verschillende soorten bestaan, is onze getalsterkte in verhouding tot de rode bloedlichaampjes betrekkelijk gering: een verhouding die ligt rond de één op de 700. We hebben dan ook een heel andere functie en zijn anders gebouwd.
Vergeleken met ons, witte bloedlichaampjes, vertonen onze metgezellen, de rode bloedlichaampjes, grote gelijkenis met vlotten op een rivier; ze kunnen niet zelf bepalen waar ze heen willen, maar worden meegevoerd met de stroom. Wij daarentegen kunnen ’gaan en staan’ waar we willen! We bezitten zelfs het verbazingwekkende vermogen om van vorm te veranderen! Hierdoor zijn sommige van ons in staat zich tussen de cellen van de haarvaten door te wringen en te midden van de lichaamscellen rond te zwerven.
Dit reisvermogen van ons is voor u trouwens erg belangrijk. We kunnen ons daardoor naar elke willekeurige plek in uw lichaam haasten om het te helpen bij de vernietiging van bepaalde ziektekiemen. Onderstel bijvoorbeeld dat u uzelf snijdt. Zodra er bacteriën de wond binnendringen, mobiliseren wij onze strijdkrachten en binden de strijd met deze indringers aan. U hoort daar niets van en slaapt misschien zelfs rustig door, maar wij zijn paraat om u te beschermen. Elk van ons kan grote bacteriehoeveelheden verslinden. Maar al winnen we de meeste gevechten, ook aan onze zijde worden er wel verliezen geleden. Wanneer namelijk de opgeslokte bacteriën worden afgebroken, komen er bacteriële vergiften en schadelijke afvalprodukten vrij die voor sommige witte bloedlichaampjes dodelijk zijn. Deze laatste worden dan echter vervangen door andere witte bloedlichaampjes die de strijd voortzetten.
Nu het woord aan onze kleinere metgezellen, de bloedplaatjes.
Bloedplaatjes
We zien er misschien niet zo indrukwekkend uit — klein en kleurloos als we zijn — nochtans zijn we erg belangrijk voor u. Wij hebben namelijk een belangrijke taak bij de stolling van uw bloed. Zonder ons, zou u dood kunnen bloeden. Wist u dat?
Hoe bloed stolt, is iets wat menselijke geleerden nog niet precies weten. Dat is ons geheim. Maar we willen u wel dit vertellen: wanneer er bloed uit een verwonding vloeit, zetten wij, als bloedplaatjes, ons vast op de ruwe randen van de wond en lossen onszelf op, waarbij we een stof afscheiden die mede bewerkt dat er zich een netwerk vormt waarachter de rode en witte bloedlichaampjes blijven hangen. En wanneer dit net zich samentrekt, vormt zich een stevige korst op de wond. Dit is een goed werkend systeem.
Overigens hebben wij allen in de bloedbaan groot respect voor het hart en we zouden nu graag hem aan het woord laten.
Het hart
Fysisch gesproken ben ik uw meesterpomp. Ik lig in de borstkas, een weinig naar links, tussen uw twee longen. Mijn twee boezems ontvangen bloed van de aders, terwijl mijn twee kamers bloed door de slagaders stuwen. Ik ben ongeveer zo groot als uw vuist en bezit sterke spierwanden, waarmee ik continu bloed naar al uw lichaamscellen pomp — heen en terug, bij een gezond persoon met zestig tot tachtig slagen per minuut. Probeer uw hand eens zo snel te openen en te sluiten en kijk eens hoe lang u dit vol kunt houden. En bedenk dan dat ik uw hele leven werk, zonder verlofdagen, vakantie of nachtrust.
De mens heeft mij reeds lang en diepgaand bestudeerd, maar weet nog veel niet. Wat men weet is niettemin reeds heel interessant, getuige onderstaand commentaar:
„De arbeid die het hart gedurende één dag verricht, staat gelijk aan de energie die een man besteedt wanneer hij naar de top van een 1100 meter hoge berg klimt. Aangenomen dat de man ongeveer 75 kilo weegt, zou dit neerkomen op een hoeveelheid energie voldoende om ruim tachtig ton één meter omhoog te heffen. De linkerkant moet meer werk doen dan de rechter, aangezien de eerste het bloed door het hele lichaam moet stuwen, terwijl de laatste het slechts naar de dichtbij gelegen longen hoeft te pompen. Derhalve zijn de spierwanden van de rechterkamer veel dunner dan die van de linkerkamer.” — Elements of Biology.
Bij elke slag pomp ik het bloed stootsgewijs de slagaders in — een stoot die u kunt waarnemen door uw vinger op een slagader van de pols of uw nek te leggen. Hierdoor ontstaat in het aderstelsel een ritmisch golfpatroon dat de polsslag wordt genoemd.
Natuurlijk is er nog veel meer te vertellen, maar dit is voorlopig wel genoeg. Ook de bloedvaten willen nog graag iets over hun functie vertellen.
Bloedvaten
Wij bloedvaten bestaan uit drie soorten: slagaders, aders en haarvaten, enigszins vergelijkbaar met drie soorten van pijpen van verschillende diameter. Ja, van pijpen of leidingen gesproken, uw verbazingwekkende circulatiesysteem zou heel goed vergeleken kunnen worden met het waterleidingsysteem van een grote stad. Ook dat bestaat uit leidingen van verschillende grootte. Het water namelijk dat uit de grond of een reservoir door pompen naar de stad wordt gestuwd, gaat in eerste instantie door een dikke leiding, welke zich later in kleinere leidingen vertakt. Door elk van die kleinere leidingen stroomt bijvoorbeeld water voor één straat. Nog dunnere leidingen voeren dan het water van deze straatleidingen naar de huizen. Keren we terug naar uw circulatiesysteem, dan komt uw hart natuurlijk overeen met de pomp en zijn de bloedvaten de leidingen.
Wij, slagaders, voeren het bloed WEG van het hart. De aorta komt daarbij overeen met de hoofdbuis van het waterleidingnet. Hij is namelijk uw grootste slagader. Direct bij het hart begint de aorta zich al te splitsen in kleinere slagaders die naar alle organen van uw lichaam voeren. Onze wanden zijn veel dikker dan die van de gewone aders, terwijl ons binnenoppervlak normaliter, als wij in goede gezondheid verkeren, heel glad is, om het snelstromende bloed zo weinig mogelijk weerstand te bieden. Wij bezitten in onze wanden geen kleine klepjes zoals de aders. Maar daar moeten de aders u zelf maar iets over vertellen.
Ja, wij aders bezitten kleppen, maar voordat we daarover gaan spreken, zult u in de eerste plaats natuurlijk graag willen weten waaróm wij met kleppen zijn toegerust. De reden hiervoor is deze, dat het bloed terug moet stromen naar het hart en wij in onze vaatwanden te weinig spierweefsel hebben om dat tot stand te brengen. Hoe uw bloed dan toch naar uw hart wordt teruggestuwd?
Wel, het is niet alleen de bloeddruk die hiervoor zorgt, aangezien die al vrijwel verdwenen is tegen de tijd dat uw bloed ons, de aders, heeft bereikt — exact aangegeven, is de in ons heersende druk nog maar een dertigste van die in de slagaderen, hetgeen, terloops opgemerkt, tevens verklaart waarom een snee in een slagader veel erger bloedt dan in een ader. Neen, wanneer uw bloed zich in ons, dat wil zeggen uw aders, bevindt, heeft het een „duwtje” nodig om te blijven stromen. En het zijn de gewone spieren van uw lichaam, van uw armen en benen, die dat „duwtje” verschaffen en door hun activiteit het bloed dat zich in ons bevindt terugstuwen naar uw hart.
’Maar als die spieren zich ontspannen, valt het bloed dan niet terug?’, vroeg u dat? Wel, daarvoor dienen nu onze kleppen. Onze kleppen zijn namelijk uniek gebouwd, weet u, en wel in die zin dat ze, bestaande uit een kleine weefselplooi, samengevouwen tegen de aderwand, het bloed ongehinderd in de richting van het hart laten stromen, maar gaan uitstaan en komvormige zakjes gaan vormen die zich met bloed vullen, wanneer er een tegengestelde druk wordt uitgeoefend. Wij houden onze kleppen graag in goede conditie, maar soms verzwakken ze dermate dat ze het bloed niet langer kunnen tegenhouden, in welk geval wij de naam „spataderen” krijgen.
Waarschijnlijk is het u wel eens opgevallen dat u zich onprettig gaat voelen wanneer u lange tijd achtereen op eenzelfde plaats hebt gezeten. Dat ligt aan ons. Het zich in ons bevindende bloed, ondervindt dan namelijk vertraging. Maar gaat u even rondwandelen, dan voelt u zich weer een stuk beter, doordat de bewegingen van uw lichaam en beenspieren het bloed dat wij bevatten, weer sneller doen stromen. Houd dat in gedachten en help ons.
Neemt u ons niet kwalijk dat wij, slagaders, even in de reden komen vallen, maar wij zouden als inleiding tot de volgende sprekers, nog gaarne het volgende willen opmerken: en wel, dat wij ons tot alle lichaamsdelen uitstrekken — dat wist u al, maar bovendien dat wij ons daar voor het overgrote deel splitsen in dunne haarvaten, die in nauw contact komen met alle lichaamscellen en deze van zuurstof en opgeloste voedingsstoffen voorzien. En dan nu het woord aan de haarvaten.
Ja, wij zijn, zoals reeds gezegd, tamelijk dun. Hoe dun? Zo dun dat de rode bloedlichaampjes (waarvan er zich miljoenen in één enkele druppel bloed bevinden) ons slechts per stuk, achter elkaar, kunnen passeren. Maar wat we aan omvang missen, maken we goed door onze lengte — achter elkaar gelegd, zouden de haarvaten van één mens zich over een afstand van meer dan 95.000 kilometer uitstrekken! Vanwege onze massale hoeveelheid kunnen we gemakkelijk alle weefsels van voeding en zuurstof voorzien en de afvalprodukten snel afvoeren.
U hebt dus nu in grote trekken een beeld gekregen van de bloedsomloop en zijn werking: vanaf het hart, gaat het bloed door de slagaders, die zich meestal splitsen in kleine haarvaten (wij dus), om vervolgens via de aderen weer terug te stromen naar het hart. Duizenden jaren lang hebben we dit circulatiesysteem nu al voor de mens in stand gehouden, ofschoon bovenstaande basisfeiten in verband met de bloedsomloop nauwelijks 350 jaar geleden door menselijke geleerden zijn ontdekt.
Wij hopen allemaal dat deze korte rondleiding door uw eigen circulatiesysteem, u een beter begrip van onze afzonderlijke functies heeft gegeven, en u weer even stil heeft doen staan bij het wonder van het menselijk lichaam, dat, zoals de bijbel zegt, ’wonderbaar is gemaakt’. — Ps. 139:14.
[Diagram op blz. 9]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
A. Rode bloedlichaampjes
B. Witte bloedlichaampjes
C. Bloedplaatjes