Bestaat er een betrouwbare gids?
WIL een gids betrouwbaar en werkelijk nuttig voor de mens zijn, dan moet hij aan bepaalde vereisten voldoen: hij moet eenvoudig, ronduit en begrijpelijk zijn. Hij moet het denkniveau van de mens opheffen en hem aanmoedigen en hoop geven. Hij moet praktisch, voor alle leeftijden en gemeenschappen toepasselijk en voor alle mensen beschikbaar zijn.
De bijbel maakt er aanspraak op zo’n gids te zijn. Het is een boek dat zichzelf aanprijst als een boodschap van de Schepper, terwijl het beweert een lamp te zijn die iemands pad kan verlichten. — Ps. 119:105.
Sommigen hebben de bijbel bekritiseerd wegens zijn ouderdom en zeggen dat de mens in deze moderne tijd de bijbel ver vooruit is gekomen. Is deze kritiek steekhoudend? Wel, het is natuurlijk waar dat de menselijke maatschappij vanaf haar begin veranderingen heeft ondergaan en dat wij ons thans in de eeuw van de techniek bevinden, maar zijn wij als mens niet nog steeds hetzelfde gebleven? Zijn de liefde, de hoop en de elementaire levensbehoeften van de mens vanaf het begin niet altijd hetzelfde gebleven?
Waar treffen wij in deze tijd bovendien de meeste problemen aan? In de gezinskring en in de onderlinge betrekkingen. De technologie heeft die problemen alleen maar vergroot en ze sneller aan de oppervlakte gebracht. Zekerheid, geluk, een doel in het leven, zijn nog even belangrijk als vroeger, terwijl de behoeften van de mens niet anders zijn dan wat ze duizend jaar geleden waren.
Maar zou dan ook — gezien deze onveranderlijkheid van de fundamentele menselijke behoeften — een gids met een oude geschiedenis niet waardevoller zijn dan één die de proef van de tijd niet heeft doorstaan? Zou een gids die op de ervaringen van vele generaties in plaats van slechts één kan bogen, niet juist een veel vollediger beeld van de erin beschouwde aangelegenheden kunnen geven? Zou daarom de ouderdom van de bijbel, in plaats van een zwakheid, niet juist een ondersteuning kunnen zijn van de bewering dat hij een betrouwbare gids is?
Het is waar dat er andere heel oude geschriften bestaan, maar geen ervan kan op zo’n oude oorsprong als de bijbel wijzen. Alhoewel het schrijven van de bijbel ongeveer 3500 jaar geleden is begonnen, ligt het begin ervan als Gods gesproken woord veel vroeger, want het bericht toont aan dat God tot de eerste mens Adam heeft gesproken. Hierna had hij geregeld contact met de mensen tot aan de vloed van Noach, zodat de mensen die zijn woord als gids gebruikten, in staat waren ’met God te wandelen’ en door Hem rechtvaardig bevonden te worden. — Gen. 1:28; 6:9; 7:1.
Is de bijbel slechts een voortbrengsel van mensen?
’Doch de bijbel is ook maar door mensen geschreven’, zullen sommigen zeggen. Doet dat echter iets af aan zijn gezag of toepasselijkheid? God zou de mensen een volledig boek hebben kunnen geven, evenals hij de Tien Geboden voor Mozes op stenen tafelen schreef, maar zou dat het boek voor de mensen van tegenwoordig aanvaardbaarder hebben gemaakt dan een boek dat door mensen is geschreven die ervan hebben getuigd dat zij door God werden geïnspireerd? Hoe zou iemand tegenwoordig kunnen bewijzen dat een thans bestaand boek duizenden jaren geleden direct van ’s mensen Maker vandaan gekomen is? Zou zo’n niet te bewijzen bewering niet juist een belemmering vormen om het boek als een betrouwbare gids te aanvaarden? Anderzijds kan niemand ontkennen dat de bijbel er aanspraak op maakt een door mensen geschreven boek te zijn. En iemand die de bijbel leest, kan voor zichzelf bepalen of datgene wat erin staat met die bewering overeenstemt: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust tot ieder goed werk.” — 2 Tim. 3:16, 17.
En wanneer bovendien betrouwbare en godvrezende mensen uit het diepst van hun hart hebben opgeschreven wat God hun openbaarde, bevat het aldus voortgebrachte bericht een warmte welke het niet zou hebben bezeten indien het slechts een objectief bericht was geweest waaraan het menselijke element zou hebben ontbroken. Ja, de getuigenissen opgeschreven door mensen die dezelfde ervaringen, gevoelens, problemen en beproevingen hadden als die welke wijzelf ervaren, raken ons hart.
Het opmerkelijkste bewijs dat de bijbel is geschreven door mensen die door God zijn geïnspireerd, wordt wel verschaft door de vele profetieën die erin staan. De blijvende verwoesting van zulke machtige steden als het oude Ninevé en Babylon staan erin voorzegd (Jes. 13:19, 20; Zef. 2:13, 14). Zelfs de naam van de veroveraar van Babylon, Cyrus, werd jaren voor zijn geboorte reeds genoemd (Jes. 45:1, 2). En zelfs de toestanden die onze eeuw kenmerken en hebben gekenmerkt, worden er levendig in geschilderd. Wij lezen bijvoorbeeld in 2 Timótheüs 3:1-5: „Maar weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, geen natuurlijke genegenheid hebbend, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten.” De bijbel laat het hier echter niet bij. Hij wijst over deze „laatste dagen” heen naar een tijd waarin de aarde een veilig tehuis voor de mens zal zijn en toont aan wat wij moeten doen om tot degenen te behoren die dan zullen leven (Openb. 21:3, 4). Kent u enig ander boek dat zulke nauwkeurige en bemoedigende inlichtingen bevat?
Duurzame waarde
De waarde van de bijbel blijkt ook uit het feit dat hij ondanks de meest heftige tegenstand en allerlei ernstige vernietigingspogingen is blijven bestaan, zoals een schrijver opmerkte:
„Geen enkel menselijk bezit is zozeer gekoesterd en vervloekt als de bijbel. Hij is belachelijk gemaakt, verbannen en verbrand maar hij is ook gewaardeerd en beschermd. En hij is blijven bestaan.
Velen zijn bij het verdedigen ervan gestorven. Anderen hielden hem verborgen om te voorkomen dat de politie hem in beslag zou nemen. Er zijn mannen ter dood gebracht omdat zij hem in de omgangstaal hebben vertaald. . . .
Ongeveer twee eeuwen geleden verklaarde Voltaire dat ’er twaalf mannen voor nodig waren om het christendom te stichten. Ik zal de wereld tonen dat slechts één man het in stukken kan breken. Binnen honderd jaar zal de bijbel een verouderd boek zijn, dat naar de stoffige boekenplanken van de antiquair verbannen kan worden’.” — G. W. Cornell, in de Montreal Star, 22 december 1973.
De beweringen van Voltaire en anderen zoals hij, zijn ongegrond gebleken. De geschiedenis heeft duidelijk de bijbelse waarheid aangetoond dat „alle vlees is als gras, en al zijn heerlijkheid is als een bloesem van het gras; het gras verdort, en de bloem valt af, maar wat Jehovah [God] zegt, blijft in eeuwigheid” (1 Petr. 1:24, 25). Ja, wat God „zegt” is in de bijbel opgetekend en is blijven bestaan, terwijl velen die het hebben aangevallen, reeds lang geleden tot het levenloze stof zijn teruggekeerd.
Zou u bijgevolg niet vinden dat de bijbel een nauwkeurig onderzoek van uw kant verdient? Dit zou u, naar wij geloven, ervan overtuigen dat „de gehele Schrift door God geïnspireerd en nuttig” is. — 2 Tim. 3:16.