„Het pad van de rechtvaardigen”
■ Het „pad van de rechtvaardigen” tegenover de „weg van de goddelozen” stellend, zegt Spreuken 4:18, 19: „Het pad van de rechtvaardigen is als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is. De weg van de goddelozen is als het donker; zij hebben niet geweten waarover zij blijven struikelen.”
Het licht van de zon wordt vanaf de dageraad totdat de „dag stevig bevestigd is” steeds helderder. Met rechtvaardige mensen is dat precies zo. De weg die zij volgen is die van het licht, aangezien hij door goddelijke wijsheid wordt verlicht. Omdat zij er moeite voor doen zichzelf steeds meer in overeenstemming te brengen met die wijsheid, wordt hun pad steeds helderder. Wat een verschil met goddeloze mensen! Aangezien zij goddelijke wijsheid geringschatten, hebben zij geen licht. Alsof zij blijven struikelen in het donker, zo blijven zij moeilijkheden voor zichzelf veroorzaken.