Gezinnen in een crisis, samenlevingen in verval
MEER dan de helft van alle misdrijven in de Verenigde Staten wordt door kinderen tussen de 10 en 17 jaar begaan. Moord, verkrachting, gewapende overvallen, beroving, inbraak, autodiefstal — noem maar op; kinderen doen het. De jeugdmisdaad stijgt tweemaal zo snel als de misdaad onder volwassenen. In Nederland is dezelfde tendens waarneembaar. Volgens het Statistisch zakboek van het CBS is het aantal van misdrijf verdachte personen onder de achttien jaar, van 1965 tot 1975 met ruim 40 percent gestegen, vergeleken met een bevolkingstoename van 10 percent.
Jeugdrechtbanken en strafwetten met betrekking tot jeugdmisdaad maken jongeren tot een bevoorrechte klasse. Ze worden door de rechtbanken bijna net zo snel weer vrijgesproken als ze zijn voorgeleid, en azen dan opnieuw op slachtoffers onder kinderen, ouden van dagen, invaliden en blinden of, — in bendes en gewapend met messen en pistolen — op wie maar ook. Dagelijks wordt ons ingehamerd dat straf de misdaad niet tegenhoudt. Maar niet straffen ontneemt jeugdige misdadigers elke rem. Een 12-jarige jongen die zich specialiseerde in het beroven van bejaarde vrouwen, zei later: „Ik was jong, en ik wist dat ik geen lange straf zou krijgen, dus waar zou ik me zorgen om maken?” Een andere jongen, van 15 jaar, vertelde waarom hij een man neerschoot: „’t Was niks. Ik dacht er niet bij na. . . . Ik was jong. Ik kon er toen hoogstens 18 maanden voor krijgen.”
Ongetwijfeld liggen aan deze huidige epidemie van jeugdmisdaad verscheidene factoren ten grondslag. Het tijdschrift Time van 11 juli 1977 bevatte een omslagartikel over „De plaag van jeugdmisdaad”, waarin stond: „De belangrijkste factor is de ineenstorting van het gezin.” In dit artikel werden de woorden geciteerd van een rechter die duizend jeugdmisdrijven per jaar krijgt te behandelen en die zou hebben gezegd: „Wij zoeken naar snelle oplossingen, maar stabiliteit in het gezin is de oplossing op lange termijn.”
Velen beweren dat datgene wat op de televisie wordt geboden, een grote rol in het begaan van geweldmisdrijven speelt. De televisie doordrenkt de geest van jeugdige kijkers met seks, geweld en moord, en daar gaat beslist geen goede invloed van uit. In het tijdschrift TV Guide van 28 januari 1978 stond echter een interessant artikel, waarin onder andere het volgende werd gezegd: „De Japanse televisie lijkt heel veel op de onze, met geweld en wat dies meer zij.” „De Japanners zijn net zo verslaafd aan de beeldbuis als wij.” „De Japanse televisie zendt elke week genoeg geweld de ether in om de hele jonge generatie van dat land in moordenaars, verslaafden en sadisten te veranderen — als. Merkwaardig genoeg is dit echter niet gebeurd.”
En hoe komt dit? Als antwoord vermeldt het artikel de volgende uitspraak van Dr. Iwao: „De massamedia hebben in Japan niet dezelfde invloed als elders. Het gezinsleven is daarvoor nog te hecht en nog te veel van invloed op het leven en het gedrag van jonge mensen. Als in Japan een lid van het gezin, al is het ook nog maar een kind, een misdrijf begaat, brengt die daad schande over alle leden van het gezin. Dit vormt een krachtige rem op slecht gedrag.” Het gezin is te hecht. Het verschaft immuniteit tegen het virus van televisiegeweld. Het gezin mag niet te schande gemaakt worden. Dit doet ons denken aan de bijbelspreuk: „Een aan zichzelf overgelaten jongen zal zijn moeder beschaamd maken.” — Spr. 29:15.
Het gezin in de geschiedenis
In Deel II van The Story of Civilization door Will Durant, wordt aangetoond hoe, in het oude Griekenland, het gezin werd verwoest door moreel verval. Prostitutie, homoseksualiteit, dansen van naakte vrouwen — alles was aanvaardbaar. Het leven in Athene werd in toneelstukken afgebeeld als een kringloop van banaliteiten, verleiding en overspel — hetgeen doet denken aan bepaalde tv-series in deze tijd. Naarmate de vrouwen geëmancipeerd raakten, kwamen zij in opstand tegen een leven voornamelijk gericht op het moederschap. De gezinsgrootte werd beperkt door abortus, hetgeen alleen strafbaar was als dit zonder toestemming van echtgenoot of op aansporing van de verleider van de vrouw werd gedaan. Na deze toestanden te hebben verhaald, vervolgt Durant: „Wij hebben getracht aan te tonen dat de wezenlijke oorzaak van de Romeinse verovering van Griekenland was gelegen in de inwendige ineenstorting van de Griekse beschaving.” — Blz. 567, 568, 659.
In Deel III van Durants geschiedenis vertelt hij over de hechtheid van het gezinsleven in de tijd van Rome, hoe dit het Romeinse karakter hardde, het rijk sterk maakte en in staat stelde de wereld te veroveren. Maar met het verstrijken der eeuwen verzwakte het gezinsleven en taande de kracht van het Rijk. Op bladzijde 364 staat over de afbrokkeling van het gezinsleven: „Anticonceptiemiddelen werden zowel in mechanische als chemische vorm toegepast. Als deze methoden niet hielpen, waren er tal van manieren om een abortus teweeg te brengen. Filosofen en de wet veroordeelden dit, maar de beste families deden het. ’Arme vrouwen’, aldus Juvenalis, ’moeten de gevaren van een bevalling doorstaan, . . . maar hoe dikwijls ligt er op een verguld bed een zwangere vrouw? Zo groot is de bekwaamheid, zo krachtig zijn de middelen van de aborteur!’ Niettemin raadt hij echtgenoten aan: ’Wees blij; geef haar het drankje . . . want als ze het kind ter wereld brengt, zou het wel eens kunnen blijken dat u de vader van een Ethiopiër bent.’”
Daarentegen was in de slechter wordende Romeinse wereld „het gezinsleven van de joden voorbeeldig, en de kleine christelijke gemeenschappen waren door hun vrome en fatsoenlijke levenswijze een kwelling voor de genotzieke heidense wereld” (blz. 366). De joodse gemeenschappen volgden bijbelse beginselen met betrekking tot het gezinsleven en ook de christelijke gezinnen deden dit. Thans springt dat ’voorbeeldige gezinsleven’ niet meer zo in het oog. De New York Times meldde in een verslag over ’Crisis in het orthodox-joodse gezin’:
„Orthodox-joodse gezinnen in Amerika ervaren, ook al houden zij zich aan traditie, een toename in buitenechtelijke seks, alcoholisme, drugmisbruik, kleinere gezinnen, opstandigheid van de jeugd, en, vooral, echtscheiding. Volgens rabbijn Wurzburger is bij een recent onderzoek van de religieuze rechtbank voor echtscheidingen (Beth Din) gebleken dat vier op de tien joodse huwelijken op uiteenvallen staan. Hoewel dat cijfer wat lager was onder orthodoxe gezinnen, noemde rabbijn Wurzburger deze tendens ’de geduchtste bedreiging voor het voortbestaan van de joden waar wij thans tegenover staan’. . . . afwijkende gedachten en gedragingen werden per traditie opgevangen binnen een hecht gezins- en gemeenschapsleven — waarin algemene overeenstemming bestond over wat goed en kwaad was. Nu schijnt dat éénzijdige gezag sneller dan ooit af te brokkelen, en de leiders zijn er niet zeker van welke vervanging er zal komen.”
Er zal geen vervanging komen. Er was niets om Griekenland te vervangen. Ook Rome viel door niets te vervangen. Deze huidige wereld ondergaat thans een soortgelijke morele ineenstorting en afbrokkeling van de stabiliteit van het gezin. De geschiedenis spreekt een krachtige taal: als de gezinsregeling afbrokkelt, raken samenlevingen en naties in verval. The World Book Encyclopedia (1978) vat de kwestie onder het kopje „Gezin” (Deel 7, blz. 24) als volgt samen:
„Het gezin is de oudste menselijke instelling, en in vele opzichten ook de belangrijkste. Het is de meest fundamentele eenheid van de maatschappij. Hele beschavingen zijn, al naar gelang het gezinsleven hecht of zwak was, blijven bestaan of verdwenen. Sedert de oudste tijden hebben er gezinnen bestaan, en ze zullen ongetwijfeld blijven bestaan zolang er mensen op aarde leven.”
Ja, de ineenstorting van het gezinsleven in onze huidige samenleving is in wezen de grondoorzaak van de heersende epidemie van jeugdmisdaad.