Papaja — de meloen die aan een boom groeit
Door Ontwaakt!-correspondent in Brazilië
IN BRAZILIË worden ze mamão genoemd, in delen van de Caribische Zee fruta bomba; Mexicanen hebben het over melon zapote en Australiërs en eilandbewoners in de Grote Oceaan spreken van papaw. Anderen geven de voorkeur aan de Latijnse naam: Carica papaya. Maar hoe de plaatselijke naam ook luidt, u treft alle soorten (ongeveer 20) aan in tropische en enkele vorstvrije subtropische gebieden van de wereld, waaronder Hawaii, Taiwan, Queensland en zuidelijk Florida.
Het zijn sappige, meloenvormige vruchten met diverse gezonde kenmerken. Ze zijn peervormig rond, soms wel 11 kilo zwaar, en 8 tot 50 centimeter lang. Ze groeien in trossen van 30 of meer exemplaren, rechtstreeks aan de stam van de papaja-plant.
Deze plant heeft het uiterlijk van een kleine palmboom zonder zijtakken, met een kroon van bladeren. De gemiddelde hoogte ligt tussen de drie à vier meter. Hoewel ze het uiterlijk hebben van een boom, zijn het in werkelijkheid boomachtige struiken met een niet-verhoute, weke stam. Sommigen noemen ze dan ook „reuzenplanten”. De diep ingesneden bladeren van de papaja worden soms wel 60 centimeter lang en zitten vast aan holle stelen.
Papaja’s zijn binnen een jaar volledig volgroeid. Het begint allemaal met de zwarte, gerimpelde, op pinda’s gelijkende zaadjes in de holle binnenkant van de vrucht. Op elk moment van het jaar kunnen de planten vrucht dragen. Meestal is de papaja-’boom’ vrouwelijk. Dan hangt er een overvloedige tros ronde vruchten aan de stam. Er zijn echter ook mannelijke planten met tweeslachtige bloemen, die cilindervormige vruchten aan lange stelen voortbrengen. De levensduur van de papaja ligt in de orde van vijf jaar of langer.
De huid van de vrucht is glad. In ongeveer negen maanden worden ze rijp en veranderen dan van groen tot geel. Het vruchtvlees is gewoonlijk geel of oranjegeel van kleur, soms ook zalmkleurig, en ongeveer 3 centimeter dik. Het is weinig vezelig en de karakteristieke smaak, die geheel verschilt van die van andere vruchten, is licht zoet, met een aangenaam muskusachtig aroma.
Velen vinden het heerlijk om een papaja zo van de boom te eten, wanneer hij rijp is natuurlijk, met of zonder suiker of citroen. Veel Brazilianen prefereren hem in fruitcocktails, samen met banaan, mango en ananas. Of ze maken er een heerlijke drank van, door het rijpe vruchtvlees samen met ananas of andere vruchten in een mixer te mengen. Anderen prefereren papaja-saus, dat men verkrijgt door onrijpe vruchten te koken en daar suiker aan toe te voegen, plus misschien nog geraspte kokosnoot.
Ook in siroop gekookt, is het groene vruchtvlees erg smakelijk. Weer anderen eten de onrijpe papaja gekookt als groente en dan vooral als bestanddeel van stoofschotels. Ook in gebak, sorbets en suikerwaren worden ze verwerkt. Van de groene vruchten — in dobbelsteentjes gesneden of geraspt — wordt tevens compote gemaakt. Snijdt het fruit in blokjes en laat ze met een weinig ongebluste kalk in water staan (gewikkeld in een doek) tot de volgende dag. Spoel daarna de blokjes af en kook ze met suiker, of met gebrande suiker, indien u een caramelsmaak wenst. De ongebluste kalk verhardt de buitenkant, net als bij het konfijten van fruit. Helaas zijn papaja’s erg aan bederf onderhevig en daarom moeilijk te exporteren — alleen ingeblikt, of als vruchtesap.
Medische eigenschappen
De papaja-plant wordt soms de „medicijnboom” genoemd. En dat stellig niet zonder reden, aangezien elk deel ervan wel bepaalde medische eigenschappen bezit. De holle, vleesachtige stam is rijk aan vitamines A, B en C en tevens aan kalk, fosfor en ijzer. In de stam van de vrouwelijke boom wordt 1 1/2 percent eiwit en 7 tot 10 percent suiker aangetroffen. Het melkachtige sap in de stengels, bladeren en onrijpe vruchten is een uitstekend wormenmiddel, evenals de kleine, zwarte zaden, die allerlei soorten ongewenste parasieten in de ingewanden verteren en aldus verdrijven. Papaja bevordert tevens de vertering van het eiwit in vlees, eieren, melk, bonen en meer van dergelijke voedingsmiddelen, en bevordert aldus een goede functionering van de alvleesklier. Bovendien verlicht papaja indigestie, beschermt ze tegen infectie, helpt ze diabetici en hepatitis-patiënten en wordt ze gebruikt om wijn en bier te klaren.
Waarin, zo zult u nu echter vragen, schuilt de kracht van papaja als geneesmiddel? Dat kunnen niet alleen de vitaminen en mineralen zijn. Dat is waar. Heeft u ooit gehoord van het enzym papaïne? Dat maakt de papaja zo uniek wat het verteren van eiwitten betreft. Dit enzym, dat enkel in de papaja wordt aangetroffen, en waar de farmaceutische industrie reeds lang van profiteert, vertoont gelijkenis met het dierlijke enzym pepsine. De grootste hoeveelheid papaïne bevindt zich direct onder de schil van de nog onrijpe vrucht. Terwijl de papaja nog aan de boom hangt, maakt men daarom lange sneden in de schil. Het witte sap stroomt eruit, net als de latex uit rubberbomen, en wordt in bakken opgevangen. Om de drie tot vijf dagen worden de vruchten opnieuw aangesneden. Naarmate de papaja’s rijpen, neemt de sapstroom langzaam af, tot ze bij volle rijpheid stopt. Het gedroogde sap is dan gereed voor de export.
Wanneer u in de tropen woont of daar op bezoek bent, zult u de papaja nog meer waarderen, want maar al te snel krijgt men in die streken last van parasieten zoals haakwormen, die zich in uw dunne en dikke darm vastzetten. Papaja tast echter de hoornachtige opperhuid van de meeste gewone parasieten aan en lost deze uiteindelijk op. Papaïne is verder onschadelijk en goedkoper dan alle andere wormenmiddelen. Misschien houdt u niet van de vruchten wanneer ze nog groen en tamelijk bitter zijn. Dan is het kauwen en doorslikken van een stukje papaja-blad of een eetlepel zaden na elke maaltijd aan te bevelen. Dit lijkt misschien niet zo prettig, maar kan een wezenlijke bescherming bieden tegen parasieten. De zaden hebben een doordringende smaak, niet geheel vreemd aan waterkers of radijs.
Hebt u een zwaar, eiwitrijk maal genuttigd, eet dan altijd een stukje rijpe papaja na. Het zal u voor een aanval van indigestie behoeden. Bent u kok? Laat dan uw rauwe vlees één nacht in grote papaja-bladeren gewikkeld. U zult verbaasd staan over de uitwerking. Uw vlees wordt boterzacht. Jagers en huisvrouwen in het Braziliaanse binnenland doen dit al heel, heel lang. Wanneer ze een oud dier hebben gedood, wikkelen ze het taaie vlees ervan in papaja-bladeren en tegen de volgende dag is het even mals als van een jong dier. Een oude kip kan op dezelfde manier mals worden gemaakt; inwrijven met papajasap is eveneens mogelijk. De meeste commerciële vleesvermalsers bevatten trouwens papaja.
Maar de plant heeft nog andere nuttige eigenschappen. Heeft iemand in uw gezin telkens last van verkoudheid en een pijnlijke keel? Kook dan wat papaja-bloemen in water, voeg er gebrande of bruine suiker aan toe, en verzamel de ontstane siroop in een potje. Het is een voortreffelijke hoestdrank. In Brazilië leggen veel mensen een stukje papaja-blad op verwondingen om de genezing te bevorderen. Ze binden het blad gewoon rechtstreeks op de wond of open zweer. Fijngeprakt papajavlees wordt ook uitwendig gebruikt bij de behandeling van huidaandoeningen.
Ja, deze „meloen aan een boom”, die niet alleen smakelijk is om te eten, maar ook in allerlei opzichten erg gezond, is beslist een rijk geschenk aan de mens in de tropen.