Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g79 8/11 blz. 16-19
  • Het vertalen van de bijbel in India

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Het vertalen van de bijbel in India
  • Ontwaakt! 1979
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het Tamil en de ’Gouden vertaling’
  • De volharding van William Carey
  • Sommigen hebben hun leven gegeven
  • Malayalam, Tulu, Garo
  • Loyaal Gods geïnspireerde Woord hoog houden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Een boek dat levende talen „spreekt”
    Een boek voor alle mensen
  • Vreugde over de oogst in India
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
Ontwaakt! 1979
g79 8/11 blz. 16-19

Het vertalen van de bijbel in India

Door Ontwaakt!-correspondent in India

INDIA is een land van vele talen. Volkstellingen geven een totaal van 1652 moedertalen te zien, gesproken door een bevolking van meer dan 600 miljoen. Het heeft heel wat volharding en geduld gevergd om de bijbel in een paar van de belangrijkere talen van India om te zetten. En er is trouwens geen ander boek ter wereld dat in zoveel talen is vertaald en dat zo’n grote invloed op het leven van zo veel mensen heeft gehad.

Hoewel de christenheid zich al in de vierde eeuw G.T. in India had gevestigd, is de bijbel tot aan de 18de eeuw in geen enkele Indiase taal verschenen. Het is waar dat het evangelie van Matthéüs in 1665 door een Nederlandse missionaris op het eiland Ceylon (Sri Lanka) in het Tamil is vertaald. In plaats van gedrukt te worden, werd deze Tamil vertaling echter verspreid in exemplaren die met de hand op bladeren van de palmyrapalm geschreven waren. Tijdens de volgende 310 jaren is de hele bijbel of gedeelten ervan geleidelijk in ongeveer 130 Indiase talen verschenen.

Het Tamil en de ’Gouden vertaling’

Het jaar 1706 was voor het vertalen van de bijbel in India een belangrijk jaar. Er kwamen toen twee Duitsers die de bijbel in het Tamil wilden vertalen, op de Deense handelspost in Tranquebar in het hedendaagse Tamil Nadu aan. De Deense handelaars, met inbegrip van hun geestelijke, gaven hun een vijandige ontvangst.

Maar na verloop van tijd begon een van deze Duitsers, Ziegenbalg genaamd, Tamil te leren door bij kinderen te gaan zitten en met hen de lettertekens van het Tamil alfabet in het stof te schrijven. Tegen het jaar 1714 had deze man de christelijke Griekse Geschriften (gewoonlijk het „Nieuwe Testament” genoemd) in het Tamil voltooid. Ten tijde van zijn dood in 1719 had Ziegenbalg de Hebreeuwse Geschriften („Oude Testament”) tot en met het boek Ruth klaar. De hele bijbel in het Tamil verscheen in 1728.

Later kwam er een herziening van de Tamil bijbel, vervaardigd door een andere Duitser, Philip Fabricius. Zoals men over hem heeft gezegd, hij „kroop op zijn knieën door de originele tekst van de bijbel . . . zorgvuldig elk woord afwegend om erachter te komen hoe het het beste weergegeven zou kunnen worden”. Fabricius werkte 35 jaar aan zijn herziening, net in een tijd dat de Engelsen en de Fransen om de macht in Zuid-India streden. Vaak werd het gebied door rondstropende benden belegerd en geplunderd en moest Fabricius met zijn waardevolle manuscripten een veilig heenkomen zoeken in de Nederlandse factorij in Pulicat.

Ondanks dergelijke moeilijkheden had het werk aan de herziening succes. De vertaling van Fabricius geldt als een van de opmerkelijkste prestaties op het gebied van het vertalen van de bijbel. Het werk kwam bekend te staan als de ’Gouden vertaling’. Alle hierop volgende Tamil herzieningen werden op dit werk gebaseerd. Het is interessant dat de herziening van 1936 overal in de Hebreeuwse Geschriften Gods persoonlijke naam als Yehowah weergeeft.

De volharding van William Carey

Een voorbeeld van het geduld dat nodig is om de bijbel in Indiase talen te vertalen is de ervaring van William Carey, een Engelse schoenmaker. Om zijn werk aan de bijbelvertaling te bekostigen, werkte Carey als indigoplanter voor de [Engelse] Oostindische Compagnie. Binnen 21 jaar slaagden Carey en zijn medewerkers erin om de hele bijbel of gedeelten ervan in 36 Indiase talen te vertalen.

Deze mannen zagen zich tegenover reusachtige problemen gesteld. Hun gezondheid liep gevaar door gebrek aan hygiëne in een tropisch klimaat. Ook werd hun werk door de Oostindische Compagnie verboden. Deze schreef: „Zo’n plan [met inbegrip van het vertalen van de bijbel] is verderfelijk, onbeschaamd, nutteloos, schadelijk, gevaarlijk, onvoordelig, irreëel.” Maar deze vertalers volhardden omdat zij beseften hoe waardevol de bijbelse boodschap zou zijn in het leven van degenen die hem zouden lezen.

Om deze vertalingen te kunnen uitgeven, installeerde Carey in 1798 in Calcutta een primitieve houten drukpers. In het begin spraken de plaatselijke bewoners over de pers als de ’god die de Engelsen aanbidden’. In 1800 verplaatste Carey zijn drukkerij naar de gastvrijere Deense nederzetting in Serampore. De christelijke Griekse Geschriften in het Chinees werden in 1805 op die pers gedrukt. Vier jaar later kwam er een hele bijbel in het Bengali uit. In 1812 ondervonden zij een tegenslag doordat een brand bij de pers in Serampore verscheidene met veel moeite vervaardigde, nog niet gepubliceerde bijbelvertalingen vernietigde.

Carey wist het drukken echter snel weer te organiseren. De Schrift in de Oriya taal verscheen in 1815, en in 1818 kwamen bijbels in het Sanskrit en het Hindi. Een jaar later werd de vertaling in het Marathi gepubliceerd. Alles bij elkaar werden er van 1801 tot 1832 212.000 bijbels gedrukt door Carey. Zijn partner, W. Ward, schreef in een brief naar huis in Engeland: „Ik houd van Engeland, ik houd van jullie; . . . maar om iemand een Nieuw Testament te geven dat hij nog nooit heeft gezien . . . dat is mijn gezegende werk. Als mijn werk lang standhoudt, zal het vroeg of laat een kostbare oogst opleveren.”

Sommigen hebben hun leven gegeven

Het vertalen van de bijbel in India heeft ook zijn tol aan mensenlevens geëist. Dit blijkt uit ervaringen van degenen die aan de Telugu vertaling hebben gewerkt, waarvan de voltooiing ruim 120 jaar in beslag nam. De Duitse geleerde Benjamin Schultze was klaarblijkelijk in 1732 klaargekomen met een vertaling in het Telugu, maar deze werd nooit gedrukt. Het manuscript werd blijkbaar naar Halle (Duitsland) gestuurd, waar het is zoekgeraakt of vergeten.

Een andere vertaling in het Telugu werd later bij de brand in Serampore in 1812 vernietigd. Toen bezweken, de één na de ander, vier vertalers aan dodelijke tropische ziekten. De eerste volledige Telugu bijbel verscheen pas in 1854.

Malayalam, Tulu, Garo

Toen er bijbelvertalers kwamen in gebied waar Malayalam werd gesproken, verklaarde een priester van de plaatselijke Syrische Kerk: „De Syrische Kerk kwijnt weg omdat we geen bijbels hebben.” In 1841 werd echter met een primitieve drukpers, gebouwd aan de hand van een in de Encyclopædia Britannica gevonden beschrijving, de hele bijbel in het Malayalam gedrukt en uitgegeven. Het is opmerkenswaardig dat Gods naam, Jehovah, overal in de Hebreeuwse Geschriften van de Malayalam bijbel voorkomt, en terecht.

Nadat Benjamin Bailey deze taak, die 24 jaar in beslag nam, had volbracht, schreef hij: „Ook al zal maar één persoon door deze vertaling ertoe gebracht worden in Jezus Christus te geloven, wat zijn redding zal betekenen, . . . dan zal ik mij voor al mijn werk en inspanningen rijkelijk beloond voelen, en God zal alle eer toekomen.”

Aangezien talen op schrift gezet moesten worden voordat men de bijbel erin kon weergeven, hebben een aantal gemeenschappen in India door de bijbel een geschreven vorm voor hun taal ontwikkeld. In bijna alle gevallen was het Woord van God het eerste boek dat in die taal verscheen.

Een voorbeeld hiervan is de bijbel in het Tulu, een taal die door ruim één miljoen mensen aan de westkust van India wordt gesproken. Ten einde de bijbel in het Tulu te vertalen, hebben vertalers het schrift van de naburige Kanarees-sprekende bevolking gebruikt. De Tulu bijbel verscheen in 1847, slechts 16 jaar nadat de hele bijbel in het Kanarees (Kanada) was uitgegeven.

Interessant is het verslag van de vertaling in het Garo, een taal die in Assam wordt gesproken. Nadat de vertalers een schrift voor het Garo hadden ontwikkeld, begonnen zij aan hun vertaling te werken. Het werk werd niet overhaast gedaan; zij beseften hoe belangrijk nauwkeurigheid is. Nadat zij het boek Genesis hadden voltooid, riepen zij uit: „Het lijkt een hele lange weg naar het eind van Maleachi!” Vaak werd er niet meer dan één vers per dag gedaan. In een poging nauwkeurigheid te bereiken, raadpleegden de vertalers elke beschikbare vertaling in het Engels, Frans, Duits en Zweeds, en in andere Indiase talen, alsook de oorspronkelijke talen van de bijbel.

Betreffende deze vertaling in het Garo, die in 1924 werd voltooid, schreef een van de vertalers: „Als ik denk aan de stapels en stapels en stapels [manuscripten], de bergen en bergen en bergen drukproeven die zich ophoopten, voel ik nog de pijn in mijn leden en tintelingen in mijn zenuwen vanwege alle vermoeidheid die ze vertegenwoordigen. Maar in de vreugde de Garo’s met een volledige bijbel in hun eigen taal te zien, vergeet je de narigheid gauw. Wat het voor hen betekent om voor het eerst over Gods wonderen te lezen, is moeilijk te vatten voor ons, die de bijbel van kind af aan hebben gehad.”

Het vinden van een geschikte vertaling voor allerlei Hebreeuwse en Griekse woorden had telkens weer zijn eigen problemen. Degenen die aan de Punjabi vertaling in het Gurmukhi schrift werkten, brachten verscheidene bezoeken aan plaatselijke kooplui om de juiste woorden voor technische uitdrukkingen te vinden. Er werden timmerlieden geraadpleegd om aan vertalingen te komen voor woorden in verband met de tabernakel, zoals „pennen”, „voetstukken met inzinking” en „paneellijsten” (Ex. 26:19). Om termen voor „het vet dat de ingewanden bedekt” en „het aanhangsel aan de lever” te vinden, moesten de vertalers slagers bezoeken. — Lev. 3:3, 4.

Zij maakten ook humoristische dingen mee. De vertalers besloten bijvoorbeeld „het binnenste vertrek” of het Allerheiligste (in de King James Version weergegeven met „Oracle”, ’godsspraak’ of ’plaats waar de godsspraak wordt gegeven’) Akash Vani te noemen, wat „hemelse stem” betekent (1 Kon. 6:5-31). De volgende dag kondigde de All India Radio echter aan dat het officiële Hindi woord voor „radio” voortaan Akash Vani zou zijn! Dus om niet van godslastering beschuldigd te worden omdat zij een radio in de tempel van koning Salomo installeerden, kozen zij maar liever een ander woord.

Tijd en ruimte laten niet toe dat er een volledig verslag wordt gegeven van het kolossale werk de hele bijbel over te zetten in 34 belangrijke talen van India, alsook gedeelten ervan in veel meer talen. Alles bij elkaar genomen kan het Woord van God door zo’n 525 miljoen inwoners van India in hun moedertaal worden gelezen. Deze vertalingen hebben de prediking van het „goede nieuws” van Gods koninkrijk door Jehovah’s Getuigen in India zeer vergemakkelijkt (Matth. 24:14). Ruim 4750 personen nemen nu deel aan dit bijbelonderwijzingswerk, en nog eens 3174 andere personen of gezinnen gebruiken deze bijbelvertalingen als de Getuigen hen thuis opzoeken om de bijbel met hen te bestuderen.

Het vertalen van de bijbel is de inwoners van India stellig ten goede gekomen. De bijbelse boodschap heeft het huidige leven werkelijk zinvol gemaakt en verschaft een betrouwbare hoop voor de toekomst voor degenen die er geloof in stellen.

    Nederlandse publicaties (1950-2023)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2023 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen