Hebt u al eerder geleefd?
Sommigen geloven dat iemands ziel na zijn dood in een ander lichaam wordt herboren
SOMMIGE mensen zijn er stellig van overtuigd dat als u arm of kreupel of blind of in ander opzicht ongelukkig bent, u dat te wijten hebt aan zonden die u in een vorig leven hebt begaan. Als u daarentegen gezond en voorspoedig bent, zou dat te danken zijn aan uw goede gedrag in een vorig bestaan. Zulke personen geloven dat iemands ziel na de dood naar het geestenrijk gaat en later herboren wordt in het lichaam van een ander mens of een dier.
Hebt u ooit gehoord dat mensen dit geloven?
Het zou vreemd zijn als dat niet het geval was. In de loop der eeuwen zijn er in praktisch alle delen van de wereld mensen geweest die geloofden dat zij eerder hadden geleefd. Van de jungles van Zuid-Amerika en de eilanden in de Grote Oceaan tot de continenten van Afrika en Azië zijn er ontelbare personen die van mening zijn dat zij voor- of nadeel ondervinden van hun vorige „leven” of „levens”.
In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, zijn vele psychiaters pleitbezorgers van de „reïncarnatie-therapie” waarin zij door hypnose of andere methoden proberen te bewerken dat iemand zich zijn vorige levens herinnert en daardoor het inzicht en de ervaring verwerft om zijn huidige problemen aan te pakken.
Waarom geloven zij het?
Hebt u ooit tijdens uw eerste bezoek aan een bepaalde plek het gevoel gehad dat u daar eerder bent geweest? Of hebt u bij een eerste ontmoeting met iemand het idee gehad dat u elkaar eerder moet hebben ontmoet? Velen geloven dat zulke ervaringen het bewijs vormen dat zij in een ander leven die plek hebben bezocht of die persoon hebben ontmoet.
Een van de sterkste redenen voor het geloof is de bewering dat vele personen onder hypnose met een verbazende veelheid van details hun vorige bestaan hebben beschreven. Eén zaak heeft 25 jaar geleden in de VS veel publiciteit gekregen. Onder hypnose gebracht beschreef een vrouw haar leven als de Ierse Bridey Murphy die van 1798 tot 1864 leefde. In weerwil van haar bewering nog nooit in Ierland te zijn geweest, sprak deze vrouw als zij onder hypnose was, met een Iers accent en gaf zij een levendige beschrijving van het leven in Ierland meer dan 100 jaar geleden. Soortgelijke gevallen ter ondersteuning van reïncarnatie zijn in verschillende landen gerapporteerd. Maar . . .
Is het bewijsmateriaal zo goed?
Het feit dat u bij een eerste ontmoeting toch het gevoel kunt hebben de persoon al te kennen, betekent niet noodzakelijkerwijs dat u die persoon in een vorig leven hebt ontmoet. Bedenk hoe vaak het is voorgekomen dat u levende personen voor iemand anders aanzag omdat zij door hun uiterlijk en aanwensels op die ander leken? Maar wat kan de verklaring zijn wanneer een plaats die men nog nooit bezocht heeft, toch iets vertrouwds heeft?
Onze hersenen hebben een opmerkelijk vermogen om allerlei brokjes informatie te bewaren die ze in de loop der jaren via onze ogen en oren aangeboden hebben gekregen. Ons geheugen heeft iets weg van een bibliotheek. Naar sommige „boeken” wordt voortdurend gevraagd en die zijn dus steeds in omloop. „Andere boeken, misschien wel de overgrote meerderheid”, aldus een gezaghebbend werka, „staan stoffig te worden op halfvergeten planken waar ze zelden of nooit geraadpleegd worden. Enorme hoeveelheden informatie zijn heel compact weggeborgen.” Wanneer een bepaalde plek ons dus vertrouwd voorkomt, kan dat zijn omdat wij een soortgelijke plaats bezocht hebben, erover hebben gelezen, iemand erover hebben horen praten, er foto’s van hebben gezien, misschien in een film of een boek — zelfs toen wij nog jong waren.
Het schijnt dat onder hypnose veel van de ’dieper weggeborgen’ informatie geactiveerd wordt. Maar ondanks de uitzonderlijke details uit wat een vorig leven schijnt, blijkt uit sommige delen van het verhaal dan toch dat de persoon in werkelijkheid niet in die tijd heeft geleefd.
De Amerikaanse huisvrouw die meende dat zij in de 19de eeuw als Ierse had geleefd, beschreef bijvoorbeeld, terwijl zij zich in een hypnotische trance bevond, hoe zij alle verf van haar bed afkrabde. „Het was een ijzeren bed.” Zij zou toen vier jaar oud zijn geweest (1802). IJzeren ledikanten werden echter pas op zijn vroegst in 1850 in Ierland geïntroduceerd. Ook berichtte zij over haar vorige leven: „Ik ga naar de St. Theresakerk.” Maar hoewel er inderdaad een dergelijke kerk is in Ierland, is die pas in 1911 gesticht — 47 jaar na haar „eerste dood”. Onderzoekers vonden een aantal dingen die nauwkeurig klopten (zoals haar beschrijving van bepaalde plaatsen), maar vonden toch ook talrijke tegenstrijdigheden. Een groep geleerden was het erover eens dat haar uitingen ’uit haar onderbewuste herinneringen voortsproten’ en niet uit haar vorige leven. Het feit dat zij door mensen van Ierse afkomst was grootgebracht, kan ten dele verklaren dat zij dergelijke herinneringen bezat.
Ondanks dergelijke ontmaskeringen blijven velen vasthouden aan hun geloof in reïncarnatie omdat zij menen dat de bijbel er ondersteuning voor biedt.
Welke uitspraak doet de bijbel?
Eén bijbelverslag dat wordt gebruikt als ondersteuning voor deze geloofsovertuiging is de episode in Johannes 9:1-3 dat enkelen van Jezus’ discipelen toen zij een man passeerden die vanaf zijn geboorte blind was, aan Jezus vroegen: „Wie heeft gezondigd, deze man of zijn ouders, dat hij blind werd geboren?” Jezus antwoordde: „Noch deze man noch zijn ouders hebben gezondigd.” Jezus’ antwoord toonde dat de man niet boette voor zonden die gedurende een vorig leven waren begaan. Zijn discipelen geloofden wellicht, zoals sommige rabbi’s deden, dat een kind vóór zijn geboorte, terwijl hij nog in de baarmoeder was, kon zondigen. Jezus legde uit dat zulke gebreken de werken Gods openbaar zouden maken. Dit was inderdaad het geval toen Jezus de man genas en toeschouwers zagen hoe Gods macht de ellendige omstandigheden van ziekte en kwalen overwon.
In plaats dat de bijbel de leer van reïncarnatie van de menselijke ziel ondersteunt, laat hij zien dat de ziel de persoon zelf is (Gen. 2:7). Hij spreekt over personen die ’iedere ziel [in de stad Hazor] met de scherpte van het zwaard sloegen, hen aan de vernietiging prijsgevend’. Zielen sterven dus. — Joz. 11:11; Ezech. 18:4, 20.
De ziel krijgt leven, of geest, van God. Bij de dood verdwijnt deze levenskracht of geest en de gedachten van de persoon vergaan. De dode heeft dus geen bewustzijn en het is alsof hij zich in een diepe slaap bevindt. De doden ’dalen af in de stilte’. — Ps. 104:29, 30; 115:17; 146:3, 4; Pred. 9:5.
De bijbel verschaft hoop op een opstanding. God zal al degenen die zonder bewustzijn in de dood slapen, tot leven terugbrengen. Er zal hun dan de gelegenheid geboden worden eeuwig te leven onder omstandigheden die volledig vrij zijn van alle ellende en hartzeer die wij nu zien. Wij moedigen u aan meer te vernemen over deze kostbare hoop door contact op te nemen met plaatselijke getuigen van Jehovah of te schrijven naar de uitgevers van dit tijdschrift. — Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15.
[Voetnoten]
a The human Brain door John Pfeiffer.