„Je blijft altijd een ouder”
DE SCHRIJVER John Updike schreef eens: „Al is het kind een elegante, zelfverzekerde senator van zeventig en de ouder een kromme, vergroeide man in een rolstoel, dan nog zal dat oude wrak van een mens moeten worstelen met de gewichtige scepter van het ouderschap.” Een vader van drie kinderen gaf een hiermee overeenstemmend commentaar: „Je blijft altijd een ouder. We hebben nog steeds onze zorgen en zorgjes over de kinderen.”
Ouders mogen niet opzijgeschoven worden omdat de kinderen nu eenmaal opgegroeid zijn. „Luister naar uw vader, die uw geboorte veroorzaakt heeft”, zegt de bijbel, „en veracht uw moeder niet, enkel omdat zij oud geworden is” (Spr. 23:22). Deze raad is niet slechts tot jongeren gericht, want iemand wiens moeder „oud geworden is”, is zelf waarschijnlijk al volwassen. Ouders beschikken over een achtergrond van jaren van ervaring en wijsheid en kunnen hun kinderen dus heel wat goede raad geven. — Spr. 16:31.
’Maar hoe oefen je ouderschap uit over een volwassene?’ vraagt u. ’Heel voorzichtig’, antwoorden vele ouders. De volwassenheid van uw kind kan aanvankelijk namelijk nog wat wankel en onzeker zijn. Hoewel uw kind zijn onafhankelijkheid prettig vindt, wil hij misschien nog steeds enige koesterende zorg en ondersteuning voelen. Deze tegengestelde gevoelens kunnen ertoe leiden dat hij overgevoelig is voor raad. Een moeder legt uit voor welk dilemma dit de ouder plaatst: „Ik wil hun het gevoel geven dat ze volwassen zijn, maar ik wil hun ook het gevoel geven dat ik mij om hen bekommer.”
Waar trekt u de grens tussen bezorgdheid en bemoeienis? En door welke goocheltoer kunt u het natuurlijke verlangen om te koesteren verwisselen voor een meer ingehouden, beheerste bezorgdheid?
Allereerst, aanvaard uw veranderde rol. Toen uw baby kleuter werd, veranderde uw taak ook. Evenzo moet u nu uw langgekoesterde rol van verzorger/verzorgster inruilen voor die van raadgever/raadgeefster. In dit stadium van het leven beslissingen te nemen voor uw kind zou even ongerijmd zijn als hem nog borstvoeding te geven of ervoor te zorgen dat hij na elke voeding een boertje laat.
Als adviseur bent u nu duidelijk beperkt in uw mogelijkheden. U kunt niet langer effectief een beroep doen op uw autoriteit als ouder. (’Doe het nou maar omdat ik het zeg.’) U dient de volwassen status van uw kind te respecteren. Dit is echter niet gemakkelijk. Een ouder zei: „Ik moet zo voorzichtig zijn met wat ik tegen mijn kinderen zeg. Ik moet op eieren lopen om niet hun gevoelens te kwetsen of me schuldig te maken aan inmenging in hun privé-leven.” Maar moet u lijdzaam toezien terwijl uw opgroeiende kinderen regelrecht op rampspoed afkoersen, zonder dat u ook maar iets mag zeggen?
Een ouder verklaart: „In persoonlijke aangelegenheden kom ik niet tussenbeide. Ook al verspillen ze geld, wat dan nog? Het is maar geld. Maar als een van mijn kinderen op geestelijk of moreel gebied in de fout dreigt te gaan, zou ik wel degelijk raad geven, want ik ben hun vader.” Is het niet de verantwoordelijkheid van alle christenen iemand die een „misstap” dreigt te doen, te „herstellen”? — Gal. 6:1.
„Ik probeerde alleen maar te helpen!”
Sommigen worden niettemin een bemoeial in plaats van helper (1 Tim. 5:13). Verward in een doolhof van emoties — liefde, vrees, eenzaamheid en gerechtvaardigde bezorgdheid — nemen sommigen hun toevlucht tot verderfelijke strategieën. Zo kan financiële hulp regelrechte omkoperij worden of een manoeuvre vormen om controle te kunnen blijven uitoefenen. (’Waarom zou je helemaal naar het andere eind van de stad verhuizen? Wij kunnen jullie genoeg geld lenen om een heel aardig flatje vlak bij ons in de buurt te kopen.’) Soms gaat het om subtiele ondermijning. (’O, laat mij alsjeblieft voor jullie tweeën koken vandaag. Per slot van rekening, mijn zoon is aan mijn koken gewend.’) Of openlijke inmenging. (’Willen jullie nog geen kinderen? Willen jullie dan dat moeder en ik voor onze dood niet eens onze kleinkinderen te zien krijgen?’)
Pas op voor dergelijke manipulatie! Het boek Getting Along With Your Grown-up Children (Hoe u met uw volwassen kinderen kunt opschieten) merkt op: „Ouders die geld geven aan hun jonge volwassen kinderen en dan strakke voorwaarden stellen aan de besteding ervan, gebruiken het geld in werkelijkheid onbewust als een onderhandelingstroef waarmee zij het ’kind’ onder controle willen houden.”
Geef niet toe aan de verleiding eindeloze en ongevraagde suggesties te geven die een schoonzoon of -dochter in een vijand kunnen veranderen. Een schrijver stelt zelfs voor dat u het besluit neemt „uw schoondochter nooit te vertellen wat uw zoon lekker vindt, hoe zij voor hem moet koken, hoe zij zijn huis moet inrichten, enzovoort, totdat dat u duidelijk en expliciet wordt gevraagd”. Houd uw suggesties voor u totdat uw kinderen een beetje hun evenwicht gevonden hebben in hun huwelijk en niet meer zo overgevoelig zijn.
„Ik denk dat heel wat ouders de omgekeerde volgorde aanhouden”, zegt Tom, een vader van twee kinderen. „Toen zij zich met het leven van hun kinderen hadden moeten bemoeien, deden ze dat niet, en nu hun kinderen zijn opgegroeid, willen zij zich wel in hun leven inmengen.” Dit roept een nieuwe vraag op: Hoe kunt u uw kind op zijn uiteindelijke vertrek uit het ouderlijke huis voorbereiden?
[Inzet op blz. 8]
„Ik wil hun het gevoel geven dat ze volwassen zijn, maar ik wil hun ook het gevoel geven dat ik mij om hen bekommer”
[Illustratie op blz. 7]
De rol van verzorgster wordt ingeruild voor die van raadgeefster
[Illustratie op blz. 8]
Wees niet al te kritisch met betrekking tot uw schoonzoon of schoondochter