Mannen en de middelbare leeftijd
„OP EEN dag stond ik me te scheren”, herinnerde een man zich, „toen ik zag . . . hoe grijs mijn haar begon te worden . . . ik merkte op hoe pafferig ik onder mijn ogen werd, en toen zag ik hoe diep de lijnen in mijn voorhoofd waren — en toen zag ik mijn hele gezicht, en dat was een verschrikkelijke klap.”
Niet altijd slaat het besef van het ouder worden als een bliksemstraal in. Maar vroeg of laat merkt een man hoezeer hij achter adem is als hij een trap is opgeklommen, of hoe moe hij is na een dag werken. Nu luistert hij gespannen wanneer er op de tv wordt gesproken over het algemeen voorkomen van hartaanvallen op middelbare leeftijd. Misschien betrapt hij zich er zelfs op dat hij de overlijdensadvertenties begint te lezen. Ook kan zijn mannelijke trots gekwetst raken wanneer hij zich gaat inbeelden dat hij niet langer aantrekkelijk is voor de andere kunne. Sommige mannen constateren dat hun seksuele potentie afneemt.
Artsen zeggen echter dat een man in de regel zijn voortplantingsvermogen tot op hoge leeftijd behoudt. Als er sprake is van een medisch probleem, kan men daarvoor natuurlijk bevoegde hulp zoeken.
Niettemin melden de onderzoekers Masters en Johnson dat boven de vijftig „het voorkomen van seksueel onvermogen bij de man een scherpe stijging vertoont”. En waarschijnlijk is daarvoor een aantal fysieke en emotionele factoren verantwoordelijk. De angst om te falen blijkt bijvoorbeeld een heel belangrijke factor te zijn. Zoals een schrijver toelicht: „Een enkele seksuele mislukking kan rampzalig zijn. Het kan gebeuren dat de . . . man zich dan onttrekt aan seksuele omgang met zijn echtgenote om te voorkomen dat hij nog verder vernederd wordt.”
Crisissymptomen
Mannen kunnen zich begrijpelijkerwijs door de middelbare leeftijd bedreigd voelen. Een man kan verwikkeld raken in een heftige innerlijke strijd om zijn jeugd en identiteit te behouden. Maar zijn crisis kan op een aantal manieren aan de dag treden. Sommige mannen krijgen een „aanval van ijdelheid”. Zoals een verkoper in een kledingzaak eens opmerkte, komen mannen van middelbare leeftijd „dikwijls [de winkel] binnen in een conservatief pak, donkergrijs, en blauw, en . . . gaan dan naar buiten met splitten, Schotse ruiten, gouden knopen [en] knalroze overhemden”.
Er zijn nog andere aanwijzingen voor een „crisis”: men brengt ingrijpende veranderingen aan in zijn leefgewoonten, wordt neerslachtig, teruggetrokken, besluiteloos of apathisch. Sommige mannen worden zelfs ziek.
Maar wat is nu werkelijk de grondoorzaak van dit soms grillige gedrag? Komt het niet doordat men heeft nagelaten gezonde waarden te „zaaien” en een realistische kijk op het leven te ontwikkelen? Aan de andere kant hoeft de man die zijn denken door bijbelse beginselen laat leiden, die vertwijfeling niet door te maken. Hoe zit dat dan?
Om te beginnen weet hij, en accepteert hij, dat het leven pijnlijk kort is, dat oud worden onvermijdelijk is. (Zie Psalm 90:10.) Zijn gevoel van eigenwaarde wordt niet afgemeten naar zijn aantrekkingskracht op de andere sekse. Hij ’beroemt’ zich veeleer op zijn verhouding tot God (1 Kor. 1:31). Hij hoeft zich dus niet buitensporig druk te maken over grijze haren, of zelfs een beginnend buikje. Hij weet hoe dwaas het is „meer van zichzelf te denken dan nodig is” (Rom. 12:3). De raad van de bijbel om „bescheiden” te zijn, helpt hem zijn beperkingen realistisch te bezien (Micha 6:8). Hij wordt er daardoor zelfs toe aangezet zich met onderscheidingsvermogen te kleden en te verzorgen. Zeker, bescheidenheid betekent niet dat hij zich niet smaakvol, of zelfs modieus zou mogen kleden. Maar hij voelt zich niet gedrongen de kledingrages van westerse jongeren na te volgen en zijn tors met halskettingen te versieren of zich in een nauwe spijkerbroek te persen. Zijn kleding weerspiegelt de waardigheid van zijn leeftijd.
„Ik zit gevangen”
De middelbare leeftijd is ook de tijd dat een man wellicht de tussenbalans van zijn leven zal opmaken. Misschien zit hij vaak na te denken over zijn wereldse baan — de druk, de eentonigheid of de onzekerheid ervan. Mogelijk voelt hij zich zelfs als de 52-jarige verkoper, die zei: „Ik zit gevangen in een baan die ik nu al twintig jaar heb, en ik kom geen stap verder.” En de bittere teleurstelling dat hij voor een promotie wordt gepasseerd door mannen die bijna half zo oud zijn als hij en veel minder ervaring hebben, kan maken dat een man alleen de gedachte al dat hij naar zijn werk moet, verafschuwt.
Natuurlijk kan iemand wiens leven draait om een baan, tot wanhoop vervallen wanneer zijn verwachtingen botsen met de werkelijkheid. Moeilijke werkomstandigheden zijn voor iedereen een hard gelag. Maar een man die zich laat leiden door bijbelse beginselen, krijgt niet het gevoel dat het leven zijn betekenis heeft verloren als hij op zijn werkterrein de top niet haalt. Hij weet dat alle wedijver om een bepaalde positie „ijdelheid en een najagen van de wind” is (Pred. 4:4). Hij heeft gezien hoe anderen om hem heen hun gezondheid verwoestten en hun gezinsleven ondermijnden in hun streven zich omhoog te werken. Maar hij is dankbaar dat hij een baan heeft die voorziet in wat hij nodig heeft, en hij schept er behagen in zijn werk goed te doen. Zijn wereldse werk is niet het middelpunt van zijn leven. Gewapend met deze zienswijze, kan hij ’het goede zien voor al zijn harde werk . . . gedurende het getal van zijn levensdagen die de ware God hem gegeven heeft, want dat is zijn deel’. — Pred. 5:18; 1 Tim. 5:8.
[Illustraties op blz. 7]
Sommigen zoeken bevrediging door middel van jeugdige kledingrages . . .
. . . maar de ware bevrediging spruit voort uit het leveren van goed werk