De DNA-„blauwdruk” — een schitterend ontwerp
ELK van ons begint zijn of haar leven als één enkel minuscuul celletje dat zo’n twintig jaar later is uitgegroeid tot een volwassene. Uit die ene miniem kleine cel ontstaan al de verschillende lichaamsdelen: hart, maag, lever en andere inwendige organen; de ingewikkelde ogen en oren; de zo veelzijdig bruikbare vingers. Hebt u ooit stilgestaan bij de enorme hoeveelheid informatie die in die ene oorspronkelijke cel opgesloten moet liggen en bij de grootsheid van dat werkelijk schitterende ontwerp?
Beschouw eens het volgende voorbeeld: Veronderstel dat u iemand die nog nooit een auto had gezien, zou moeten uitleggen hoe er een te bouwen, uitgaande van de grondstoffen. Elk onderdeel, van achteruitkijkspiegel tot de kleppen in de carburator, zal in detail beschreven moeten worden. Dan zult u moeten uitleggen hoe deze onderdelen vervaardigd en samengevoegd moeten worden. Waar komen de bougies? Hoe wordt het stuurwiel bevestigd? Al deze informatie zou zo precies beschreven moeten staan, dat er geen enkele kans bestaat dat de lezer iets verkeerd begrijpt. Door uw instructies naar de letter op te volgen moet hij een complete, functionerende auto kunnen bouwen. Tracht u eens in te denken hoeveel pagina’s met gedetailleerde instructies hiervoor nodig zouden zijn!
Denk nu eens terug aan dat ene celletje. Het menselijk lichaam is veel ingewikkelder dan een auto en toch, zoals de bijbel zegt, „waren alle delen ervan beschreven” (Ps. 139:16). De Schepper heeft in een miniem kleine cel de hele blauwdruk verschaft. Waar bergt de cel deze enorme hoeveelheid informatie?
Al deze informatie zit in een stof die DNA, desoxyribonucleïnezuur, heet en die zich voor het grootste deel in een kleine afdeling van de cel bevindt die als de kern bekendstaat. Bij de mens bevat de celkern 46 chromosomen. In essentie zijn deze chromosomen hele lange, dunne strengen DNA. De strengen zijn zo lang omdat alle informatie, vervat in drie tot vier miljoen genen, opgeslagen ligt in de volgorde van het DNA.
Het verbazingwekkende DNA
Het DNA is slechts ongeveer 0,0000002 cm dik. De totale lengte aan DNA-strengen in één menselijke cel bedraagt echter 1,74 meter. Elk gen is een kort stukje van 0,00003 cm lang. Alle informatie om een compleet menselijk lichaam te maken, ligt dus vast op ’kralensnoeren’ van minder dan twee meter lang en slechts twee tiende van een miljoenste centimeter dik!
Hoe ongelofelijk ook, deze 1,74 meter DNA zit in een kern die slechts 0,0001 cm in doorsnee is! Wij kunnen ons er gemakkelijker een voorstelling van maken hoe ongelofelijk dat is door ons het DNA 600 maal groter voor te stellen, als een draad van 0,06 cm dik. Op deze schaal zou de kern een bal zijn van 30 centimeter doorsnee. Deze bal zou een totale lengte draad bevatten van 530 kilometer! Om een idee te krijgen van de veelheid van genetische informatie, moet u zich voorstellen dat u 530 kilometer loopt en elke 12 1/2 centimeter een volgend gen aantreft.
Kunstig opgeborgen
Hoe zit al dit DNA in de celkern opgeborgen? Omdat de cel haar „blauwdruk” moet kunnen raadplegen door de genen langs het DNA te „lezen”, kunnen deze strengen niet eenvoudig in de kleine ruimte van de kern gepropt zijn. Van al die vele lange, dunne strengen kan er geen streng in een ander verward raken. Het DNA zit zo netjes geordend dat korte stukken van willekeurig welke streng wanneer dat maar nodig is, snel en gemakkelijk „gelezen” kunnen worden.
De DNA-„blauwdruk” is van levensbelang voor de cel. Wanneer een cel zich deelt, zal elk van de twee nieuwe cellen zijn eigen blauwdruk nodig hebben. Dat betekent dat voordat een cel zich kan delen, alle DNA gekopieerd moet worden om een tweede stel genen te produceren. Nadat het DNA zorgvuldig is gekopieerd, worden de strengen spiraalvormig opgewonden tot zeer dichte bundels. Als de cel zich deelt, worden deze bundels gelijkelijk over de twee nieuwe cellen verdeeld zodat elk een blauwdruk ontvangt die gelijk is aan de oorspronkelijke. Wanneer ze zich eenmaal binnen de nieuwe cel bevinden, wikkelen de bundeltjes zich weer los. Al deze bewegingen worden zo zorgvuldig uitgevoerd dat er geen stukjes van de strengen — geen van de levensbelangrijke genen — per ongeluk verknoopt raken, afbreken of verloren gaan. Toch vinden al deze processen plaats binnen een celkern die maar een fractie is van de lengte van het DNA. Wat een buitengewoon staaltje van ontwerp!
Een ontzagwekkend wonder!
Nog heel wat aspecten van de cel en haar DNA zijn voor de geleerden een raadsel. Volwassenen hebben 90 tot 100 verschillende soorten cellen, elk met haar eigen onderscheiden vorm en grootte, en elk gespecialiseerd om een andere taak te vervullen. Aangezien bijna iedere cel van het menselijk lichaam dezelfde identieke kopie van strengen DNA bevat, kan men zich afvragen waarom bepaalde cellen huidcellen worden en andere spier-, zenuw- of beencellen. Met andere woorden, hoe weet de cel welk deel van het DNA ze moet „lezen” en wanneer?
Nadenkend over de cel en haar DNA komen wij onder de indruk van de creativiteit en intelligentie van Degene die dit wonder heeft ontworpen, Jehovah God. Net als Job worden wij ertoe bewogen te zeggen: „Ik ben te weten gekomen dat gij alles vermoogt, en er is geen denkbeeld dat onbereikbaar voor u is.” — Job 42:2.
[Illustratie op blz. 13]
Model van het DNA-molecuul zoals in 1953 voorgesteld door de biologen Francis Crick en James Watson