Uw vriend het woordenboek
HEBT u er moeite mee bepaalde woorden die u leest te begrijpen? Hebt u wel eens schriftelijk naar een baan moeten solliciteren en dan het gevoel gehad dat uw brief niet zo goed gesteld was, terwijl de spelling ook maar zo zo was? Zou u zich graag duidelijker en met meer overtuigingskracht willen uitdrukken? Kortom, zou u uw woordenschat willen uitbreiden? Zo ja, dan hebt u een goed woordenboek nodig.
Laten wij, alvorens te kijken naar de diensten die een woordenboek ons bewijst, eens beschouwen welke soorten woordenboeken er bestaan. In feite zijn dat er drie: het zakwoordenboek, het historische woordenboek en het woordenboek voor algemeen gebruik.
Het zeer beknopte zakwoordenboek is vanwege zijn geringe omvang uiteraard beperkt in wat het kan bieden. Het andere uiterste is een historisch, bijzonder uitgebreid woordenboek dat ook de geschiedenis geeft van woorden, waar ze vandaan komen en hoe en wanneer ze hun huidige betekenissen verwierven. Zo’n woordenboek is meer voor de taalkundige of de schrijver. Het meest praktisch voor u is waarschijnlijk een woordenboek dat de middenweg bewandelt — een verklarend handwoordenboek. Hier volgen enkele kenmerken die het woordenboek zo waardevol maken.
Definities
De waardevolste hulp geeft het waarschijnlijk in zijn definitie van woorden. Als een woord verkeerd wordt gebruikt, worden er wenkbrauwen opgetrokken en vindt men dat ietwat pijnlijk. Maar, zoals een schrijver van spreuken zei, „het juiste woord op het juiste moment is een weldaad”! (Spreuken 15:23, Groot Nieuws Bijbel) Als u dus niet zeker bent van de precieze betekenis van een woord, raadpleeg dan het woordenboek voordat u het woord gebruikt. Veel woorden hebben meer dan één betekenis. Zo kan het woord „ophouden” onder andere de betekenis hebben van omhooghouden, op het hoofd houden, hooghouden, belemmeren in het werken, eindigen, (en met „zich”) verblijven, omgaan met. Met het woordenboek zult u in staat zijn te bepalen welke betekenis van toepassing is in de zin die u voor u hebt.
Sommige woordenboeken geven voorbeelden om het specifieke gebruik van een woord te illustreren. Eén woordenboek illustreert het woord „ophouden” met de zinnetjes: het haar door haarspelden ophouden, zijn hoed ophouden, zijn stand ophouden, ik zal u niet ophouden, ophouden met werken, zich in een bepaalde stad ophouden, zich met allerlei gespuis ophouden.
De uitspraak
Het is vaak niet gemakkelijk om in een woordenboek de nauwkeurige uitspraak van een woord te verschaffen omdat deze van streek tot streek kan verschillen. Wie zal zeggen welke juist is? Het woordenboek geeft misschien enkele belangrijke varianten weer, maar meestal zal het de uitspraak vermelden die algemeen wordt aanvaard.
Aangezien de letters van een alfabet niet alle klanken van de gesproken taal (plus de uit vreemde talen overgenomen woorden) kunnen weergeven, moeten samenstellers van woordenboeken manieren bedenken om uit te leggen hoe de woorden uitgesproken moeten worden. Er bestaan verschillende methoden. Eén methode is de woorden te spellen op een wijze die de klank zo dicht mogelijk benadert, waarbij men bovendien gebruik maakt van speciale fonetische tekens. Welk systeem uw woordenboek ook gebruikt om klanken aan te geven, u zult er een verklarende lijst van aantreffen.
Het woordenboek zal ook aangeven welke lettergrepen de klemtoon krijgen. Het zal bijvoorbeeld laten zien dat men bij voorkeur spreekt van gelijkmatig in plaats van gelijkmatig; ontzagwekkend, niet ontzagwekkend; redetwisten, niet redetwisten; catalogus, niet catalogus.
De spelling
In het Nederlands is de uitspraak van het woord vaak geen leidraad voor de schrijfwijze ervan. Zo heeft het zelfstandig naamwoord „verhaal” twee a’s, terwijl het werkwoord „verhalen” er slechts één heeft, hoewel de klank onveranderd blijft. De lange i-klank wordt in de meeste Nederlandse woorden weergegeven door „ie”, zoals in „liever” en „knie”. Maar wij schrijven een enkele „i” in „artikel” en „februari”. Schrijft u „douw” terwijl u „dauw” bedoelt? Verwarrend? Roep de hulp in van uw vriend het woordenboek. Als u hem binnen handbereik hebt gelegd, zodat u hem kunt pakken zonder uit uw stoel op te staan, zult u hem waarschijnlijk veel eerder raadplegen.
Afgeleide woorden
Een boeiende bijzonderheid van sommige woordenboeken is dat ze de etymologie — de herkomst van woorden — vermelden. Wat voor nut heeft het nu zo iets te weten, vraagt u misschien. Door de afstamming van een woord erbij te betrekken, komt zo’n woord tot leven. Het Engels is wat dit betreft rijk aan woorden die aan andere talen zijn ontleend, zoals het Latijn, Grieks en Angelsaksisch. Ook het Nederlands bevat heel wat leenwoorden uit andere talen. Door gebruik te maken van een woordenboek dat de etymologie vermeldt, kunt u vertrouwd raken met woorden of onderdelen van woorden uit die talen, welke het veelvuldigst worden gebruikt. Als u ze onthoudt, zal uw woordenschat toenemen.
Het Nederlands kent een aantal woorden die uit het Latijn komen. Om één voorbeeld te noemen: Wij hebben enkele woorden die zijn afgeleid van formáre, vormen, vorm geven, scheppen. Beschouw eens de fundamentele betekenis van deze woorden: transformeren — vervormen, omvormen; deformeren — misvormen; informeren — in vorm brengen, vormen, door onderwijs vormen; conformeren — gelijkvormig maken; reformeren — opnieuw vormen. Als u dus de stam kent en een paar voorvoegsels, worden woorden op slag herkenbaar.
Veel Nederlandse woorden stammen rechtstreeks uit het Grieks. Filantroop — van philos, vriend, en anthropos, mens — een mensenvriend. Fotograferen — van phoos, licht, en graphoo, schrijven — letterlijk met licht schrijven. Kakofonie — van kakos, slecht, en phoonè, geluid — wanklank, lawaai.
Door dus vertrouwd te raken met de afleidingen van woorden, wordt het mogelijk andere te herkennen. Met behulp van de bovenstaande schuingedrukte Griekse woorden kunt u de fundamentele betekenissen te weten komen van „fonograaf” en „antropologie”. Maar pas op voor valstrikken! Terwijl ante vóór betekent (in tijd), heeft anti de betekenis van tegen; hypo is onder, hyper is over, om er slechts twee te noemen.
Beperkende aanduidingen
Uw woordenboek licht u ook in over de beperkingen in het gebruik van woorden. Als het woord staat aangegeven als „familiaar”, „gemeenzaam” of „bargoens”, moet het niet in formele gesprekken of geschriften worden gebruikt, tenzij dat met opzet gebeurt om een speciaal effect te verkrijgen. Zulke woorden zijn wellicht aanvaardbaarder in een gewoon gesprek of persoonlijke brief. Hierbij maakt het nogal wat uit tot wie men zich richt. Deze aanduidingen manen dus tot voorzichtigheid. Het woord „poen” bijvoorbeeld heeft de betekenis van opschepper, een lawaaiige, opschepperige kerel. U kunt daarbij echter de aanduiding „gemeenzaam” aantreffen. Tevens is het een bargoens woord voor geld, duiten: om de poen is het te doen. Het woordenboek waarschuwt dus dat men dat woord niet kan gebruiken in de formele spreek- of schrijfstijl.
De aanduiding „minachtend” waarschuwt dat het woord beledigend zou kunnen zijn. En woorden met de aanduiding „obsceen” of „plat” dienen vanzelfsprekend volledig te worden vermeden.
De Nederlandse taal verandert voortdurend. Bijbellezers zijn zich hier duidelijk van bewust wanneer zij de oude Statenbijbel vergelijken met een vertaling in hedendaags Nederlands. Het woord „slecht” bijvoorbeeld heeft tegenwoordig een totaal andere betekenis gekregen dan het 350 jaar geleden had, toen het heel dikwijls de gedachte inhield van ’onervaren’ of ’gewoon’ (Psalm 19:7 [8]; Handelingen 4:13). Neem ook het woord „afknappen” eens. Terwijl het eerst uitsluitend de betekenis had van „knappend afbreken”, kan nu ook van mensen gezegd worden dat zij „afknappen”, of het geestelijk en fysiek niet meer kunnen volhouden; men kan op iets of iemand afknappen — iemand of iets niet kunnen verdragen of aanvaarden. Men spreekt ook van een „afknapper” als iets onverwacht uit de toon valt of teleurstelt; een erge tegenvaller. Het is daarom goed een modern woordenboek te bezitten en dat te raadplegen voor de gangbare definitie en uitspraak van woorden.
Beloningen en vreugde
Laten wij ten slotte de bovenstaande inlichtingen gebruiken en zien hoe het woordenboek ons kan helpen met het woord „loyaliteit”, dat voorkomt in dit tekstgedeelte uit de bijbel: „Gij dient . . . de nieuwe persoonlijkheid . . . aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit” (Efeziërs 4:23, 24). Wij vinden in het woordenboek dat het woord de betekenis heeft van getrouwheid aan een vorst, wet en plicht; rechtschapenheid. Het Nederlandse woord komt van het Franse loyal, dat trouw, toegewijd; deugdelijk, onvervalst, betekent. Wij komen ook te weten dat het wordt uitgesproken met de klemtoon op de laatste lettergreep en dat men het kan uitspreken als „lwajaliteit” of „lojaliteit”. Behoorlijk wat informatie onder een enkel trefwoord!
Het is niet waarschijnlijk dat u al deze dingen van alle woorden die u in het woordenboek opzoekt, zult onthouden, en niemand vraagt dat ook van u. Sommige woorden worden slechts zelden gebruikt. Maar probeer die te onthouden waarvan u denkt dat u ze kunt en moet gebruiken. Kies voortreffelijke woorden, woorden die u zullen helpen uw gedachten beter te uiten, niet de „dure” woorden. Hoewel u uw vriend, het woordenboek, altijd nodig zult hebben, zult u bemerken dat u er wel minder afhankelijk van wordt. Het lezen zal een aangenamere bezigheid worden en uw spreken zal merkbaar verbeteren. Hoe lonend — want zoals de bijbel terecht zegt: „Als gouden appels in een zilveren vatting is een juist gesproken woord”! — Spreuken 25:11, The Jerusalem Bible.