Hoe onbekommerd is de homoseksuele levensstijl?

Uit de verborgenheid te voorschijn treden. Dat is de ontwikkeling die de homoseksualiteit momenteel doormaakt. Boeken, toneelstukken, televisie en pers brengen het homo-zijn in de openbaarheid, gewoonlijk als een aanvaardbare, alternatieve levensstijl. Maar hoe aanvaardbaar is het? Wat houdt het precies in? Is het werkelijk zo onbekommerd als wordt gezegd? Hoe moet men de tegenstanders ervan bezien? Zijn zij bekrompen? En vindt God het aanvaardbaar? Wat heeft zijn Woord de bijbel erover te zeggen? Dit zijn belangrijke vragen, gezien alle propaganda om die levensstijl ingang te laten vinden.

IN DE Verenigde Staten leest men in de kranten recensies van boeken en toneelstukken over het homoseksuele leven. Een boek over lesbische nonnen heeft een verkoopcijfer van meer dan honderdduizend en wordt in een veelbekeken tv-show overdag besproken. De onderwijsraad van de stad New York geeft zijn fiat voor een middelbare school voor homoseksuelen. De gemeente van de Riverside Church (niet-confessioneel, 3000 leden) in de Newyorkse stadswijk Manhattan stemt „vóór een beginselverklaring waarin homoseksuele relaties worden aanvaard als deel van het christelijk gezinsleven”.

„Engeland krijgt zijn eerste olympische spelen voor homo’s”, berichtte de Londense Daily Mail. Een driedelige Britse documentaire „suggereert dat Jezus een homoseksueel kan zijn geweest”. In Toronto, Canada: „Homoseksueel festival start met een optocht door de stad met 2000 personen” en „omvatte een interkerkelijke dienst”. Homo-demonstraties, homo-kerken, homo-boekwinkels, homo-bars, homo-sauna’s, homoseksuele politieke activisten die ijveren voor homo-rechten — steeds verder dringen allerlei uitingsvormen van de homoseksuele levensstijl in de maatschappij door.

Steeds meer propaganda voor de homoseksuele leefwijze

Degenen die zich ertegen verzetten, wordt de les gelezen. In de stad New York werd een openlijk daarvoor uitkomende homoseksueel benoemd tot strafrechter. Toen hij werd beëdigd, „hemelde hij zichzelf op voor zijn ’moed’ om te zijn wat hij is”, en vervolgens „kuste hij zijn vriend en nam een staande ovatie in ontvangst”. Er was enig protest, maar de grootste krant van de stad, de Daily News, schreef in haar hoofdartikel dat een ieder die tegen de benoeming van de homoseksuele rechter gekant was, „een kwezel is”.

In november 1985 vertoonden twee tv-stations in New York, de WNBC en de WABC, in hun actualiteitenprogramma’s op de avond speciale onderdelen over homoseksualiteit — volgens één journalist om mee te profiteren van de huidige populariteit van het onderwerp. De serie van de WNBC, getiteld „Als uw kind homoseksueel is”, betrof speciaal de wijze waarop ouders dienen te reageren. Psychiaters in het programma gaven te kennen dat deze seksuele neiging bij zulke kinderen aangeboren is en diepgeworteld, en dat ouders niet moeten proberen dit te veranderen. ’Het is beter dat uw kind homoseksueel is en gelukkig’, zei er een, ’dan heteroseksueel en ongelukkig.’

Het blad Seventeen (maart 1985) suggereerde dat u, als u het moeilijk hebt met iemands homoseksualiteit, misschien raad moet vragen „bij een plaatselijk homo-buurthuis”. Het artikel besloot met een verklaring van „Eerwaarde” Robert H. Iles: „Of u nu van mannen of van vrouwen houdt, is alles welbeschouwd niet zo belangrijk als het feit dat u kunt liefhebben.” Hij stelt liefde gelijk aan seks, en zegt dat men de liefde moet bedrijven, als homo, of als hetero.

Een Britse onderwijsdeskundige weeklaagde dat op scholen „alle seksuele voorlichtingsprogramma’s gemaakt zijn voor heteroseksuelen . . . niet een had ook maar één programma dat voor homoseksuele leerlingen bestemd was”. Hij klaagde ook dat in de „meeste schoolbibliotheken alleen maar liefdesgeschiedenissen te vinden zijn . . . met heteroseksuele helden en heldinnen — ondanks het toenemende aantal homoseksuele boeken”. Zeer nauwkeurig wist hij de oorzaak van het vooroordeel tegenover homo’s aan te geven: „De gedachte dat heteroseksualiteit superieur is . . . is nu net de houding die aan het vooroordeel ten grondslag ligt.”

Homoseksuele „liefde”

Maar is heteroseksualiteit niet superieur? Maken het ontwerp en de natuurlijke functie van de betreffende lichaamsdelen dit niet duidelijk? Is man-met-vrouw niet de duidelijke norm, en man-met-man de duidelijke perversie? Homoseksuele „liefde” omvat praktijken die de apostel Paulus in gedachte moet hebben gehad toen hij sprak over dingen die „onder u zelfs niet ter sprake [moeten] komen” en „te schandelijk zijn om ook maar te vertellen” (Efeziërs 5:3, 12). Niettemin vond hij het soms nodig om naar deze ’schandelijke praktijken’ te verwijzen, zoals in Romeinen 1:24-27. Ook nu schijnt het daarvoor de tijd te zijn. Homoseksualiteit is uit het verborgene naar buiten komen stormen. Lichtgeraakt en met veel nadrukkelijk vertoon paradeert ze rond als een aanvaardbare levensstijl. Maar is dat zo? Wat omvat het allemaal?

Het medische tijdschrift Practical Gastroenterology verschafte artsen die homoseksuelen behandelen, in de uitgave van juli/augustus 1985 details van enkele praktijken van de homoseksuele leefwijze. Het artikel vermeldt dat wederzijdse masturbatie algemeen wordt beoefend, evenals orale en anale seks. Andere ongelofelijk schokkende praktijken worden er expliciet in behandeld.

Er blijkt uit hoe homoseksualiteit kan ontaarden in sadomasochisme, het genot dat men put uit vernederen en vernederd worden. Voor ware christenen is deze levensstijl volkomen onaanvaardbaar. De overvloed van arglistige propaganda die er nu voor wordt gemaakt, moet worden geschuwd als de pest die het is.

De oogst van homoseksualiteit

Zulke schandelijke daden worden niet straffeloos beoefend. Wat mensen zaaien, zullen zij oogsten. Practical Gastroenterology publiceerde een serie artikelen over ziekten die worden veroorzaakt door homoseksualiteit. Hepatitis simplex, leverinfecties, gonorroe, syfilis, parasitaire infecties, lymfomen van de dunne darm, Kaposi-sarcoom en natuurlijk het gevreesde AIDS — het zijn slechts een paar van de ziekten die werden beschouwd in de uitgaven van juli/augustus en september/oktober 1985.

Nieuw onderzoek heeft AIDS schuldig bevonden aan het veroorzaken van schade aan de hersenen en het ruggemerg. De wetenschappelijke rubriek van The New York Times van 15 oktober 1985 bericht: „Enkele van deze patiënten vertonen duidelijke tekenen van dementie, met inbegrip van geheugenverlies, een onvermogen om plannen te maken of beslissingen te nemen, en een opmerkelijke onverschilligheid tegenover alles. Anderen raken gedeeltelijk verlamd, verliezen hun spiercoördinatie en krijgen zelfs nog ernstigere problemen met de controle over hun lichaam . . . Bij sommige slachtoffers van AIDS zijn de hersenen gekrompen. De inwendige holten, ventrikels geheten, zijn verwijd en delen van het hoogst belangrijke ruggemerg lijken ineengekrompen . . . Zelfs als er behandelingsmethoden kunnen worden ontwikkeld om de virusinfectie een halt toe te roepen en het afweersysteem de tijd te geven zichzelf te herstellen, is de hersenbeschadiging waarschijnlijk blijvend.”

AIDS, momenteel ongeneeslijk, met een jaarlijks meer dan verdubbelend aantal gevallen, verloopt altijd fataal en breidt zich over de hele wereld uit. Treft hoofdzakelijk homoseksuelen, maar ook intraveneuze druggebruikers en ontvangers van bloedtransfusies of bloedprodukten/bestanddelen. Ook baby’s die ter wereld worden gebracht door geïnfecteerde moeders. Het virus dat wordt verspreid door lichaamsvloeistoffen, is aangetroffen in bloed, sperma, urine, speeksel en tranen. AIDS heeft een lange incubatietijd. Vele jaren kunnen verstrijken tussen het moment dat men eraan wordt blootgesteld, en het uitbreken ervan, hetgeen vroege diagnose onmogelijk maakt. Het virus draagt men intussen mee, een tijdbom die ligt te wachten om te exploderen — maar wie weet wanneer?

Nu is hij over de hele wereld bezig te exploderen. Naar wordt geschat zijn in de VS meer dan een miljoen mensen — volgens sommigen bijna twee miljoen — aan het AIDS-virus blootgesteld. Sinds 1981 hebben zich meer dan 14.500 ziektegevallen voorgedaan, van wie er meer dan 7000 zijn gestorven. Het aantal gevallen neemt over de wereld sprongsgewijs toe — Europa, Azië, Australië, Caribische landen, bijna twintig Afrikaanse landen en vijftien landen in Noord- en Zuid-Amerika. In het afgelopen jaar schoot het aantal landen dat bij het WHO in Genève gevallen van AIDS rapporteerde, van 40 in augustus omhoog naar 71 in oktober, met een aantal gevallen dat toen de 17.000 naderde.

Een levensstijl die voor Jehovah onaanvaardbaar is

Homoseksualiteit is geen alternatieve levensstijl die aanvaardbaar is voor Jehovah God. Herhaaldelijk verdraaien zowel homoseksuele alsook liberale predikanten de Schrift in ijdele pogingen om het wel zo te laten lijken (2 Petrus 3:16). Duizenden jaren geleden vernietigde Jehovah Sodom omdat de meeste mannen van die stad homoseksualiteit beoefenden (Genesis 19:4-25). Eeuwen later vergeleek Petrus mannen die deze Sodomieten nabootsten, met „redeloze dieren, die van nature geboren zijn om gevangen en vernietigd te worden”. — 2 Petrus 2:6-13.

In niet mis te verstane bewoordingen wordt zowel mannelijke homoseksualiteit als lesbische liefde veroordeeld door de geïnspireerde apostel Paulus: „Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke seksuele begeerten, want ook hun vrouwen hebben het natuurlijke gebruik van zichzelf veranderd in een tegennatuurlijk gebruik; en insgelijks hebben ook de mannen het natuurlijke gebruik van de vrouw laten varen en zijn zeer verhit geworden in hun wellust jegens elkaar, mannen met mannen, ontucht plegend en in zichzelf de volledige vergelding ontvangend die hun voor hun dwaling toekwam.” — Romeinen 1:26, 27.

Paulus schreef ook: „Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven” (1 Korinthiërs 6:9, 10). Andere bijbelvertalingen geven de uitdrukking „mannen die bij mannen liggen” op verschillende manieren weer: sodomieten, perverse personen, sexueel perverse personen, homoseksueel perverse personen, homoseksuele perversie, en gewoon homoseksuelen.

Een gelukkige leefwijze zonder eind

Er is niets onbekommerds aan de oogst van het homo-zijn. Dit alles kan worden vermeden door te luisteren naar Jehovah: „Ik, Jehovah, ben uw God, Degene die u leer uzelf baat te verschaffen, Degene die u doe treden op de weg die gij dient te bewandelen. O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier, en uw rechtvaardigheid als de golven der zee.” — Jesaja 48:17, 18.

Sommige psychiaters en anderen zeggen echter dat homoseksualiteit niet te „genezen” is, zelfs niet door religieuze bekering. Het is misschien erg moeilijk, maar niet onmogelijk. De apostel Paulus toonde dit aan toen hij vervolgens zei: „Toch zijn sommigen van u dat geweest. Maar gij zijt rein gewassen” (1 Korinthiërs 6:11). Zo werd het gedaan door vroege christenen. En zo is het in deze tijd gedaan. En nog anderen zullen erin slagen door zich tot Jehovah te wenden voor hulp: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem die mij kracht verleent” (Filippenzen 4:13). Dus „legt de oude persoonlijkheid met haar praktijken af en bekleedt u met de nieuwe persoonlijkheid, die door middel van nauwkeurige kennis wordt vernieuwd naar het beeld van Degene die ze schiep”. — Kolossenzen 3:9, 10.

Jehovah haat wat slecht is, maar hij is bereid barmhartigheid te tonen aan individuele personen die berouw hebben van hun verkeerde daden. Jehovah’s Getuigen haten ook het slechte, met inbegrip van hun eigen vleselijke onvolmaaktheid, maar zij haten niet zichzelf of andere personen die het slechte doen. Haat de zonde maar niet de zondaar, is Jehovah’s instelling en tevens die van zijn aanbidders. De bijbelschrijver Judas zegt: „Blijft jegens anderen barmhartigheid tonen, dit doende met vrees, terwijl gij zelfs het onderkleed, dat door het vlees bezoedeld is, haat.” — Judas 23; zie ook Psalm 97:10, Matthéüs 5:43-48 en Romeinen 7:15-25.

Het is zoals de apostel Paulus in Romeinen 3:23 schreef: „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods.” Maar alle zondaars, met inbegrip van homoseksuelen, die nauwkeurige bijbelkennis tot zich nemen en daarnaar handelen, zullen daar nu voordelen van plukken en zullen eeuwig leven verwerven op een paradijsaarde. — Psalm 37:10, 11, 29; Matthéüs 6:10; Johannes 17:3; Openbaring 21:3-5.

[Inzet op blz. 14]

Homoseksualiteit is uit het verborgene naar buiten komen stormen, Degenen die zich ertegen verzetten, zijn degenen die de les wordt gelezen

[Inzet op blz. 15]

„God [heeft] hen overgegeven aan schandelijke seksuele begeerten . . . mannen met mannen, ontucht plegend.” — Romeinen 1:26, 27.