Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g87 8/10 blz. 4-5
  • Hoe sommigen Gods toelating van kwaad verklaren

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe sommigen Gods toelating van kwaad verklaren
  • Ontwaakt! 1987
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De moderne theologie in de getuigenbank
  • Een debat in de oudheid
  • Waarom treft het kwaad goede mensen?
    Ontwaakt! 1987
  • Job, het boek
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Bijbelboek nummer 18 — Job
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Job — Een voorbeeld van volharding en integriteit
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
Meer weergeven
Ontwaakt! 1987
g87 8/10 blz. 4-5

Hoe sommigen Gods toelating van kwaad verklaren

HEEFT God wel of niet schuld aan menselijk lijden? Deze vraag doemt vooral op wanneer zich een tragedie voordoet, hetzij op het persoonlijke vlak of op grote schaal zoals in San Ramón. Het Britse tijdschrift The Evangelical Quarterly zegt hierover: „Een van de grootste struikelblokken voor het geloof in een almachtige God van onbegrensde liefde is de aanwezigheid van duidelijk onverdiend lijden in de wereld.”

Sommigen zullen God daarom bekritiseren voor het toelaten — zo al niet het werkelijk veroorzaken — van lijden. De theoloog John K. Roth schreef: „De geschiedenis zelf vormt de aanklacht tegen God. . . . Het is niet gering wat Gods verantwoordelijkheid inhoudt.”

Veel religieuze denkers sinds de tijd van Augustinus hebben echter op welsprekende wijze Gods onschuld verdedigd. De 17de-eeuwse filosoof Leibniz bedacht een woord voor dit streven: theodicee, of „rechtvaardiging van God”. — Zie blz. 6.

De moderne theologie in de getuigenbank

Pogingen om God van blaam te zuiveren zijn voortgegaan tot in deze tijd. Mary Baker Eddy, de stichtster van de Christian Science Kerk, trachtte het probleem op te lossen door eenvoudig te ontkennen dat het kwaad bestaat! In Science and Health With Key to the Scriptures schreef zij: „God . . . heeft de mens nooit het vermogen gegeven om te zondigen . . . Het kwaad is daarom slechts een illusie, en heeft geen werkelijke basis.” — Wij cursiveren.

Anderen hebben God willen verontschuldigen op basis van een veronderstelde heilzame werking van lijden. Een rabbijn zei eens: „Lijden vindt plaats om de mens te verheffen, om zijn gedachten te zuiveren van trots en oppervlakkigheid.” Op overeenkomstige wijze hebben sommige theologen getheoretiseerd dat het lijden op aarde „nodig [is] om ons als morele persoonlijkheden klaar te maken voor het leven in het komende hemelse koninkrijk”.

Maar is het redelijk te geloven dat God rampen veroorzaakt of toelaat ten einde mensen te louteren en te straffen? Degenen die in San Ramón levend begraven werden, hadden weinig kans om hun zedelijke ontwikkeling te verbeteren. Offerde God hen op om de overlevenden een les te leren? Zo ja, wat was dan de les?

Het is daarom begrijpelijk dat Kushners boek Als ’t kwaad goede mensen treft een brede belangstelling geniet. Omdat de schrijver persoonlijk de pijn van lijden ervaren had, trachtte hij zijn lezers te troosten, hen ervan verzekerend dat God goed is. Maar toen het erop aankwam uit te leggen waarom God toelaat dat de onschuldigen lijden ondergaan, nam Kushners redenatie een vreemde wending. „God wil dat de rechtvaardigen een vreedzaam, gelukkig leven leiden,” legde Kushner uit, „maar soms kan zelfs Hij dat niet bewerkstelligen.”

Volgens Kushner moet men zich God dus niet slecht maar zwak voorstellen, een God die niet helemaal almachtig is. Vreemd genoeg moedigde Kushner zijn lezers aan om toch om goddelijke hulp te bidden. Over de wijze waarop deze naar zijn veronderstelling beperkte God van enige hulp kon zijn, is Kushner echter vaag.

Een debat in de oudheid

De religieuze denkers van de wereld zijn er niet in geslaagd een overtuigende verdediging voor God op te bouwen en slachtoffers van kwaad werkelijk te vertroosten. Misschien moet niet God maar de theologie naar de beklaagdenbank! Want deze tegenstrijdige theorieën zijn niets meer dan een echo van de holle redeneringen die bijna vierduizend jaar geleden werden geuit. In die tijd vond er een debat plaats over het lijden van een godvrezend man genaamd Job, een rijke en prominente oosterling die het slachtoffer werd van een hele reeks calamiteiten. In snelle opeenvolging verloor Job zijn rijkdom, stierven zijn kinderen en werd hij ten slotte door een walgelijke ziekte getroffen. — Job 1:3, 13-19; 2:7.

Drie zogenaamde vrienden kwamen Job te hulp. Maar in plaats van troost te verschaffen bestookten zij hem met theologische redenaties. De kern van hun argumenten was: ’God heeft u dit aangedaan, Job! Kennelijk wordt ge gestraft omdat ge iets verkeerds gedaan hebt! Trouwens, God heeft volstrekt geen vertrouwen in zijn dienstknechten’ (Job 4:7-9, 18). Job kon niet begrijpen waarom God hem naar het scheen ’als een doelwit voor hem had gesteld’ (Job 16:11, 12). Job, dat moet gezegd worden, behield echter zijn rechtschapenheid en schreef God nooit rechtstreeks kwaad toe.

Niettemin hadden Jobs vertroosters in werkelijkheid ’God schuldig verklaard’, door te insinueren dat iedereen over wie onheil kwam, straf onderging voor kwaaddoen (Job 32:3). Maar God corrigeerde spoedig hun onjuiste zienswijzen.

    Nederlandse publicaties (1950-2022)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2022 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen