De zienswijze van de bijbel
Gebeden — Eentonige herhalingen of spontane uitingen?
EEN jumbo jet vloog op een hoogte van 12.500 meter. Beneden bevond zich het koude water van de Grote Oceaan. Plotseling viel een van de motoren uit. Vervolgens sloegen de andere drie af. In twee minuten viel het vliegtuig tien kilometer naar beneden. Maar op een hoogte van 2700 meter sloegen de motoren weer aan en het straalvliegtuig arriveerde veilig in San Francisco. Eén passagier verzuchtte: „Ik heb nog nooit in mijn leven zo intens gebeden.”
Bij rampen, gevaar of diepe droefheid wenden veel mensen, zelfs zij die niet godsdienstig zijn, zich tot de Almachtige om hulp. Religieuze mensen daarentegen herhalen geregeld formele gebeden in kerken en tempels of thuis. Door middel van rozenkransen zeggen velen paternosters en ave-maria’s op. Anderen gebruiken gebedenboeken. Miljoenen oosterlingen draaien gebedsmolens rond om snel gebeden te herhalen.
Hebt u zich ooit afgevraagd: ’Hoe moeten wij eigenlijk bidden? Dienen gebeden eentonige herhalingen of spontane uitingen te zijn?’
Wat gebed is
Stel dat uw innig geliefde vader, die in een ander land woont, u ertoe zou aanmoedigen hem op te bellen zo vaak u maar wilt — kosteloos. Zou u niet dikwijls bellen? Zou u het niet heerlijk vinden de kostbare band die u samen hebt, in stand te houden en zelfs te versterken? Zou u niet over uw zorgen praten en diepe dankbaarheid uiten voor alle hulp en aanmoediging die hij u uw hele leven gegeven heeft? Die persoonlijke band zou van grote waarde voor u zijn, nietwaar?
In uw telefoongesprekken zou u over bepaalde dingen wellicht steeds opnieuw spreken, maar u zou dat niet doen door uit een boek voor te lezen of vormelijk steeds hetzelfde te zeggen, nietwaar? Dan zou ook een christelijk gebed niet zo zijn. Christus Jezus zei dat gebeden juist helemaal niet zo dienen te zijn.
Wat zei Christus Jezus?
„Als gij . . . bidt, zegt dan niet steeds weer dezelfde dingen, zoals de mensen der natiën doen, want zij menen dat zij door veel woorden te gebruiken, verhoord zullen worden” (Mattheüs 6:7).a Andere vertalingen zeggen het als volgt: „Als gij bidt, brabbelt dan niet zooals de heidenen” (Vertaling door Th. Van Tichelen). „Als je bidt, mat je dan niet af door allerlei zinloze gebeden op te zeggen, zoals de andere volken.” — Het Levende Woord.
Sommige mensen verwarren omhaal van woorden met vroomheid, welbespraaktheid met toewijding, herhaling en lengte met een gegarandeerd antwoord. God meet de waarde van een gebed echter niet naar de lengte af. Kennelijk wilde Jezus niet dat zijn volgelingen starre formules gebruikten of gebeden opzegden. Wat voor blijvende waarde hebben dus rozenkransen, gebedenboeken of gebedsmolens?
Na het bovenstaande gezegd te hebben, gaf Jezus zijn discipelen vervolgens een modelgebed — het welbekende Onze Vader (Mattheüs 6:9-13). Maar was het zijn bedoeling dat zij diezelfde woorden steeds zouden napraten? Nee. In feite gebruikte zelfs Jezus, toen hij het meer dan een jaar later opnieuw formuleerde, niet precies dezelfde woorden (Lukas 11:2-4). Is er enig bericht voorhanden dat de eerste christenen dit deden of andere formele gebeden herhaalden? Weer is het antwoord nee.
Wil dit zeggen dat wij een zelfde aangelegenheid of verzoek niet vaker te berde mogen brengen? Beslist niet, want Jezus zei tevens: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden” (Mattheüs 7:7). Vaak moeten wij hetzelfde verzoek vele malen herhalen. Daardoor ziet Jehovah hoe serieus gemeend onze verzoeken zijn en hoe intens onze gevoelens inzake die kwestie zijn.
In de vijfde eeuw v.G.T. bijvoorbeeld woonde Nehemia, een toegewijd man, als lid van de Judese gemeenschap van ballingen in Babylon. Hij was de persoonlijke schenker van de Perzische koning. Toen hem werd verteld dat zijn landgenoten, de kolonisten in Juda, het slecht maakten, bad hij „dag en nacht” om hulp voor hen (Nehemia 1:6). Zijn gebeden werden verhoord. Jehovah bewoog de welwillende Perzische heerser ertoe, Nehemia de autoriteit te verlenen om een reis naar Jeruzalem te maken teneinde de zaken recht te zetten. Dit deed hij, zodat zijn volk weer gelukkig was en het geloof behield. — Nehemia 1:3–2:8.
Hoe oprecht gebed helpt
Hoewel Jehovah de Opperste Macht in het universum is, nodigt hij zijn „kinderen” uit om van ganser harte tot hem te naderen. „Nadert tot God en hij zal tot u naderen”, zegt Jezus’ discipel Jakobus (Jakobus 4:8). Maar hoe? Welnu, wij moeten in de naam van Jezus bidden (Johannes 14:6, 14). Bovendien, zo zegt Paulus, „is het zonder geloof onmogelijk hem welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken”. — Hebreeën 11:6.
Degenen die problemen hebben, zelfs degenen die ernstig kwaad hebben bedreven, kunnen om hulp en vergeving vragen en ontvangen die ook. Jezus illustreerde dit met zijn verhaal over een religieuze leider die, toen hij bad, God dankte dat hij heiliger was dan anderen; maar een belastinginner (aan wie men in die tijd een hekel had en die als een ernstige kwaaddoener werd bezien) zei eenvoudig: „O God, wees mij zondaar genadig.” Dat eenvoudige, oprechte gebed kwam beslist niet uit een boek. En Jezus veroordeelde de religieuze huichelaar maar zei over de ander: „Wie zich vernedert, zal verhoogd worden.” — Lukas 18:10-14.
De verschrikkelijke gang van zaken in de wereld is er de oorzaak van dat velen zich zorgen maken en neerslachtig zijn. Christenen kunnen er zelfs over tobben hoe zij er bij God voorstaan. Maar zich geregeld, veelvuldig en spontaan tot Jehovah om hulp wenden, kan wonderen doen. Paulus schreef: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Filippenzen 4:6, 7.
Smeekbeden zijn oprechte, dringende verzoeken, waarbij wij God om hulp smeken en ons hart voor hem uitstorten zoals een kind dat zou doen bij een innig liefhebbende en begrijpende ouder. Zulke gebeden komen niet uit een boek en worden ook niet werktuiglijk opgezegd en herhaald. Ze komen uit een hart dat hulp nodig heeft en werkelijk geloof stelt in Jehovah, de „Hoorder van het gebed”. — Psalm 65:2.
[Voetnoot]
a Het woord dat vertaald is met ’steeds weer dezelfde dingen zeggen’ (bat·ta·loʹge·o) wordt slechts eenmaal in de bijbel gebruikt en betekent „’brabbelen’ in de zin van door voortdurende herhalingen proberen succes te bereiken met gebed”. — Theological Dictionary of the New Testament.
[Illustratieverantwoording op blz. 20]
Tekeningen van Albrecht Dürer/Dover Publications, Inc.