Miljoenen lijden — Kunnen zij geholpen worden?
Door een Ontwaakt!-correspondent in Afrika
INDIEN het in uw vermogen lag, zou u dan een eind maken aan het menselijk lijden? Natuurlijk — als het in uw vermogen lag! De realiteit is echter dat geen enkel mens bij machte is een eind te maken aan alle pijn en smart in de wereld.
Toch bent u misschien wel bij machte iets van het lijden dat zich rond u afspeelt te helpen verminderen en zelfs voorkomen. Zo schat men bijvoorbeeld dat in verscheidene landen tientallen miljoenen vrouwen veel pijn en smart lijden als gevolg van een oude en diepgewortelde traditie. Trouw aan die traditie treffen goed bedoelende ouders regelingen voor de verwijdering van een klein gedeelte of het grootste deel van de geslachtsorganen bij hun dochters. Men noemt dat vrouwenbesnijdenis.a Maar de meeste deskundigen noemen het nu FGM (female genital mutilation ofte wel verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen), een term die deze ingreep nauwkeuriger omschrijft.
In het Hosken Report over FGM lezen wij dat verminking van de geslachtsdelen gebruikelijk is in een groot gebied dat zich uitstrekt van Oost-Afrika tot West-Afrika en in enkele aangrenzende streken. Deze pijnlijke verminking van meisjes en vrouwen brengt gezondheidsproblemen teweeg en kan levensbedreigend zijn.
Er gaan stemmen op
Het is niet gemakkelijk geweest zich ronduit tegen dit gebruik uit te spreken. In de Keniase krant The Standard werd opgemerkt dat FGM „grotendeels in geheimzinnigheid gehuld is geweest. Het is voor de vrouwen of mannen die een eind aan de ingrepen willen maken moeilijk en soms gevaarlijk geweest zich tegen het gebruik uit te spreken. Zij worden er vaak van beschuldigd tegen tradities, tegen het gezin, tegen de godsdienst en antinationaal te zijn of hun eigen volk en cultuur af te wijzen.”
Dezelfde Afrikaanse krant legt uit dat FGM „geen ’onschuldig cultureel gebruik’ is maar een belangrijke oorzaak van blijvend lichamelijk letsel bij vrouwen en meisjes of van hun overlijden . . . Het maakt inbreuk op het recht van elk meisje om zich fysiek op een gezonde en normale manier te ontwikkelen.”
Overal in Afrika en internationaal laten vele anderen hun stem horen in een poging mensen voor te lichten over dit gebruik. Het is pijnlijk voor meisjes en zij worden erdoor verminkt, soms in hun eerste levensjaren al, en er is geen enkele medische rechtvaardiging voor aan te voeren.
Het aantal blijvende, pijnlijke handicaps en gerapporteerde sterfgevallen heeft de gezondheidsfunctionarissen en regeringen van veel landen gealarmeerd. Er wordt zelfs gesuggereerd dat FGM een rol kan spelen bij het overdragen van AIDS in Afrika. En door de toevloed van immigranten uit Afrika en het Midden-Oosten in Australië, Canada, Europa en de Verenigde Staten wordt deze verminking van vrouwen en meisjes een volksgezondheidsprobleem in sommige westerse ziekenhuizen. Daarbij mogen de kosten van langdurige behandeling van de fysieke complicaties en, in veel gevallen, psychisch letsel, niet over het hoofd worden gezien.
Er zijn en worden wetten aangenomen ter bestrijding van deze gewoonte. Engeland, Frankrijk, Italië en Zweden zijn een paar van de Europese landen waar FGM onwettig is. In de Canadese Globe and Mail werd bericht dat FGM „verboden is door de regelgevende instantie waaronder de artsen van Ontario staan”. Verder werd verklaard: „Hoewel de Canadese wet niet rechtstreeks melding maakt van vrouwenbesnijdenis of infibulatie, hebben federale functionarissen gezegd dat zulke gebruiken als een vorm van kindermishandeling of ernstige geweldpleging beschouwd zouden worden.”
Een aantal internationale organisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie, hebben zich ingezet om FGM tegen te gaan. Een mijlpaal werd in september 1990 bereikt, toen wereldleiders, onder wie de presidenten van Afrikaanse landen als Senegal, Oeganda en Zimbabwe, in New York bijeenkwamen om het Verdrag van de Rechten van het Kind te ondertekenen. Dit document veroordeelt vrouwenbesnijdenis als marteling en seksuele mishandeling.
In de Londense Economist werd bericht: „Vrouwenbesnijdenis — correcter genitale verminking genoemd — blijft een van de grote Afrikaanse verschrikkingen waarover men niet spreekt. Volgens een verslag door de in Londen zetelende Groep voor de Rechten van Minderheden . . . krijgen jaarlijks tientallen miljoenen meisjes ermee te maken.”
Deze publikatie vervolgde: „De ingreep varieert van enigszins pijnlijk tot gruwelijk en kan de verwijdering betekenen van de clitoris en andere organen met messen, glasscherven en scheermesjes — maar gebeurt zelden onder verdoving. Het kan tot ernstige problemen bij de menstruatie, geslachtsgemeenschap en bevalling, tot psychische stoornissen en zelfs tot de dood leiden. . . . Dat het gebruik blijft bestaan, komt door de bijgelovige angsten voor vrouwelijke seksualiteit, doordat het gewoonte is en door het ongerechtvaardigde geloof dat het hygiënisch is.”
Het gebruik blijft gehandhaafd
In één Afrikaans land waar veel van de vrouwen deze ingreep hebben ondergaan, is de ernstigste vorm van verminking bij sinds 1947 bestaande wetten verboden. Maar het ritueel wordt nog steeds uitgevoerd. Waarom? Omdat miljoenen goed bedoelende mensen nog altijd verkeerd ingelicht worden en hun wordt wijsgemaakt dat FGM nuttig is. Zo geloven oudere dorpsvrouwen dat het voor het welzijn van het meisje is. Daarom verklaarde, zoals de Nigeriaanse krant The Guardian berichtte, de Groep voor de Rechten van Minderheden dat het nodig is „de denkwijze te veranderen van de oudere vrouwen die het gebruik in stand houden”.
In het blad Nursing Times werd in dezelfde geest geredeneerd: „Voorlichting is de enige manier waarop de vrouwenbesnijdenis werkelijk bestreden kan worden.” En later werd in hetzelfde blad verklaard: „Het hele probleem is alleen uit te bannen door er meer bekendheid aan te geven en zowel mannen als vrouwen voor te lichten.” Waarom moeten ook mannen voorgelicht worden? Omdat veel vaders de ingreep betalen om hun dochters uit te kunnen huwelijken aan mannen die geen onbesneden vrouwen accepteren.
Nog een reden waarom deze verminking voortduurt, heeft met geld te maken. In The American Journal of Nursing wordt gezegd: „De besnijdenis is een belangrijke bron van inkomsten voor degenen die bij het verrichten ervan betrokken zijn; daarom hebben zulke mensen gevestigde belangen bij het in stand houden van het gebruik.” Niet alleen oudere vrouwen krijgen betaald voor het verrichten van de ingreep, maar vroedvrouwen en kappers ook. Verpleegsters en artsen in sommige klinieken doen het eveneens, in een poging de meisjes sommige van de risico’s en het trauma te besparen die uit onhygiënische verrichtingen voortvloeien. Maar ongeacht wie het doet, het is en blijft verminking.
In sommige gevallen onderwerpen volwassen vrouwen zich in de jaren dat zij kinderen krijgen steeds opnieuw aan deze operatie. In The New York Times International werd opgemerkt dat „veel vrouwen bij elke bevalling pijnlijke ingrepen ondergaan. De littekens van de besnijdenis worden vóór de bevalling opengesneden en erna weer dichtgenaaid. Dit veroorzaakt hevige bloedingen, verlengt de duur van de bevalling en vergroot de kans op hersenletsel voor het ongeboren kind.”
In het blad New Scientist werd bericht dat veel „kleine meisjes doodbloeden doordat bij een onhandige uitvoering van de besnijdenis de arteria pudenda of de arteria dorsalis van de clitoris wordt geraakt. Anderen sterven aan een postoperatieve shock omdat niemand weet hoe hen te reanimeren en het ziekenhuis te ver weg is, of de betrokkenen aarzelen hulp in te roepen omdat zij zich schamen voor het knoeiwerk.”
Toch blijft het gebruik gehandhaafd. Steeds weer duiken berichten over FGM op in Afrikaanse en Europese kranten. In een Afrikaanse krant stond onlangs te lezen dat „de meeste slachtoffers van verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen baby’s en meisjes zijn. Hoewel ouders hun dochters besnijden in de overtuiging dat het juist en nodig is, staan de ingreep en de nasleep ervan gelijk met marteling.” Volgens de Londense krant The Independent (7 juli 1992) bleek uit een recent onderzoek dat „het gebruik in het Verenigd Koninkrijk wijdverbreider was dan tot dusver werd geloofd”. In Groot-Brittannië lopen naar schatting meer dan 10.000 meisjes, „van wie de meeste acht jaar of jonger zijn, . . . de kans besneden te worden”.
Een traditie gebaseerd op leugens
Sommigen geloven de leugen dat de vrouwelijke geslachtsorganen onrein zijn en gereinigd moeten worden door ze weg te snijden. Zij denken dat alleen mannen recht hebben op het ervaren van seksueel genot. Ook wordt geloofd dat FGM de vruchtbaarheid verhoogt, seksuele immoraliteit tegengaat en de kansen van een meisje op een huwelijk vergroot. „Ironisch genoeg”, zo merkt het blad Time op, „is de door de verminking veroorzaakte frigiditeit of onvruchtbaarheid voor veel mannen reden om hun bruid te schuwen.”
Omdat zij niet geloven dat vrouwenbesnijdenis zal tegengaan dat vrouwen tot seksueel ontremd promiscue gedrag komen, verklaarden deelnemers aan een recente conferentie van het Inter-African Committee in het Nigeriaanse Lagos, dat het vroegtijdig bijbrengen van morele beginselen veel nuttiger is. Verkeerde daden kunnen voorkomen worden door opvoeding, niet door verminking. Ter illustratie: Moeten wij de armpjes van baby’s afhakken om te voorkomen dat zij opgroeien tot dieven? Of hun tong uitsnijden opdat zij nooit lelijke dingen zullen zeggen?
Een Nigeriaans echtpaar weigerde hun dochter te besnijden, tot grote woede van de moeder van de man, die dacht dat het kind zou opgroeien tot een vrouw die een losbandig leven zou leiden. Maar door een goede morele opvoeding bleef het meisje eerbaar. Enkele andere kinderen daarentegen die deze familie kende, van wie de ouders niet de tijd namen om hun een goede moraal bij te brengen, ontwikkelden zich tot meisjes die er seksueel op los leefden, ook al waren zij besneden. Nu is de grootmoeder ervan overtuigd geraakt dat niet het al dan niet besneden zijn telt, maar of kinderen Gods morele wetten ingeprent hebben gekregen.
Als wij van onze dochters houden, zullen wij bij de kwalijke gevolgen van FGM voor hun leven stilstaan en dit gebruik in geen enkel opzicht bevorderen of aanmoedigen. Dat zal moed vergen, want in sommige landen is de angst voor druk van de gemeenschap om zich aan deze traditie te houden intens.
Een religieus verband
De geschiedenis van vrouwenverminking is verhelderend. Het gebruik is eeuwenoud en is zelfs zichtbaar bij de mummies uit het oude Egypte. In het blad Plastic and Reconstructive Surgery wordt opgemerkt: „Vrouwenbesnijdenis werd in het oude Egypte beoefend en houdt verband met het onder de farao’s heersende geloof in de biseksualiteit van goden.” Tot op deze dag is de naam voor de ingrijpendste vorm van deze verminking faraonische besnijdenis.
In sommige landen houdt FGM verband met oude godsdienstige ceremoniën. Een Afrikaanse autoriteit legde uit dat een bepaalde ceremonie wordt beschouwd als een daad van vereniging met een voorouderlijke god, wiens bescherming wordt ingeroepen om de meisjes door de feitelijke ingreep heen te helpen en hun terzelfder tijd de wijsheid van hun voorouders te schenken. — Vergelijk 2 Korinthiërs 6:14-18.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom ware christenen die in landen wonen waar FGM wordt beoefend, deze traditie niet in acht nemen. Nergens in de bijbel wordt ook maar gezinspeeld op de noodzaak zo’n verminkende operatie bij vrouwen uit te voeren. Het is duidelijk dat de Schepper de vrouw zo heeft gemaakt dat zij seksueel genot kan ervaren binnen de huwelijksregeling. Verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen strookt niet met de beginselen liefde, empathie en redelijkheid die de Schrift voorstaat. — Efeziërs 5:28, 29; Filippenzen 4:5.
Het belangrijkste is nog dat deze zinloze verminking en het daaruit voortvloeiende lijden van miljoenen vrouwen en kleine meisjes de God van liefde, Jehovah, bedroeft. Wat kunnen wij blij zijn dat hij een nieuwe wereld heeft beloofd waar niemand zal lijden! — Openbaring 21:3, 4.
[Voetnoot]
[Kader op blz. 21]
Hoe staat het met de besnijdenis van mannen?
Bij sommigen zal de vraag opkomen of de besnijdenis van mannen niet eveneens een verminking van het lichaam is. De bijbel vermeldt dat God de besnijdenis van mannen op een gegeven moment verplicht stelde. Later, bij de oprichting van de christelijke gemeente, was de besnijdenis niet langer een vereiste, hoewel ze niet verboden werd. Het wordt aan ieder persoonlijk overgelaten te beslissen of hij zichzelf of zijn zonen al dan niet wil onderwerpen aan de besnijdenis.
Tegenwoordig wordt de besnijdenis van mannen in veel landen toegepast. Het is waar dat bij de ingreep de chirurgische verwijdering van vlees betrokken is. Maar deze ingreep kan beslist niet als de tegenhanger van FGM worden gezien. In de regel ondervinden mannen geen nadelige bijwerkingen na de besnijdenis. Daar staat tegenover dat bij de vrouw de normale functies, zoals de menstruatie, geslachtsgemeenschap, bevalling en urinelozing, vaak levenslang gepaard gaan met martelende pijn als gevolg van FGM. Bovendien heeft de uiterst gecompliceerde bevalling tot ernstige geboortedefecten bij pasgeborenen en zelfs de dood van veel baby’s geleid.
Hoeveel mannen zouden zichzelf of hun zonen onderwerpen aan een ingreep waarbij hun penis werd verminkt om alle gevoel tijdens de geslachtsgemeenschap te voorkomen en levenslange pijn en gezondheidsrisico’s werden veroorzaakt? Het is duidelijk dat de besnijdenis bij mannen en FGM niet te vergelijken zijn.
[Kader op blz. 23]
Een Afrikaans meisje doet haar verhaal
’Ik was acht jaar toen ik besneden werd. Ik ben nu elf, maar ik kan me de operatie nog zo goed herinneren. De gedachte eraan alleen al maakt me van streek en soms heb ik verschrikkelijke dromen. De meeste dagen ben ik wel gelukkig, maar als ik eraan denk, begin ik me innerlijk dood te voelen.
Ik was echt blij toen ik het te horen kreeg. Mijn ouders en mijn familie zouden me veel cadeautjes geven. Ik wist niet wat de besnijdenisoperatie was en ik had er geen idee van dat het pijn zou doen.
Mijn opwinding verdween. Ik begon te huilen en werd doodsbang. Vier vrouwen hielden mijn armen en benen vast. Eén vrouw legde haar hand op mijn mond. Ik probeerde me los te rukken, maar zij waren sterker dan ik en duwden me weer neer. Het deed zo’n pijn.
Toen het mes in me sneed, was er overal bloed. Ik had nooit gedacht dat iets zo’n pijn kon doen. Daarna bedekten ze de wond met een mengsel van eieren en suiker. Vervolgens bonden ze mijn benen tegen elkaar. Ik werd naar de auto teruggedragen. De hele weg terug naar het dorp heb ik gehuild.’ — Fragment overgenomen uit de Keniase krant The Standard.
[Illustratieverantwoording op blz. 20]
WHO/OXFAM