Studie 29
Vloeiende voordracht op conversatietoon en met juiste uitspraak
1-4. Noem de oorzaken en symptomen van gebrek aan vloeiendheid.
1 Bemerk je dat je vaak naar de juiste woorden zoekt als je voor een zaal met toehoorders staat om een lezing te houden? Of struikel je over bepaalde uitdrukkingen wanneer je hardop leest? Zo ja, dan is vloeiend spreken een probleem voor je. Iemand die vloeiend spreekt, is vaardig in het gebruik van woorden. Dat wil niet zeggen dat hij rad van tong is of misschien onnadenkend of onoprecht vlot met zijn woorden is. Het duidt op vloeiend of aangenaam en innemend spreken, waarbij de woorden er gemakkelijk of vlot uitkomen. Op het raadgevingenbriefje staat „Vloeiendheid” vermeld als een punt dat speciale aandacht verdient.
2 De meer algemene oorzaken van gebrek aan vloeiendheid bij het spreken, zijn gebrek aan helder denken en voorbereiding van de stof. Het kan ook het gevolg zijn van een kleine woordenschat of een slechte woordkeus. Gebrek aan vloeiendheid bij het lezen is gewoonlijk aan te weinig oefening in hardop lezen te wijten, hoewel ook in dit geval gebrek aan woordenkennis hakkelen of aarzelen tot gevolg zal hebben. In de velddienst kan gebrek aan vloeiendheid een combinatie van deze factoren zijn, gepaard aan verlegenheid of onzekerheid. In dat geval is het probleem bijzonder ernstig, omdat in sommige gevallen het publiek letterlijk zal weglopen. In de Koninkrijkszaal zal je publiek niet letterlijk weglopen, maar hun geest zal afdwalen en veel van wat je zegt, zal verloren gaan. Het is dus een ernstige kwestie; vloeiendheid is beslist een hoedanigheid die het waard is aangekweekt te worden.
3 Veel sprekers hebben het storende aanwensel om uitdrukkingen als „en-eh” tussen te voegen. Als je je niet bewust bent van de veelvuldigheid waarmee je zulke uitdrukkingen bij het spreken gebruikt, zou je eens bij wijze van oefening een lezing kunnen houden voor iemand aan wie je vraagt naar je te luisteren en telkens wanneer je deze uitdrukkingen gebruikt, ze je na te zeggen. Je zou er wel eens verbaasd van kunnen staan.
4 Anderen spreken steeds met „regressie”, dat wil zeggen, zij hebben de gewoonte om, wanneer zij een zin zijn begonnen, zichzelf te onderbreken en weer helemaal opnieuw te beginnen. Ben je met deze slechte gewoonte behept, tracht ze dan in je dagelijkse conversatie te overwinnen. Doe een doelbewuste poging om eerst na te denken en de gedachte duidelijk in de geest te krijgen. Spreek vervolgens de volledige gedachte uit zonder te stoppen of onderwijl van gedachten te veranderen.
5-10. Welke suggesties worden hier aan de hand gedaan om de vloeiendheid van een spreker te verbeteren?
5 Nog iets. Wij zijn gewend woorden te gebruiken wanneer wij ons uitdrukken. De woorden komen dus als vanzelf wanneer wij precies weten wat wij willen zeggen. Je behoeft niet over de woorden na te denken. Oefen je erin altijd eerst de gedachte duidelijk in je geest te hebben en dan onder het spreken pas aan de woorden te denken. Als je dit doet en je geest op de gedachte in plaats van op de woorden die je spreekt gericht houdt, zullen de woorden automatisch komen en zul je zeggen wat je denkt. Zodra je echter aan woorden in plaats van gedachten begint te denken, zul je weifelend gaan spreken.
6 Indien vloeiendheid voor jou een probleem is als gevolg van een minder goede woordkeus, zal het nodig zijn je geregeld op het uitbreiden van je woordenschat toe te leggen. Let speciaal op voor jou onbekende woorden in De Wachttoren en andere publikaties van het Genootschap en voeg er enkele van aan je dagelijkse vocabulaire toe.
7 Aangezien gebrek aan vloeiendheid bij het lezen gewoonlijk aan onbekendheid met woorden te wijten is, zou je, indien je met dit probleem worstelt, er goed aan doen je regelmatig en systematisch in het hardop lezen te oefenen.
8 Eén manier waarop dit kan worden gedaan is, een paar alinea’s van de te lezen stof uit te kiezen en deze voor jezelf zorgvuldig door te lezen totdat je met de gehele gedachte van het gedeelte vertrouwd bent. Isoleer gedachtengroepen en geef ze, indien nodig, aan. Begin je vervolgens te oefenen in het hardop lezen van dit gedeelte. Lees het bij wijze van oefening herhaaldelijk opnieuw totdat je hele gedachtengroepen kunt lezen zonder te aarzelen of op een verkeerde plaats te stoppen.
9 Onbekende of moeilijke woorden dienen telkens opnieuw uitgesproken te worden totdat je ze gemakkelijk kunt zeggen. Lees, wanneer je dat ene woord goed kunt uitspreken, de hele zin waarin het woord voorkomt, en dat net zolang totdat je dat woord in die zin even gemakkelijk kunt lezen als de meer bekende woorden.
10 Oefen je er ook regelmatig in iets op het eerste gezicht te lezen. Lees bijvoorbeeld altijd de dagtekst en het commentaar hardop zodra je die voor de eerste keer ziet. Wen je ogen eraan woordgroepen op te nemen die een volledige gedachte weergeven, in plaats van slechts één woord tegelijk te zien. Door oefening kun je deze belangrijke hoedanigheid van het doeltreffend spreken en lezen meester worden.
**********
11-15. In welk opzicht hangt de conversatiehoedanigheid van de gebruikte uitdrukkingen af?
11 Nog een gewenste spreekhoedanigheid die kenmerkend is voor een goede toespraak, staat op het raadgevingenbriefje als „Conversatiehoedanigheid” vermeld. Deze hoedanigheid is iets dat jou in je dagelijkse spraak eigen is, maar bezit je die ook als je een lezing moet houden? Personen die zelfs met een grote groep gemakkelijk gesprekken voeren, worden vaak erg formeel en enigszins „prekerig” als zij zich hebben moeten voorbereiden om een „lezing” te houden. De doeltreffendste manier van spreken in het openbaar is echter de conversatiemethode.
12 Uitdrukkingen gebruiken als in een conversatie. Veel van de doeltreffendheid van het op conversatietoon spreken hangt af van de uitdrukkingen die worden gebruikt. Bij het voorbereiden van een voor de vuist uit te spreken lezing is het over het algemeen niet goed de uitdrukkingen precies te herhalen zoals ze in de lectuur staan. Schrijftaal verschilt van het gesproken woord. Giet deze gedachten dus in een vorm die bij je eigen persoonlijke manier van uitdrukken past. Vermijd een ingewikkelde zinsbouw.
13 Je manier van spreken op het podium dient je dagelijkse manier van uitdrukken te weerspiegelen. Probeer geen „air” aan te nemen. Toch zal je voorbereide lezing natuurlijk beter zijn dan je dagelijkse spraak, aangezien je ideeën van tevoren zorgvuldiger zijn overdacht en vloeiender onder woorden gebracht zullen worden. Bijgevolg zal ook je uitdrukkingswijze beter zijn.
14 Dit legt de nadruk op de belangrijkheid van dagelijkse oefening. Wees jezelf bij het spreken. Vermijd „platte” taal. Vermijd het voortdurend herhalen van dezelfde uitdrukkingen en bewoordingen bij het overbrengen van elke afzonderlijke gedachte die je hebt. Leer in weinig woorden veel te zeggen. Leg je op je dagelijkse conversatie toe en wanneer je dan op het podium staat, zullen de woorden je vlugger te binnen schieten en zul je in staat zijn met een conversatiehoedanigheid te spreken die kleurrijk, rustig en voor elk publiek aanvaardbaar is.
15 Dit is vooral in de velddienst het geval. En als je tijdens een oefenlezing tot een huisbewoner spreekt, probeer dan te spreken alsof je in de velddienst bent, waarbij je uitdrukkingen gebruikt die je in dat geval normaal en vlot zou gebruiken. Dit zal een informele en natuurlijke lezing tot gevolg hebben en, wat nog belangrijker is, je zult erdoor worden geoefend in het houden van doeltreffender toespraakjes in het veld.
16-19. Zet uiteen hoe de conversatiehoedanigheid door de wijze van voordracht kan worden beïnvloed.
16 Conversatiestijl van voordracht. De conversatiehoedanigheid hangt niet alleen van de gebruikte uitdrukkingen af. Ook je voordrachtsstijl is belangrijk. Hieronder vallen de stemklank, de stembuiging en de natuurlijke wijze waarop je je uitdrukt. Je voordrachtsstijl moet even spontaan zijn als je dagelijkse spraak, alleen moet je ter wille van de toehoorders wat luider spreken.
17 Het spreken op conversatietoon is precies tegengesteld aan redenaarskunst. Het mist alle elementen van de „prekerige” voordracht en is vrij van alle gemaaktheid.
18 Eén manier waarop de conversatiehoedanigheid bij beginnende sprekers vaak verloren gaat, is een te grondige voorbereiding van de bewoordingen van de stof. Denk niet dat je om goed voorbereid te zijn de lezing woord voor woord moet doorwerken totdat je ze vrijwel uit het hoofd kent. In het geval van een voor de vuist uit te spreken lezing dient bij de voorbereiding van de voordracht de nadruk te worden gelegd op een zorgvuldige overdenking van de gedachten die onder woorden moeten worden gebracht. Het zijn deze gedachten of ideeën die net zolang overdacht dienen te worden totdat in je geest de ene gedachte gemakkelijk op de andere volgt. Als ze logisch opgebouwd en goed geordend zijn, dient dit niet moeilijk te zijn en zullen tijdens de voordracht van de lezing de gedachten vlot en zonder moeite komen. Als dit zo is en ze tot uitdrukking worden gebracht met het verlangen iets mee te delen, zal het een voordracht in conversatiestijl zijn.
19 Eén manier waarop je je hiervan kunt vergewissen is, een poging te doen tot verschillende personen in de zaal te spreken. Spreek rechtstreeks tot één persoon tegelijk. Denk je in dat die persoon een vraag heeft gesteld en beantwoord die dan. Beeld je in dat je in een persoonlijk gesprek met die persoon bent gewikkeld waarbij je die bepaalde gedachte ontvouwt. Richt je vervolgens tot iemand anders in het publiek en herhaal dit.
20-23. Hoe kan men ervoor zorgen op een natuurlijke wijze te lezen?
20 Het handhaven van een conversatiestijl bij het voorlezen is een van de moeilijkst te beheersen spreekhoedanigheden en toch een van de belangrijkste. Het meeste van ons lezen in het openbaar geschiedt natuurlijk uit de bijbel, zoals wanneer er teksten worden gelezen in verband met een voor de vuist uitgesproken lezing. De bijbel dient met gevoel te worden gelezen en men dient zich sterk van de betekenis bewust te zijn. Het voorlezen dient levendig te gebeuren. Gods ware dienaren zullen echter nimmer de schijnheilige intonatie van de religieuze geestelijken aanwenden. Jehovah’s dienstknechten zullen Zijn Woord lezen met de natuurlijke nadruk en pretentieloze ongedwongenheid die de levende taal van dit Boek verdient.
21 Dit geldt grotendeels ook voor het lezen van De Wachttoren of de paragrafen tijdens een boekstudie. Ook in deze gevallen behoren de uitdrukkingen en zinsbouw niet speciaal tot de conversatiestijl, zodat hetgeen je leest niet altijd als conversatie kan klinken. Als je echter de betekenis van wat je leest begrijpt en het zo natuurlijk en betekenisvol mogelijk leest, kun je het vaak doen klinken alsof het voor de vuist weg uitgesproken wordt, hoewel misschien iets formeler dan normaal het geval zou zijn. Indien je de gelegenheid hebt je voor te bereiden, dient het daarom je gewoonte te zijn op je papier alle eventuele tekens aan te brengen die je zullen helpen en dien je je uiterste best te doen de stof zo realistisch en natuurlijk mogelijk te brengen.
22 Bij het op conversatietoon lezen of spreken komt het vooral op natuurlijkheid en oprechtheid aan. Spreek pakkend en uit de overvloed van je hart.
23 Goede spraak kan net zo min als goede manieren voor een bepaalde gelegenheid worden „aangedaan”. Als je echter elke dag goede spraak gebruikt, zal dit evenzeer op het podium blijken als de goede manieren die je thuis ten toon spreidt ook altijd in gezelschap zullen blijken.
**********
24, 25. Waarom is een slechte uitspraak ongewenst?
24 Uitspraak. Een juiste uitspraak is eveneens belangrijk, en deze hoedanigheid staat ook afzonderlijk op het raadgevingenbriefje vermeld. Hoewel niet alle christenen veel werelds onderwijs hebben genoten — zoals men ook in het geval van Petrus en Johannes opmerkte dat zij ongeletterde en gewone mensen waren — is het toch belangrijk het te vermijden dat een slechte uitspraak afbreuk doet aan onze aanbieding van de boodschap. Het is iets dat snel verbeterd kan worden als wij er voldoende aandacht aan schenken.
25 Indien iemands uitspraak erg slecht is, kan het zelfs zijn dat hij verkeerde ideeën aan de geest van zijn toehoorders overdraagt en dit zou beslist ongewenst zijn. Wanneer je iemand in zijn lezing een woord verkeerd hoort uitspreken, is de uitwerking over het algemeen alsof een stoplicht plotseling op rood springt. Het is zelfs mogelijk dat je zijn argumentatie niet verder volgt en over het woord dat hij verkeerd uitsprak gaat nadenken. Het kan er de oorzaak van zijn dat je aandacht verlegd wordt van wat er wordt gezegd naar de manier waarop het wordt gezegd.
26, 27. Welke problemen worden in verband met de uitspraak genoemd?
26 Men zou kunnen zeggen dat er in verband met de uitspraak drie algemene problemen bestaan. Een ervan is de absoluut verkeerde uitspraak waarbij de klemtoon op de verkeerde lettergreep wordt gelegd of de letters een verkeerde klank krijgen. Bij de meeste moderne talen is de klemtoon aan enkele vaste regels gebonden, maar in de Nederlandse taal is dit niet het geval, waardoor het probleem wat moeilijker wordt. Vervolgens is er de uitspraak die correct is maar overdreven, al te precies, hetgeen een geaffecteerde of zelfs snobistische indruk maakt, en dat is niet wenselijk. Het derde probleem is de slordige spraak, welke wordt gekenmerkt door het voortdurend onduidelijk uitspreken van woorden, het in elkaar laten vloeien of inslikken van lettergrepen en andere soortgelijke gewoonten. Ze dienen te worden vermeden.
27 In onze dagelijkse spraak gebruiken wij gewoonlijk woorden die wij goed kennen; de uitspraak is daarom geen groot probleem in dit verband. Het grootste probleem doet zich voor bij het lezen. Jehovah’s getuigen lezen echter heel veel, zowel in het openbaar als voor zichzelf. Wij lezen de mensen uit de bijbel voor wanneer wij van huis tot huis gaan. Soms wordt ons gevraagd tijdens de Wachttoren-studie, op een huisbijbelstudie of een gemeenteboekstudie de paragrafen voor te lezen. Het is belangrijk dat er nauwkeurig wordt gelezen en dat de uitspraak juist is. Is dit niet het geval, dan wordt de indruk gewekt dat wij niet weten waarover wij spreken. Ook hierdoor wordt de aandacht van de boodschap afgeleid.
28-34. Hoe kan men worden geholpen zijn uitspraak te verbeteren?
28 Raad met betrekking tot verkeerde uitspraak dient niet overdreven kritisch te zijn. Als het om één of twee woorden gaat, is het wellicht voldoende persoonlijke raad te geven. Indien in de loop van een lezing echter slechts enkele woorden verkeerd worden uitgesproken die wij regelmatig in onze bediening of in onze dagelijkse gesprekken gebruiken, zou het nuttig voor de leerling zijn als de schoolopziener er de aandacht op vestigt zodat hij ze goed leert uitspreken.
29 Indien de leerling daarentegen tijdens het lezen uit de bijbel wellicht één of twee Hebreeuwse namen verkeerd uitspreekt, zal dit niet als een bijzonder zwak punt worden beschouwd. Als hij echter veel namen verkeerd uitspreekt, zou dit op gebrekkige voorbereiding wijzen en dient er raad te worden gegeven. De leerling dient te worden geholpen te leren hoe hij de juiste uitspraak kan vaststellen en dient deze vervolgens te oefenen.
30 Hetzelfde geldt voor een overdreven uitspraak. Als ze werkelijk afbreuk doet aan de lezing omdat het een steeds terugkerende gewoonte is, dient de leerling te worden geholpen. Er dient ook te worden opgemerkt dat de meeste personen, als zij vlug spreken, geneigd zijn enkele woorden in elkaar te laten vloeien. Hierover hoeft geen raad te worden gegeven, maar als het geregeld voorkomt dat een leerling zijn woorden in elkaar laat vloeien en het moeilijk wordt zijn lezing te verstaan of hierdoor afbreuk wordt gedaan aan de boodschap, zou het raadzaam zijn hem wat met zijn articulatie te helpen.
31 Je raadgever zal natuurlijk in gedachten houden dat een aanvaardbare uitspraak van streek tot streek kan verschillen. Zelfs woordenboeken geven vaak meer dan één aanvaardbare uitspraak. Hij zal dus voorzichtig zijn met het geven van raad over de uitspraak. Hij zal het niet tot een kwestie van persoonlijke voorkeur maken.
32 Als je problemen hebt met je uitspraak, zul je, wanneer je je erop toelegt, het niet moeilijk vinden ze te verbeteren. Zelfs ervaren sprekers die een leestoewijzing krijgen, halen het woordenboek erbij en zoeken woorden op waarmee zij niet vertrouwd zijn. Zij proberen het niet eenvoudig op goed geluk. Gebruik dus het woordenboek.
33 Nog een manier waarop je je uitspraak kunt verbeteren is, iemand anders die de woorden goed uitspreekt iets voor te lezen en hem te vragen je elke keer dat je een fout maakt te laten stoppen en je te verbeteren.
34 Een derde methode is, nauwlettend naar goede sprekers te luisteren. Denk terwijl je luistert; let op de woorden die zij anders uitspreken dan jij. Schrijf ze op; kijk ze in het woordenboek na en oefen ze. Al gauw zul ook jij een juiste uitspraak hebben. Een vloeiende, op conversatietoon gehouden voordracht, te zamen met een juiste uitspraak, zal je spreken zeer verbeteren.