Lied 55
Dagelijks met Jehovah wandelen
1. Laat ons wand’len met Jehovah,
Heel bescheiden, ied’re dag.
Onverdiend is deze goedheid,
Die de mens benutten mag.
Daar wij, mensen, slechts bij afspraak
Kunnen wand’len aan Gods hand,
Dienen wij ons, door de opdracht,
Eerst te stellen aan zijn kant.
2. Slechts door trouw met God te wand’len,
Tonen wij ons waarlijk wijs;
Hoe graag zouden tegenstanders
Ons beroven van de prijs!
Naast de Duivel, zijn demonen,
En ons vlees, dat zondig is,
Tracht de wereld ons te lokken
In haar poel van duisternis.
3. Maar Jehovah helpt voortdurend
Door zijn geest en door zijn Woord,
Door zijn christ’lijke gemeente,
Door gebed dat hij verhoort.
Wandel daaglijks met Jehovah,
Oefen zijn gerechtigheid.
Zorg ook goedheid lief te hebben
En toon steeds bescheidenheid.