Lied 202
Wij hebben ons aan God opgedragen!
1. In Gods grote liefde trok hij ons tot zijn Zoon
En zond waarheidslicht vanaf zijn troon.
Nu ’t duister van ons wijkt
En licht ons heeft bereikt,
Wordt ons geloof verrijkt.
Wij zijn Gods bezit, zoals blijkt.
Wij hebben ons opgedragen, kozen verheugd,
Want God en zijn Zoon zijn onze vreugd.
2. Elk die dit besluit neemt, heeft Gods wetten geleerd
En wordt door God zelf geordineerd.
Ja, Gods bedienaar ziet
Veel vreugd in het verschiet;
Loyaal, naar God gebiedt,
Zingt elk nu het Koninkrijkslied.
Door doop werd bezegeld dit, zo krachtig, besluit.
Elk draagt nu verheugd Gods boodschap uit.
3. God geve ons door de opdracht en door de doop
Een zuiver geweten en ook hoop.
Wij doen nu onversaagd
Al wat Jehovah vraagt.
Elk die Gods naam blij draagt,
Weet dat zijn gebed God behaagt.
Wij hebben ons opgedragen; handel dus wijs
En stel die positie steeds op prijs.