HOOFDSTUK 13
‘Doe alles tot eer van God’
ALS Gods opgedragen aanbidders zijn we verplicht om in alles wat we zeggen en doen Jehovah’s glorie te weerspiegelen. Paulus noemde een principe waardoor we ons moeten laten leiden: ‘Of je nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God’ (1 Kor. 10:31). Dat houdt in dat we vasthouden aan Jehovah’s rechtvaardige normen, die een weerspiegeling vormen van zijn eigen volmaakte persoonlijkheid (Kol. 3:10). We moeten God navolgen, als een heilig volk (Ef. 5:1, 2).
2 Petrus wees christenen daarop toen hij schreef: ‘Laat je als gehoorzame kinderen niet langer vormen door de verlangens die je vroeger had toen je nog onwetend was. Maar word net als de Heilige die jullie geroepen heeft, zelf heilig in je hele gedrag, want er staat geschreven: “Jullie moeten heilig zijn, want ik ben heilig”’ (1 Petr. 1:14-16). Net als in het Israël uit de oudheid wordt er van iedereen in de christelijke gemeente verlangd dat hij heilig is. Dat betekent dat ze rein moeten blijven, niet besmet door zonde of de geest van de wereld. Op die manier zijn ze afgezonderd voor heilige dienst (Ex. 20:5).
3 Iemand blijft heilig door zich aan Jehovah’s wetten en principes te houden, die duidelijk aangegeven worden in de Bijbel (2 Tim. 3:16). Door de Bijbel te bestuderen, hebben we over Jehovah en zijn normen geleerd en voelden we ons tot hem aangetrokken. Onze studie van de Bijbel heeft ons ervan overtuigd dat we eerst Gods Koninkrijk moeten zoeken en het doen van Jehovah’s wil in ons leven op de eerste plaats moeten stellen (Matth. 6:33; Rom. 12:2). Hiervoor moesten we de nieuwe persoonlijkheid aandoen (Ef. 4:22-24).
GEESTELIJKE EN MORELE REINHEID
4 Vasthouden aan Jehovah’s rechtvaardige normen is niet altijd makkelijk. Onze tegenstander, Satan de Duivel, probeert ons van de waarheid af te brengen. De slechte invloed van deze wereld en onze eigen zondige neigingen maken het soms moeilijk. Om naar onze opdracht te leven, moeten we een geestelijke strijd voeren. De Bijbel zegt ons dat we niet verbaasd moeten zijn als we tegenstand of beproevingen ondervinden. We moeten lijden ondergaan ter wille van rechtvaardigheid (2 Tim. 3:12). We kunnen gelukkig zijn wanneer ons beproevingen overkomen, omdat we weten dat het een bewijs is dat we Gods wil doen (1 Petr. 3:14-16; 4:12, 14-16).
5 Jezus was volmaakt, maar toch leerde hij gehoorzaamheid door het lijden dat hij onderging. Hij gaf nooit toe aan Satans verleidingen, en hij ontwikkelde geen wereldse ambities (Matth. 4:1-11; Joh. 6:15). Niet eenmaal kwam bij Jezus de gedachte op een compromis te sluiten. Hoewel hij zich door zijn trouw de haat van de wereld op de hals haalde, hield hij vast aan Jehovah’s rechtvaardige normen. Kort voor zijn dood waarschuwde Jezus zijn discipelen dat de wereld hen ook zou haten. Vanaf die tijd hebben Jezus’ volgelingen beproevingen ondervonden, maar het feit dat de Zoon van God de wereld had overwonnen, heeft hun moed gegeven (Joh. 15:19; 16:33; 17:16).
6 Om geen deel van de wereld te worden, moeten we net als onze Meester Jehovah’s rechtvaardige normen hooghouden. We moeten het niet alleen vermijden bij de politieke en maatschappelijke kwesties van de wereld betrokken te raken, maar we moeten ook het verdorven morele klimaat van de wereld weerstaan. We nemen de raad in Jakobus 1:21 serieus: ‘Doe alle verdorvenheid en elk spoortje van slechtheid weg. Aanvaard met zachtaardigheid het woord dat in je wordt geplant en dat je kan redden.’ Door te studeren en vergaderingen te bezoeken, kunnen we het woord van waarheid in onze geest en ons hart planten. Dan voorkomen we dat we gaan verlangen naar wat de wereld te bieden heeft. Jakobus schreef: ‘Weten jullie niet dat vriendschap met de wereld vijandschap met God betekent? Iedereen die een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich dus tot een vijand van God’ (Jak. 4:4). Daarom spoort de Bijbel ons krachtig aan om vast te houden aan Jehovah’s rechtvaardige normen en afgescheiden van de wereld te blijven.
7 Gods Woord waarschuwt ons tegen schandelijk en immoreel gedrag. De Bijbel zegt: ‘Laat seksuele immoraliteit en allerlei onreinheid of hebzucht onder jullie zelfs niet ter sprake komen, want dat past niet bij heiligen’ (Ef. 5:3). We moeten dus weigeren onze geest te laten stilstaan bij dingen die obsceen, schandelijk of ontaard zijn, en we willen zeker niet toelaten dat zulke dingen onderwerp van gesprek worden. Hierdoor bewijzen we dat we aan Jehovah’s reine en rechtvaardige morele normen willen vasthouden.
LETTERLIJKE REINHEID
8 Christenen beseffen hoe belangrijk het is om niet alleen in geestelijk en moreel opzicht, maar ook in letterlijk opzicht rein te zijn. In het oude Israël verlangde de God van heiligheid dat het kamp schoongehouden werd. Ook wij moeten op een reine manier leven, zodat Jehovah ‘niets onfatsoenlijks bij ons ziet’ (Deut. 23:14).
9 Heiligheid en lichamelijke hygiëne worden in de Bijbel nauw met elkaar in verband gebracht. Zo schreef Paulus: ‘Lieve vrienden, we moeten ons reinigen van elke verontreiniging van lichaam en geest, en met ontzag voor God heiligheid perfectioneren’ (2 Kor. 7:1). Christelijke mannen en vrouwen moeten daarom moeite doen om hun lichaam schoon te houden door zichzelf en hun kleren geregeld te wassen. Hoewel de omstandigheden in ieder land verschillen, kunnen we over het algemeen aan genoeg water en zeep komen om onszelf en onze kinderen schoon te houden.
10 Meestal zijn we in onze omgeving heel bekend vanwege onze prediking. Ons huis zowel vanbinnen als vanbuiten netjes, schoon en ordelijk houden, is op zich al een getuigenis voor de buren. Het hele gezin kan hieraan meehelpen. Vooral broeders moeten moeite doen om het huis en de tuin netjes te houden, omdat ze zich ervan bewust zijn dat een nette tuin en een goed onderhouden huis een positieve indruk achterlaten bij anderen. Dit en de manier waarop gezinshoofden de leiding nemen in geestelijke zaken, is een aanwijzing dat ze hun gezin goed leiden (1 Tim. 3:4, 12). Ook zusters hebben de verantwoordelijkheid om voor bepaalde dingen te zorgen, vooral binnenshuis (Tit. 2:4, 5). Goed opgevoede kinderen doen hun deel door zichzelf en hun kamer schoon en netjes te houden. Op die manier werkt het gezin samen om een patroon van reinheid te ontwikkelen dat bij de nieuwe wereld onder Gods Koninkrijk past.
11 Veel aanbidders van Jehovah in deze tijd gebruiken een auto als vervoermiddel naar de vergaderingen. In sommige gebieden is een auto bijna onmisbaar geworden in de velddienst. De auto moet schoon en goed onderhouden zijn. Aan ons huis en onze auto moet te zien zijn dat we bij Jehovah’s reine en heilige volk horen. Hetzelfde principe gaat op voor onze velddiensttas en onze bijbel.
12 Onze kleding en uiterlijke verzorging moeten in overeenstemming zijn met Gods principes. Het zou niet in ons opkomen om in slordige of casual kleding naar een vooraanstaand persoon toe te gaan. Dan is dat zeker van belang als we Jehovah in de velddienst of op het podium vertegenwoordigen! Onze uiterlijke verzorging en kledingstijl kunnen invloed hebben op de manier waarop anderen tegen de aanbidding van Jehovah aankijken. Het zou zeker niet gepast zijn ons onbescheiden te kleden of geen rekening te houden met anderen (Micha 6:8; 1 Kor. 10:31-33; 1 Tim. 2:9, 10). Wanneer we ons klaarmaken voor de velddienst of voor gemeentevergaderingen, kringvergaderingen of congressen, moeten we dus in gedachte houden wat de Bijbel over lichamelijke reinheid en een bescheiden persoonlijke verschijning zegt. We willen altijd Jehovah eren.
Als Gods opgedragen aanbidders zijn we verplicht om in alles wat we zeggen en doen Jehovah’s glorie te weerspiegelen
13 Hetzelfde geldt als we het internationale hoofdkantoor of een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen bezoeken. Bedenk dat de naam Bethel ‘huis van God’ betekent. Daarom moeten onze kleding en ons gedrag net zo zijn als wanneer we naar vergaderingen in de Koninkrijkszaal gaan.
14 Zelfs in onze vrije tijd willen we aandacht besteden aan onze kleding en uiterlijke verzorging. We kunnen ons afvragen: zou mijn kleding me ervan weerhouden om informeel getuigenis te geven?
GEZONDE ONTSPANNING EN ENTERTAINMENT
15 Rust en ontspanning zijn nodig om evenwichtig en gezond te blijven. Op een keer nodigde Jezus zijn discipelen uit naar een afgelegen plaats te gaan en ‘wat uit te rusten’ (Mark. 6:31). Wat rust en gezonde ontspanning of entertainment kan een leuke afleiding zijn. We kunnen er nieuwe energie van krijgen, zodat we weer kunnen doorgaan met ons gewone werk.
16 Omdat er tegenwoordig zo veel vormen van ontspanning bestaan, moeten christenen selectief en verstandig zijn. Ontspanning op zich is niet verkeerd, maar het is niet het allerbelangrijkste in het leven. Er is gewaarschuwd dat in ‘de laatste dagen’ de mensen ‘meer liefde voor genot dan liefde voor God’ zouden hebben (2 Tim. 3:1, 4). Veel van wat ontspanning en entertainment wordt genoemd, is niet acceptabel voor iemand die aan Jehovah’s rechtvaardige normen wil vasthouden.
17 De eerste christenen moesten de ongezonde sfeer van de genotzieke wereld om hen heen weerstaan. In het Romeinse circus werden toeschouwers vermaakt door ze naar het lijden van anderen te laten kijken. Geweld, bloedvergieten en seksuele immoraliteit waren de ingrediënten van dit volksvermaak, maar de eerste christenen bleven daar ver vandaan. Veel van het entertainment in deze wereld heeft dezelfde thema’s en is gericht op verkeerde verlangens. We moeten er ‘goed op letten welke weg we gaan’ door nee te zeggen tegen entertainment dat de moraal ondermijnt (Ef. 5:15, 16; Ps. 11:5). En ook als het entertainment op zich niet verkeerd is, kan de algehele sfeer onacceptabel zijn (1 Petr. 4:1-4).
18 Er zijn gezonde vormen van ontspanning en entertainment waar Getuigen van kunnen genieten. Velen hebben voordeel gehad van de Bijbelse raad en de evenwichtige suggesties in onze publicaties.
19 Soms worden er enkele gezinnen bij iemand thuis uitgenodigd voor christelijke omgang. Of misschien worden broeders en zusters uitgenodigd voor een huwelijksreceptie of een andere gezellige gelegenheid (Joh. 2:2). De gastheer of gastvrouw moet zich verantwoordelijk voelen voor wat er gebeurt. Er is echt reden tot voorzichtigheid als er grote groepen samenkomen. Door de ontspannen sfeer bij zulke gelegenheden hebben sommigen zich schuldig gemaakt aan onchristelijk gedrag, zoals overmatig eten en drinken en zelfs ander ernstig kwaaddoen. Met dat in gedachten hebben verstandige christenen er de wijsheid van ingezien de grootte en de duur van zulke gelegenheden te beperken. Als er alcohol geserveerd wordt, is matigheid nodig (Fil. 4:5). Wanneer er echt moeite gedaan wordt om zulke gelegenheden op een verstandige en geestelijk opbouwende manier te laten verlopen, zullen eten en drinken niet het belangrijkste zijn.
20 Het is heel goed om gastvrij te zijn (1 Petr. 4:9). Als we andere christenen bij ons thuis uitnodigen om iets te komen eten of drinken en wat ontspanning en omgang te hebben, willen we ook aan personen denken die het niet zo breed hebben (Luk. 14:12-14). En als we te gast zijn, moet ons gedrag in overeenstemming zijn met de raad in Markus 12:31. Het is altijd goed waardering te tonen als anderen vriendelijk voor ons zijn.
21 Christenen genieten van de overvloed die God geeft en merken dat het mogelijk is dat iemand ‘eet en drinkt en geniet van al zijn harde werk’ (Pred. 3:12, 13). Als we ‘alles tot eer van God doen’, kunnen de gastheer of gastvrouw en ook de gasten op zulke gelegenheden terugkijken met het voldane gevoel dat ze geestelijk opgebouwd zijn.
SCHOOLACTIVITEITEN
22 Het is nuttig dat kinderen van Jehovah’s Getuigen een aantal jaren werelds onderwijs krijgen. Terwijl ze op school zitten, willen ze graag goed leren lezen en schrijven. En er worden op school nog wel meer vakken onderwezen die waardevol kunnen zijn voor jongeren die naar geestelijke doelen streven. Tijdens hun schooltijd zullen ze zich ijverig willen inzetten om aan hun ‘Grootse Schepper’ te denken door geestelijke dingen op de eerste plaats te stellen (Pred. 12:1).
23 Als je een christelijke jongere bent die nog op school zit, ga dan niet onnodig om met wereldse jongeren (2 Tim. 3:1, 2). Omdat Jehovah je de hulp geeft die je nodig hebt, kun je veel doen om wereldse invloeden te vermijden (Ps. 23:4; 91:1, 2). Maak goed gebruik van Jehovah’s voorzieningen, dat is echt een bescherming (Ps. 23:5).
24 Om op school afgescheiden te kunnen blijven van de wereld, kiezen de meeste jonge Getuigen ervoor niet mee te doen aan buitenschoolse activiteiten. Klasgenoten en leraren zullen dat misschien niet altijd begrijpen. Maar het is veel belangrijker dat God er blij mee is. Daarom moet je je door de Bijbel gevormde geweten gebruiken en het vaste besluit nemen niet betrokken te raken bij een wereldse competitiegeest of nationalisme (Gal. 5:19, 26). Door te luisteren naar de Bijbelse raad die christelijke ouders geven en voordeel te trekken van de goede omgang en het onderwijs in de gemeente, kunnen jongeren vasthouden aan Jehovah’s rechtvaardige normen.
WERELDS WERK EN OMGANG
25 Gezinshoofden hebben Bijbels gezien de verplichting om voor hun gezin te zorgen (1 Tim. 5:8). Maar toch erkennen ze als bedienaren van het evangelie dat hun baan ondergeschikt is aan de Koninkrijksbelangen (Matth. 6:33; Rom. 11:13). Door toegewijd te zijn aan God en tevreden te zijn met voedsel en kleding, vermijden ze de zorgen en valstrikken van een materialistische leefstijl (1 Tim. 6:6-10).
26 Alle opgedragen christenen die werelds werk hebben, moeten Bijbelse principes in gedachte houden. Op een eerlijke manier ons brood verdienen, betekent dat we ons niet bezig willen houden met praktijken waarbij Gods wet of de wetten van het land worden overtreden (Rom. 13:1, 2; 1 Kor. 6:9, 10). We blijven ons bewust van de gevaren van slechte omgang. Als soldaten van Christus doen we niet mee aan commerciële activiteiten die tegen christelijke normen ingaan of die onze christelijke neutraliteit of geestelijke gezindheid in gevaar brengen (Jes. 2:4; 2 Tim. 2:4). We hebben ook geen connecties met Gods religieuze vijand, ‘Babylon de Grote’ (Openb. 18:2, 4; 2 Kor. 6:14-17).
27 Als we naar Gods rechtvaardige normen leven, zullen we onze theocratische contacten niet voor zakelijke of andere persoonlijke belangen gebruiken. Het enige doel van onze omgang met anderen op christelijke bijeenkomsten is Jehovah te aanbidden. We voeden ons aan zijn geestelijke tafel en ‘bouwen elkaar op’ (Rom. 1:11, 12; Hebr. 10:24, 25). Bij die omgang horen geestelijke zaken centraal te staan.
IN CHRISTELIJKE EENHEID BIJ ELKAAR WONEN
28 Jehovah’s rechtvaardige normen vragen ook van zijn volk dat ze ‘de eenheid van de geest bewaren in de verenigende band van vrede’ (Ef. 4:1-3). Ze denken niet alleen aan zichzelf, maar iedereen streeft na wat in het belang van anderen is (1 Thess. 5:15). Je hebt vast gemerkt dat de broeders en zusters in jouw gemeente zo met elkaar omgaan. Wat iemands ras, nationaliteit, opleidingsniveau en sociale of economische achtergrond ook is, we laten ons allemaal leiden door dezelfde rechtvaardige normen. Zelfs buitenstaanders hebben opgemerkt dat dit een uniek kenmerk van Jehovah’s volk is (1 Petr. 2:12).
29 Paulus benadrukte de basis voor eenheid als volgt: ‘Er is één lichaam en één geest, zoals jullie werden geroepen tot de ene hoop van jullie roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen en door allen en in allen is’ (Ef. 4:4-6). Daaruit blijkt duidelijk dat er eenheid nodig is in het begrip van zowel de basisleerstellingen van de Bijbel als het diepere Bijbelse onderwijs, in erkenning van Jehovah’s soevereiniteit. Jehovah heeft zijn volk de zuivere taal van de waarheid gegeven, zodat ze schouder aan schouder kunnen dienen (Zef. 3:9).
30 De eenheid en vrede van de christelijke gemeente is een bron van aanmoediging voor alle aanbidders van Jehovah. We hebben de vervulling van Jehovah’s belofte ondervonden: ‘Ik zal ze verenigen, als schapen in de kooi’ (Micha 2:12). We willen die vreedzame eenheid behouden door aan Jehovah’s rechtvaardige normen vast te houden.
31 Iedereen die in de reine gemeente van Jehovah is opgenomen, is gelukkig te noemen! Alleen al het voorrecht Jehovah’s naam te dragen, is alle mogelijke offers waard. We zullen er ijverig naar streven aan Jehovah’s rechtvaardige normen vast te houden en die aan anderen aan te bevelen, zodat we onze kostbare band met Jehovah kunnen behouden (2 Kor. 3:18).