LIED 5
Gods wonderbare werken
1. Mijn God, u kent mij als geen ander,
u kent de weg die ik probeer te gaan,
want u doorgrondt mijn hart en mijn gevoelens,
ziet waar ik nu ben en ook waar ik heen wil gaan.
Toen ik nog in mijn moeders buik was
— ik was zo klein, en nog maar net ontstaan —
zag u hoe ik heel langzaam werd geweven,
als door een wonder kwam mijn leven tot bestaan.
God, uw gedachten zou ik graag begrijpen,
als ik ze tel dan zijn het er te veel.
Ik weet, het duister is u niet te donker,
de nacht wordt licht als dag, als u dat wil.
Mijn God, waar kan ik mij verbergen?
Hoog in de hemel, of diep in de zee?
Zelfs in het Graf weet u mij nog te vinden,
u grijpt mij stevig vast en voert mij veilig mee.
(Zie ook Ps. 66:3; 94:19; Jer. 17:10.)