ACHIHUD
(Achi̱hud).
Hoewel de namen van de twee hieronder genoemde personen in het Hebreeuws verschillend worden gespeld en gevocaliseerd, worden ze in het Nederlands identiek gespeld.
1. [ʼAchi·hoedhʹ, misschien: „Broeder is waardigheid”]. Zoon van Selomi; als overste uit de stam Aser werd hij gekozen om mee te helpen bij de verdeling van het Beloofde Land onder het volk. — Nu 34:18, 27, 29.
2. [ʼAchi·choedhʹ]. Broer van Uzza uit de stam Benjamin. — 1Kr 8:7.